Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De eenige manier om de kerk op te bouwen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De eenige manier om de kerk op te bouwen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Dit is verder de eenige manier om de kerk op te bouwen, dat de dienaars zelf hun best doen om voor Christus zijn gezag te bewaren, dat niet anders ongeschonden kan blijven, dan wanneer Hem gelaten wordt, wat Hij van den Vader ontvangen heeft, namelijk dat Hij de eenige Meester der kerk zij. Want niet van iemand anders, maar van Hem alleen is geschreven : „Hoort Hem".

In een enkele duidelijke uitspraak legt Calvijn ons hier de eenige juiste manier voor om tot ware kerk-opbouw te komen.

Het gezag van Christus moet worden bewaard.

Hij moet als de eenige Meester der kerk erkend worden.

Alleen naar Hem moet worden geluisterd.

We zouden het ook zóó kunnen zeggen. : De kerk, de dienaars der kerk, moeten hun best doen, dat het Woord het te zeggen hebbe, het Woord Gods, 's Heeren Getuigenis. Dat Woord moet gezag hebben in het kerkelijk leven en alleen naar dat Woord mag worden geluisterd. De Christus immers vergadert en bouwt Zijn kerk door Zijn Woord en Geest. Hij is daartoe gezalfd met den Heiligen Geest door den Vader tot profeet. Dat profetische ambt nu oefent de Zaligmaker nog steeds zelf uit. Hij heeft daarvan geen afstand gedaan ten behoeve van eenig mensch. Hij heeft dat ambt niet overgedragen aan een paus of bisschop ; Hij heeft ook geen enkele herder of leeraar tot Zijn zaakwaarnemer of plaatsvervanger aangesteld. Geenszins. Hij leert nog altijd Zelf Zijn gemeente door Zijn Woord en Geest. In den regel echter werkt de Heere ook hier middellijk. Hij oefent Zijn profetische ambt uit door middel van menschen. We moeten hierbij niet alleen denken aan de ambtsdragers, maar eveneens aan anderen, die de Heere, naar de genade, aan dezulken gegeven, als instrumenten in Zijne hand wil gebruiken. Geen enkele Christen toch mag zich aan de belijdenis van Gods Naam onttrekken. De gemeente zelf is profetesse. Bavinck heeft hierop gewezen in zijn dogmatiek, IV, blz. 399 vv. In het gezin onderwijst Christus door den vader, op de school door den onderwijzer, bij het huisbezoek door den ouderling en door al de geloovigen in hun onderling verkeer en in hun omgang met anderen. „Maar — en let hierop — Hij doet het inzonderheid op een onderscheidene wijze, ambtelijk, met uitdrukkelijk verleenden last en volmacht, in de openbare samenkomsten van het volk Gods, door den dienaar des Woords". De dienaren des Woords moeten het Woord des Heeren grondig en oprechtelijk aan hun volk voordragen en het toeëigenen, zoo in het gemeen als in het bijzonder, tot nuttigheid der toehoorders, met onderwijzen, vermanen, vertroosten en bestraffen, naar eens iegelijks behoefte, verkondigende de bekeering tot God en de verzoening met Hem door het geloof in Jezus Christus en wederleggende met de Heilige Schrift alle dwalingen en ketterijen, die tegen deze zuivere leer strijden.

Bavinck wijst dan verder op het recht en de plicht der kerk, die in deze macht om te leeren liggen opgesloten. In de eerste plaats moet de kerk zorgen voor of nauwlettend toezien op de opleiding van hare aanstaande dienaren. De kerk moet haar dienaren roepen, onderzoeken, zenden, bevestigen, onderhouden, door hun dienst het Woord Gods doen prediken aan geloovigen en ongeloovigen, om zoo de kerk Gods te bevestigen, uit te breiden en voort te planten onder het menschelijk geslacht.

Vervolgens heeft de kerk het recht en de plicht om het Woord Gods door middel van het ambt te bedienen in verschillenden vorm naar elks behoefte, bepaaldelijk in den vorm van melk aan de jeugdige, en in dien van vaste spijze aan de volwassen leden der gemeente, maar voorts aliijd zoo, dat de volle raad Gods, de gansche rijkdom van zijn Woord ontvouwd en overeenkomstig de behoeften van elk volk en land, van elke eeuw en tijd, van iedere gemeente en van alle geloovigen in het bijzonder ontwikkeld en toegepast wordt. In de derde plaats moet en mag de kerk het Woord Gods bewaren, vertalen, uitleggen naar den regel des geloofs, verdedigen tegen alle bestrijding der leugen en alzoo de gemeente bouwen op het fundament van apostelen en profeten en haar te doen zijn een pilaar en vastigheid der waarheid, een zuil en grondslag, die de waarheid draagt, ze uitstalt voor ieders oog en aan allen kenbaar maakt.

Ter fundeering van deze uitspraken worden door Bavinck meerdere Schriftplaatsen genoemd. Hij gaat voort met er op te wijzen, dat de kerken de rechtstreeks uit het voorgaande voortvloeiende bevoegdheid hebben; om de waarheid, die deze kerken gelooven, te belijden en als belijdenis in haar midden te handhaven.

