Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de historie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de historie

Luthers verklaring van Paulus' Brief aan de Galaten

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De innige band tusschen Paulus en de Galaten Vers 12—20.

Hoofdstuk IV.

De innige band tusschen Paulus en de Galaten Vers 12—20.

Vervolg vers 12.

Gelijk ik meermalen gewoon ben te zeggen, is de afval van het geloof even gevaarlijk als gemakkelijk ; uit den hoogen hemel komt men neer in het diepst van de hel. Het is geen menschelijke val, zooals moord en echtbreuk, maar een val van duivelschen aard.

Want degenen, die op een dergelijke wijze komen te vallen, kunnen niet licht weder terecht gebracht worden ; meestal blijven zij hardnekkig aan hun dwalingen vasthouden. Daarom wordt, gelijk Christus zegt, hun laatste erger dan hun eerste. In Lucas 11 lezen we namelijk : „Wanneer de onreine geest van den mensch uitgevaren is, zoo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende rust ; en die niet vindende, zegt hij : ik zal wederkeeren in mijn huis, daar ik uitgevaren ben. En komende, vindt hij het met bezemen gekeerd en versierd. Dan gaat hij heen, en neemt met zich zeven andere geesten, boozer dan hij zelf is, en ingegiaan zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van dien mensch wordt erger dan het eerste".

Omdat de Heilige Geest er Paulus opmerkzaam op maakt, dat hij door zijn scherpe bestraffingen de Galaten, die hij in heiligen ijver uitzinnig genoemd heeft, nog meer zal verbitteren, inplaats van hen tot inkeer te brengen, daarom wordt hij nu in zijn gemoed met ontferming en vaderlijke zorgen over hen bewogen, zoodat hij eigenlijk niet weet, wat hij hun schrijven zal. Want schrijven is altijd een moeilijke zaak, omdat men zijn meening dan niet mondeling kan toelichten.

Hier komt bij, dat de lezers van Paulus reeds begonnen zijn, hem te haten, en zich door anderen te laten overreden, geloovende, dat de apostel geen goede zaak voorstaat. Daarom zegt hij in vers 20 : „Ik ben in twijfel over u", dat wil zeggen : ik weet niet, hoe ik met u handelen moet, en wat ik met u moet aanvangen.

Weest gij als ik, want ook ik ben als gij, zegt Paulus.

Deze woorden moeten niet in verband gebracht worden met de leer, maar met een gemoedsgesteldheid.

De zin der woorden is deze : weest mij gezind, zooals ik u gezind ben. Het is als wil de apostel zeggen : mogelijk heb ik u wat te hard bestraft ; maar neem mij m'n wat te groote scherpte niet kwalijk ; beoordeel mijn hart niet naar de woorden, die ik tot u richtte ; neem liever mijn gemoedsgesteldheid in aanmerking. Mijn woorden schijnen wel hard, en ze lijken veel op een roede, maar de gezindheid mijns harten jegens u is mild en vaderlijk gestemd. Daarom, beste Galaten, neem mijn berispingen op in dezelfde gezindheid, als waarin ik verkeerde, toen ik meende u te moeten bestraffen. De zaak, waarom het gaat, vordert nu eenmaal, dat ik mij wat hard jegens u moest uiten.

Weliswaar was onze bestraffing hard, en was onze manier van schrijven heftig ; maar werkelijk : ons hart is niet bitter, en niet vijandig of wraakzuchtig jegens u gezind. Er is echter een heilige ontroering in ons, en een droefheid des Geestes.

Ook de papisten haat ik niet zoodanig, dat ik hun kwaad toewensch ; liever zou ik zien, dat zij weer op den rechten weg kwamen en met ons zalig werden, dan dat ik mij over hun verderf en ondergang zou verheugen.

Een meester bestraft zijn leerling niet tot zijn verderf, maar voor zijn bestwil. De roede der tuchtiging is wel scherp, maar een en ander is voor de kinderen noodzakelijk ; en het gemoed van hem, die het kind kastijdt, is het vriendelijk en welwillend gezind.

Zoo tuchtigt ook een vader zijn zoon : niet om hem te verderven, maar om hem te verbeteren en tot inkeer te brengen. De slagen, die hij krijgt, komen wel aan, en hij vindt het niet prettig, maar het hart van den vader is goedertieren en mild gestemd.

Beminde een vader zijn zoon niet, dan zou hij hem niet eens kastijden ; dan zou hij hem van zich stooten, en het nalaten aan zijn verbetering verder te arbeiden ; hij zou hem stil laten omkomen.

Het feit echter, dat een vader zijn kind op tijd bestraft, is een bewijs van vaderlijke genegenheid ; en het is zeer nuttig voor den zoon.

Zoo, beste Galaten, staat het ook met mijn berispingen, die ik tot u heb gericht, aldus spreekt de apostel. Ge moet niet zieggen, dat ik scherp geweest ben, maar bekent liever, dat het U nut gedaan heeft.

In Hebreen 12 vers 11 lezen we : „En alle kastijding, als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn ; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid dengenen, die door dezelve geoefend zijn".

Laat dus bij u dezelfde gezindheid zijn als bij mij.

Mijn hart jegens u is vriendelijk, en ik meen het goed met u. Zulks verlang ik van u ook.

Op deze wijze spreekt de apostel de Galaten sympathieke woorden toe ; en hij legt er grooten nadruk op, dat hij hun inderdaad wèl gezind is. Hij doet dat, om de door zijn scherpe afstraffing geprikkelde gemoederen weer tot bedaren en kalmte te brengen.

Men lette er op, dat hij geen enkel woord herroept ; wel erkent hij, te hard en te scherp te zijn geweest, maar de nood, zoo zegt hij, was mij opgelegd. Mijn berisping kwam echter op uit een toegenegen gemoed.

Een dokter geeft zijn patient soms een bitteren drank : niet omdat hij den zieke onaangenaam zijn wil, maar om hem op deze wijze te kunnen helpen.

Wordt een zieke dus iets bitters toegediend, dan moet men dat den dokter niet kwalijk nemen, maar het middel en de kwaal zelve.

Zoo staat het ook met de scherpe berispingen, beste Galaten, die ik tot u gericht heb.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 december 1941

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

Uit de historie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 december 1941

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's