Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uw Koninkrijk kome

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uw Koninkrijk kome

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heere Jezus legt de Zijnen deze bede op de lippen in het allervolmaaktste gebed : „Onze Vader, die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede gelijk in den hemel, alzoo ook op aarde".

Uw Koninkrijk kome. Hoe zullen wij dat verstaan ? Wij herinneren ons, dat andere woord :

Het Koninkrijk Gods is midden onder ulieden. Het Koninkrijk Gods is er dus. Het is zelfs onder de menschen. En toch de bede : Uw Koninkrijk kome. Ook denken wij aan het woord des Heeren : Zoek eerst het Koninkrijk Gods en Zijne gerechtigheid, en al het andere zal u worden toegeworpen. Er is een weg naar het Koninkrijk Gods. Die weg is Christus. Ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven.

Voor Pilatus staande, verklaart de Christus : Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Zijn Koninkrijk is er dus, en toch schijnt het een verborgen zaak. Het is er, maar het is niet openbaar. Het wordt niet algemeen gekend en vindt ook geen algemeene erkenning. Uw Naam worde geheiligd. Waar des Konings Naam wordt gekend en erkend, daar wordt Hij geheiligd. Daar is het Koninkrijk. Uw wil geschiede gelijk in den hemel, alzoo ook op de aarde. Het Koninkrijk Gods is een hemelsch Koninkrijk. Het is niet van de aarde. Het is een geestelijk Rijk en daarom verborgen. Doch het komt met beloften ook voor de aarde. Uw Koninkrijk kome, zoo leert Christus de Zijnen bidden. Het is bij God weggelegd, dat het Koninkrijk komt ook op de aarde. Het is reeds gekomen en nog steeds komende. De engelen hebben er van gezongen in de velden van Efratha : Vrede op aarde. Dat is de zang van het Koninkrijk Gods, want Zijn Rijk is een Rijk van Vrede, Zijn Koning een Vredevorst. Hij kwam om vrede te maken, een vrede, die alle verstand te boven gaat. En allen, die dezen vrede hebben gesmaakt, kennen een hartelijk verlangen naar den eeuwigen vrede : Uw Koninkrijk kome.

Deze bede is de voortdurende adventsbede van Christus' gemeente. Zij ziet uit naar de toekomst des Heeren, naar de vervulling van Zijn Koninkrijk, naar een nieuwen hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. Zoekt eerst het Koninkrijk Gods, en Zijne gerechtigheid. Zoo komt ook dit woord binnen den gezichtskring. Gods Koninkrijk is een Rijk, waar gerechtigheid woont, een Rijk, waarin allen en alles in de gerechtigheid Gods verbonden zijn, waarin God zal zijn alles in allen.

Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld, zegt de Christus. Het is gansch onderscheiden van aardsche koninkrijken. En toch zal het de geheele schepping omvatten : „een nieuwe hemel en een nieuwe aarde".

De komst van het Koninkrijk Gods zal ook een nieuwen hemel en een nieuwe aarde medebrengen. Die komst hangt dus samen met heel het werk der schepping. Het Koninkrijk Gods is een goddelijk werk. In die komst zal de bestemming der schepping worden vervuld. Schepping en herschepping worden vereenigd in die goddelijke bestemming van het Koninkrijk der hemelen.

Staat daar niet geschreven, dat de Heere in Christus alle dingen, die in den hemel en op de aarde zijn, wederom tot één zal vergaderen ? Daarin is de allesomsluitende harmonie eener eeuwige toekomst neergelegd. Alles wat in den hemel en op de aarde is. Alles wat eenmaal in het aanzijn verscheen door de scheppende daad Gods, zal wederom tot een worden vergaderd.

Wederom.

Dat stelt een gebrokenheid. Als daar wordt gesproken van een wederom bijeenvergaderd worden, is hetgeen bijeen vergaderd zal worden, eenmaal bijeen geweest. De harmonie werd verbroken. Wat in den hemel en op de aarde is, ligt in disharmonie, in strijd en conflict. En het is alzoo van den beginne niet geweest, want God zag al wat Hij geschapen heeft, en ziet, het was zeer goed. (Gen. 1 : 31). God is niet een God van verwarring, maar een God des vredes. (1 Cor. 14 : 33). Hij heeft geen wereld van verwarring geschapen, maar een sieraad, een kosmos. De oude wijsgeeren hebben daarvan besef gehad. Daarom noemden zij de wereld kosmos.