Alle bezwaren, welke hier tegen ingebracht worden, dat n.l. het opstellen van bindende confessies in strijd is met de algenoegzaamheid der Schrift, de Christelijke vrijheid vernietigt, eene ondragelijke tyrannic invoert, verder onderzoek en voortgaande ontwikkeling afsnijdt, stuiten af op de duidelijke roeping der Schrift, dat de kerk een pilaar en vastigheid der waarheid moet zijn, die waarheid voor alle menschen moet belijden, die van de leer afwijken moet mijden, en het Woord Gods tegen alle bestrijders moet handhaven.

In een wereld vol leugen en bedrog — aldus Bavinck — kan een kerk niet zonder een regel des geloofs bestaan. Zonder een vaste belijdenis wordt de kerk aan allerlei dwaling en verwarring ten prooi en onderworpen aan de tyrannic van boven drijvende richtingen en meeningen. Zulk een belijdenis doet aan de volmaaktheid der Heilige Schrift niet af. Zij spreekt niet anders uit, dan wat in de Schrift is vervat ; de belijdenis staat niet naast, veel minder boven, maar diep onder de Heilige Schrift.

De belijdenis is altijd examinabel en revisibel aan de Schrift.

Door deze belijdenis dwingt de kerk niemand, ze dwingt ook het onderzoek niet.

Ingebrachte bezwaren worden onderzocht naar de eisch van de belijdenis zelve.

Maar de kerk moet weigeren zich tot een soort debatteerclub of philosofisch genootschap te laten verlagen. Dan geldt heden voor waarheid, wat gisteren leugen was. Dat mag in een kerk alzoo niet zijn. De kerk is niet aan een baar der zee gelijk, maar aan een rots, pilaar en vastigheid der waarheid.

Klaar wordt ons het recht en de plicht der kerk voor oogen gesteld om het Woord te bewaren en te verkondigen ; om belijdenis af te leggen in het midden der wereld van wat dat Woord zegt ; om met Gods Woord als belijdende kerk te staan en te arbeiden. Zoo alléén zal het gezag van Christus bewaard worden. Tevens wordt ons daarom hier de weg getoond tot ware gemeente-opbouw. Want — helaas — nu wordt in onze kerk met het gezag van Christus en met Zijn Woord niet gehandeld, zooals hier ons, naar de Schrift, wordt geleerd.

Nu is er wel plaats voor een debatteerclub of philosofisch genootschap.

En zoolang dat zoo is, zal alle arbeid, welke in de kerk wordt verricht, daarvan het stempel dragen. Dat zal ongetwijfeld ook weer gebleken zijn op de buitengewone Classicale Vergaderingen, die de vorige week werden gehouden.

We mogen en moeten ons daar ook telkens beroepen op het Woord Gods. We hebben ook wel een belijdenis, welke zegt wat de kerk van dat Woord gelooft. Maar niemand is daaraan gebonden. Ook de gedelegeerden niet, die de kerkeraden komen bezoeken en hun arbeid tot gemeente-opbouw verrichten. Ongetwijfeld zullen er gedelegeerden zijn, die zich persoonlijk gebonden weten aan de Schrift, zooals de belijdenis onzer kerk daarvan spreekt. Zij zullen dan niet nalaten te ijveren voor het gezag van Christus, naar het Woord Gods. Maar hebben ze een andere meening, ook dan zijn ze vrij, deze te verkondigen. Komen ze met een anderen Christus dan den Christus der Schriften, naar de belijdenis der kerk, komen ze met een héél andere Schriftbeschouwing dan die, welke in overeenstemming is met de belijdenis, ze kunnen deze vertellen en voorstaan. Want er is geen kerkelijke binding aan het Woord, naar de belijdenis. Vandaar kan er een fundament voor gemeenteopbouw worden aangewezen, dat geheel ondeugdelijk is, zand en geen steenrots. De huidige toestand der kerk biedt geen enkele waarborg, dat dit niet zal geschieden. Dit brengt mee, dat wij in dezen tijd hebben te waken en te arbeiden. Wat ondertusschen niet wil zeggen, dat wij eenige reden zouden hebben laatdunkend op anderen neer te zien en onszelf te verheffen. Wij hebben alle reden ons te verootmoedigen voor Gods heilig Aangezicht.

Maar krachtens de roeping Gods hebben wij niet minder reden overal onze stem te doen hoor en, ja, waarvoor ? Voor het gezag van den Christus. Voor het gezag van het Woord. Waaronder allen en een ieder hebben te buigen. Alle eigenverzonnen meeningen en stelsels hebben in de kerk van Christus geen schijn van recht. Voor twee gelooven is geen plaats. Alleen maar voor één geloof, dat den Christus der Schriften tot inhoud heeft, dat gewrocht is door den Heiligen Geest. Een geloof, dat van de Schrift getuigt wat de kerk belijdt in hare belijdenis (zie art. 3—7 van de Nederl. Geloofsbelijdenis).

In de worsteling der geesten hebben we onvermoeid voor dit geloof op te komen. Want dat is opkomen voor het gezag van Christus en Zijn Woord. En alléén op deze manier wordt de kerk opgebouwd naar 's Heeren wil.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 januari 1942

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

De eenige manier om de kerk op te bouwen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 januari 1942

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's