Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Evangelisaties

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evangelisaties

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Evangelisaties in een gemeente hebben eigenlijk alleen recht van bestaan, wanneer zij een tak van inwendige zending zijn, zoo luidt het rapport van Gemeenteopbouw.

Principieel gezien, zal niemand dat ontkennen en wij zijn het daarmede volkomen eens. Maar daar zijn andere Evangelisatie's van verschillende richtingen, die niet als een tak van inwendige zending worden beschouwd en het ook niet zijn. Zulke Evangelisaties zijn er van verschillende richtingen.

Tegen deze Evangelisaties is dat woord gericht. Eigenlijk hebt gij in een gemeente geen recht van bestaan. Eigenlijk niet, maar zij zijn er en Gemeenteopbouw ziet zich voor de taak gesteld tot een „normaler verhouding" van de Kerk en de verschillende Evangelisaties" advies te geven.

De eenige normale verhouding van de Kerk en deze Evangelisaties is, dat deze laatste er niet zijn. Immers deze Evangelisaties vergaderen een deel der gemeente tot de bediening des Woords in gemeenten, waar een officieele samenkomst der gemeente is. Dat is niet normaal. Normaal is, dat de gemeente saamkomt tot den officieelen Dienst des Woords.

Normaal is voorts, dat de officieele Dienst des Woords de zuivere prediking onderhoudt overeenkomstig de belijdenis der Kerk.

Wanneer dat geschiedt, is er geen plaats voor Evangelisaties, die naast de officieele samenkomst der gemeente, naar eigen inzicht of voorkeur, ook samenkomsten houden.

De behartiging der geestelijke belangen der gemeente, de zorg voor de instandhouding van den Dienst des Woords en de bediening der sacramenten is aan den Kerkeraad der gemeente en niet aan een vereeniging, welke zich daartoe opwerpt.

Er zal zeker onder ons niemand worden gevonden, die deze soort van Evangelisaties wel normaal vindt. Over dit punt behoeven wij niet verder te handelen. Zij, die een gereformeerde kerkorde voorstaan, zijn het over het abnormale van dergelijke toestanden eens.

Als de Synode dus naar den wensch van het rapport van Gemeenteopbouw te kennen geeft, dat deze Evangelisaties eigenlijk geen recht van toestaan hebben, heeft zij onzerzijds in beginsel geen tegenspraak te wachten.

Het doet echter ietwat ironiek aan, als Gemeenteopbouw de Synode adviseert te verzoeken dat Kerkeraden en Evangelisaties samensprekingen met elkander zoeken, om in nauwer en waardiger verband met elkander te gaan leven dan tot nu toe meestal het geval was.

Uit dien hoofde wezen wij er op, dat deze Evangelisaties niet het eenige gevolg zijn van de gezamenlijke schuld der kerk. Ook de gedeeldheid der Vaderlandsche Kerk is daarvan een gevolg.

Die Evangelisaties zijn er uit dezelfde oorzaak, waaruit de afscheidingen in de 19de eeuw voortkwamen. De kwaal werd niet aangegrepen. En al is het waar, dat het vraagstuk der Evangelisaties ons tegenover één der beschamendste en pijnlijkste ziekteplekken der kerk stelt, die ziekteplekken openbaren de krankheid.

Men kan die ziekteplekken niet cureeren zonder de krankheid aan te grijpen. Daarom zal de remedie, welke hier aanbevolen wordt, geen genezing kunnen brengen. De aanleiding tot het ontstaan en bestaan van de Evangelisaties, hier bedoeld, moet weggenomen worden. En die wordt weggenomen, indien de Kerk waakt over de openbare prediking, zoodat deze van alle kansels het officieele getuigenis van Christus' Kerk laat hooren.

Men bedenke daarom, dat de aanleiding voor vele Evangelisaties zou weggenomen zijn, indien de officieele prediking naar Schrift en belijdenis werd onderhouden. Waar dit niét het geval is, geeft de Kerk aanleiding tot oprichting van zulke Evangelisaties. De Kerk is hiervoor allereerst verantwoordelijk en niet de leiding der Evangelisaties. Het moet zelfs zoo worden gezien, dat de verantwoordelijkheid voor elkander mede een factor is om een prediking naar de belijdenis te zoeken, als de Kerkeraad in gebreke blijft te geven, waarop de gemeente recht heeft. Zoo zou de Evangelisatie zich ook op den eisch van gehoorzaamheid kunnen beroepen. Daarom wezen wij ook op de afscheiding.

De samenspreking van Kerkeraden en Evangelisaties, zoo luidt het rapport, kan alleen plaats vinden in gehoorzaamheid aan de Hei­lige Schrift en op den bodem van de belijdenisgeschriften der Ned. Hervormde Kerk.