God heeft zoovele lampen ontstoken in Zijn schepping, dat Zijn goddelijke kracht en heerlijkheid door de schepselen worden verstaan en doorzien. Want God heeft het hen geopenbaard. (Rom. 1 : 18 v.v.). En zoodra wij ons hart tot Hem opheffen, zien wij den glans Zijner heerlijkheid.

Het Koninkrijk is er. Zijn glans wordt gezien. Vanwaar echter die gebrokenheid ? En waar ligt die gebrokenheid ?

De wereld is Gods wereld. Zij is Zijn schepping. Zij is goed. Hoe kan zij dan zooveel ellende brengen ? Ziedaar de vraag, welke zoovelen heeft bezig gehouden. Sedert lang vervlogen eeuwen. Een vraag, die velen met verwachting deed uitzien naar een wereldverlosser. Zij verraadt een zeker beseffen, dat het zoo niet blijven kan, dat er een toekomst des heils zal dagen. Doch eerst in de Heilige Schrift is het licht over het advent der wereld opgegaan.

De wereld Gods wereld. Dat is het eerste, het begin der Schrift. En ziet, het was alles zeer goed. Dat was het begin van het Koninkrijk Gods, de aanvang Zijner openbaring. De Koning is de Eeuwige. Hij ontvangt Zijn Rijk niet uit de hand van eenen, die machtiger is dan Hij zelf. Hij had niet de keuze tusschen vele koninkrijken, maar Hij heeft een vrijmachtig welbehagen gehad Zijn eeuwige goddelijke heerlijkheid bekend te maken en een Koninkrijk op te richten, in welks heerlijkheid ook het schepsel zou deelen.

Zoo was de scheppende daad Gods ook een daad van openbaring van het Koninkrijk Gods. Openbaring, dat sluit in, dat Hij door het schepsel zou gekend worden in Zijn Koninklijke heerlijkheid, terwijl dit een plaats in Zijn Koninkrijk zou hebben. Waar des Konings Woord is, daar is Zijn heerlijkheid. Hij spreekt en het is er. Hij gebiedt en het staat er. Het eerste woord der Schrift is als de grondlegging van Zijn Koninkrijk. De gansche Bijbel is aan de oprichting en vervulling, aan de komst van Zijn Koninkrijk gewijd. Het Koninkrijk komt. Het gebouw Zijner goddelijke gunst rijst. Het nadert Zijn eeuwige voltooiing van kracht tot kracht. Het profetisch oog schouwt de fundamenten en poorten der Godsstad in de onvergankelijke glans harer eeuwige schoonheid. (Openb. 21).

De Godsopenbaring is openbaring van het Koninkrijk Gods, dat is en dat komende is.

Het was nog dicht bij het begin, bij de grondlegging, die haar hoogtepunt bereikt scheen te hebben in de schepping van den mensch. Hij verheugde zich in het aangezicht Gods, toen hij zijn oog opendeed in een ongerepte wereld, waarover de goddelijke Bouwmeester Zijn goedkeuring had uitgesproken, omdat zij beantwoordde aan Zijn hoog bevel en aan haar bestemming.

Daar stond hij, de mensch, de merkteekenen zijner goddelijke bestemming op een bijzondere wijze dragende, zijnde naar Gods beeld geschapen. Tot heerschappij geroepen in den dienst van zijn eeuwigen Koning, was hij toegerust met alle krachten en gaven om zijn hooge roeping te kunnen volbrengen. Hem was een plaats bereid in het Koninkrijk Gods, een koninklijke en uitzonderlijke plaats, zoodat alle dingen op aarde onder zijn voet waren gesteld, opdat hij zijn God dienen zou.

Zoo verschijnt het Koninkrijk Gods van den beginne in zijn alle schepselen omvattenden omvang en welke macht zou den almachtigen Schepper Zijn Rijk betwisten ? Welke macht zou in staat zijn. Hem Zijn Rijk te ontwringen en naar Zijn troon te staan ?

Dit laatste zou nimmer mogelijk zijn. Wie zal God wederstaan en leven.

En toch, de mensch heeft het bestaan den Almachtige naar de kroon te steken. Hij heeft het oor geleend aan den verleider, die door Christus een vader der leugen en een menschenmoordenaar van den beginne wordt genoemd. Leugen en doodelijke toeleg in het Koninkrijk Gods, hetwelk een Rijk der gerechtigheid is.