Men zou daaruit kunnen lezen, dat aan Kerkeraden en Evangelisaties wordt geadviseerd, om in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en op den bodem van de belijdenisgeschriften de Ned. Hervormde Kerk, tot eenstemmigheid te komen.

Wellicht is dat ook de bedoeling. Het is ook goed, dat het initiatief tot zulke besprekingen aan den Kerkeraad wordt toegedacht. Zelfs bij de huidige bestuursorganisatie ligt het niet buiten de bevoegdheid van de Kerkeraden. De zelfstandigheid op zoo menig punt besnoeid, is op het stuk der leervrijheid ongerept en onverkort.

Het rapport wil een saamspreking op den grondslag onder ten 4e en ten 5e genoemd, d.i. in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en op den bodem der belijdenisgeschriften, en voorts in aanmerking genomen, dat alleen evangelisaties als tak van inwendige zending recht van bestaan hebben.

Hier steekt een idealisme achter, dat de mogelijkheid stelt van een eenstemmigheid op den gegeven grondslag, zoodat de evangelisatie verdwijnt.

Die mogelijkheid is er, indien aller haft wordt geneigd tot de gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift, zoodat allen „op den bodem" der belijdenis tot eenstemmigheid komen.

Het is toch duidelijk, dat de welbewust vrijzinnige, zoolang hij bij zijn vrijzinnigheid volhardt, zijn evangelisatie niet opheft, teneinde zich te voegen onder de gereformeerde belijdenis, zooalis die door de Kerk der reformatie wordt verstaan. Niemand kan ook verwachten, dat de man, die deze belijdenis van harte aanhangt, zijn evangelisatie laat varen, ten einde zich tevreden te stellen met een vrijzinnige leer.

En het staat onbetwistbaar vast, dat een samenspreking in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en op den bodem van de belijdenisgeschriften der Hervormde Kerk, slechts dan vruchtbaar zal kunnen zijn, indien zij tot eenstemmigheid voert in ons allerheiligst en Christelijk geloof, zooals dat intusschen door Schrift en belijdenis wordt geleerd en beleden. Zulk een eenstemmigheid zal althans in de fundamenteele stukken onmisbaar zijn om een gezonde kerkelijke saamleving mogelijk te maken.

Wij stelden gereformeerd en vrijzinnig tegenover elkander.

De orthodoxie heeft echter haar schakeeringen evenals de vrijzinnigheid, zoodat zelfs van vrijzinnige zijde is gesproken van dooreengeloopen kleuren. Het is daarom mogelijk, dat hier of daar kerkeraden en evangelisaties zijn, die aan de dooreengeloopen kleuren doen denken. Mogelijk, dat men daar tot eenstemmigheid kan komen. Wij laten dan in het midden, inhoeverre dat mogelijk is in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en op den bodem der belijdenisgeschriften.

Het is tenslotte ook niet van beslissende beteekenis of eenige kerkeraden en de in hun gemeente aanwezige evangelisaties tot overeenstemming komen. Het gaat om de eensgezindheid van alle kerkeraden, in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift.

Dat is het juist, wat de gemeenten verbindt onder den Heere der Kerk. Die eensgezindheid komt juist in het "wij gelooven allen met het hart en belijden met den mond" van de belijdenis der Kerk uit.

Zoo komen wij nog tot een andere stelling. Naast en tegenover de uitspraak, dat eigenlijk geen andere evangelisatie recht van bestaan heeft dan die een tak van inwendige zending is ; kunnen wij met gelijk recht zeggen ; dat geen kerkeraad eigenlijk recht heeft van de gemeenschappelijke belijdenis der Kerk af te wijken.

Zoo goed als het eerste woordje eigenlijk herinnert aan een kerkelijk normalen toemalen toestand, geschiedt dat ook door het tweede woordje eigenlijk. Het ware in de eerste plaats noodig er op te wijzen, dat de kerkeraden eigenlijk d.w.z. in het licht van een normaal kerkelijk leven, geen recht hebben van de gemeenschappelijke belijdenis af te wijken.

Het is hun roeping en opdracht de zorg over de kudde des Heeren in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in overeenstemming met de gemeenschappelijke belijdenis te behartigen.

Indien zij dat doen, kan 't woordje eigenlijk wegvallen. Dan hebben slechts die Evangelisaties rechl van bestaan, die een tak van inwendige zending uitmaken. Zij mogen bovendien op allen steun van de kerkeraden rekenen en eischen zelfs kerkelijke behartiging.

Als men terecht attendeert op de gezamenlijke schuld van de heele Kerk en van alle richtingen en groepen, dan raakt men aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid en roeping om alle krachten in het werk te stellen, opdat de gehoorzaamheid, waarop men wijst, in alle gemeenten wordt gebracht. Dit betreft dan ook inzonderheid de kerkeraden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 januari 1942

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

Evangelisaties

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 januari 1942

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's