Dat kan niet. Deze vijandige machten kunnen in het Koninkrijk Gods geen heerschappij hebben. Zij zijn geen vruchten der gerechtigheid, maar der ongerechtigheid. Zij zijn niet van het Koninkrijk. Zij stellen zich zelf daarbuiten.

Maar zou dan het Koninkrijk Gods een allesomvattende goddelijke heerschappij is, hoe kan zulk een afval en ongehoorzaamheid plaats vinden ? De zonde zet zichzelf buiten het Koninkrijk Gods, doch, waarheen zal zij dan vlieden ? Waar zal de zonde een plek vinden en den Almiachtige ontvluchten ?

Door de ongehoorzaamheid van één mensch is de zonde in, de wereld gekomen en door de zonde de dood. (Rom. 5 : 12). Zij is er en zij is in de wereld, in Gods wereld, de wereld, welke Hij goed geschapen heeft. Dat is de werke­lijkheid, waarvoor de Heilige Schrift ons de oogen wil openen.

De zonde in de wereld gekomen. Hij, die te rein is dan dat Hij het kwade kan zien. Onbegrijpelijke werkelijkheid. Maar toch een werkelijkheid, die er niet zijn kan zonder een ondoorgrondelijke barmhartigheid Gods. Daar is toch geen schepsel, hetwelk Hem zou kunnen dwingen te gedoogen, wat in strijd is met Zijn Wil. Zoo gedoogt Hij het dan, omdat Hij wil. Hij heeft geen lust in den dood des zondaars, maar daarin, dat hij zich toekeere en leve. (Ezechiël 18 : 23 ; 33 : 11).

De zonde in de wereld, d.i. binnen de grenzen van Zijn goddelijke heerschappij. En toch buiten het Koninkrijk Gods, want de ongerechtigheid kan geen deel hebben aan de gerechtigheid. De zondaar geen deel aan de gerechtigheid. Toch bestaat hij in een Rijk, waarin geen schepsel zich roeren of bewegen kan zonder Zijn Wil.

Dat kan alleen zijn grond vinden in een goddelijke ontferming, welke zich niet laat weerhouden door den gruwel der verwoesting om Zijn heerlijkheid te openbaren en Zijn Rijk op te richten. Zoo draagt de hemelsche Koning een wereld van zonde in Zijn lankmoedigheid, omdat Hij gedachten des Vredes heeft gehad.

Het Koninkrijk Gods wankelt niet. Zijn heerschappij over alles gaat. Zij beluisteren niet geknot. Zijn recht niet verkort. Doch Zijn zaligmakende genade is over deze wereld opgegaan als een zon.

Het Koninkrijk Gods is een geestelijk Rijk en zij, die geestelijk verstaan, zien dat Zijn heerschappij over alles gaat. Zij beluisteren Zijn Woord in de werken Zijner handen. (Ps. 19). Zij roemen in de genade en achten de lankmoedigheid Gods tot zaligheid.

Het Rijk Gods ligt gebroken in den zondaar, omdat de zonde geen deel kan hebben aan de gerechtigheid en zonder God in de wereld leeft. Het Rijk Gods is niet in den mensch, het leeft niet in hem, en daarom staat hij er buiten.

„Uw Koninkrijk kome". „Het Koninkrijk Gods is binnen ulieden". Hoe is dat dan mogelijk ? Dat moet den mensch aangaan. De zonde is in de wereld gekomen en door de zonde de dood. Maar het Koninkrijk Gods is ook in de wereld gekomen. Het is te midden van u. Het Koninkrijk Gods weer in den mensch, d.w.z. de mensch, de zondaar weer in het Koninkrijk Gods opgenomen. Als dat mogelijk is, dan is er plaats  voor de bede : Uw Koninkrijk kome.

En daar is plaats voor, want de Christus heeft plaats voor die bede gemaakt, omdat Hij plaats voor den zondaar in Zijn Koninkrijk heeft bereid. In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen. Ik ga heen om u plaats te bereiden.

In Hem is de volheid der genade Gods openbaar geworden en alle verwachting vervuld dergenen, die op Hem hebben gehoopt en in Zijn Naam gelooven. Zij mogen instemmen met den lofzang van Zacharias, welke Christus' gemeente in adventstijd zoo gaarne op de lippen neemt : Lof zij den God van Israël, die naar Zijn liefderijk bestel, verlossing heeft teweeggebriacht.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1941

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

Uw Koninkrijk kome

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1941

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's