Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Socialisme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Socialisme

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verschillende vragen geven ons aanleiding om wat nader in te gaan op het onderwerp socialisme en democratie.

Wat is socialisme ? Het woord komt van socius, d.i. makker. Denk aan het woord maatschappij — saamleving en saamwerkirig —, waarin men elkanders maat is. Een mensch is een sociaal wezen, d.i. een wezen, dat in gemeenschap leeft en wel krachtens zijn natuur. Wij staan niet ieder op zich zelf naast elkander, alsof ieder mensch een schepsel op zich zelf ware. Het eigenlijk sociale vindt zijn wortel in de eenheid van het menschelijk geslacht, dus in het feit, dat wij allen in Adam onzen stamvader hebben, zooals de Heilige Schrift ons leert. Wij hebben er in ander verband al eens op gewezen, hoezeer wij elkander ook als Nederlanders in den bloede verwant zijn. Als wij zeggen d e mensch, dan zeggen wij de menschheid.

Het bevel des Heeren: „Gij zult uw naasten liefhebben als uzelf', drukt den wil Gods uit, maar gelet op de leer der Schrift aangaande de eenheid van het menschelijk geslacht, zien wij, hoe het gebod der naastenliefde geheel sluit op die eenheids Het sociale wezen van den mensch is dan ook zoo wezenlijk, dat de enkele mensch niet zonder de anderen kan leven. Denk aan den langdurigen tijd der onvolwassenheid van den jongen mensch, die de ouderlijke zorg niet kan missen. Maar denk er ook aan, dat ook in een eenvoudigen cultuurtoestand wat in het gezin schier geheel in eigen behoefte kan voorzien, dan noopt nog de strijd tegen wilde dieren en gevaren tot gemeenschappelijk optreden en saamwerking. Vanwege de zonde werd deze strijd ook een strijd van mensch tegen mensch, doch ook in deze gebrokenheid van het sociale geheel, blijft het gemeenschapsleven der deelen.

Bij de voortschrijding der cultuur wordt het sociaal proces steeds meer ingewikkeld. De menschen gaart zich toeleggen op bijzondere takken van landbouw en nijverheid. De producten worden uitgewisseld. Handel en transportwezen worden op zich zelf bedrijven. En naarmate deze ontwikkeling van bijzondere bedrijven voortgang vindt, nemen de behoeften in omvang en veelheid toe, en hoewel de onderlinge verbindingen in feite toenemen, gaat men er hoe langer zoo minder van gevoelen. Men gaat naar den winkel en koopt, wat men wenscht en noodig heeft, maar men gevoelt niet, dat er ergens een meubelmaker onze meubelen, ergens een schoenmaker onze schoenen, ergens een kleermaker onze kleeren zit te maken. En zoo is het besef ook onzerzijds weg gezonken, dat wij ons beroep uitoefenen ten behoeve van anderen, die op hun beurt uit onzen arbeid worden voorzien.

Hierbij speelt het geld een rol. Wij zouden het sociaal verband meer gevoelen, indien wij met de vrucht van onzen eigen arbeid naar onzen naaste moesten gaan om voor de vrucht van zijn arbeid, waaraan wij behoefte hebben, te ruilen. Zoo is het uit den aard der zaak begonnen. Trouwens in de minder ingewikkelde gemeenschapsvormen is het sociale gevoel veel en veel sterker, voornamelijk onder invloed der religie, welke de sterkste sociale binding geeft.

Het geld als ruilmiddel werkt neutraliseerend, het naakt distantie tusschen den eenen en den anderen producent. En dat neemt nog toe met de massaproductie. De handel en de winkel komt tusschen beiden en de menschen schijnen minder afhankelijk van elkander. Geld is het gewenschte artikel. Van geld schijnt men afhankelijk te zijn. Wie geld heeft, kan koopen. En wijl arbeid de weg is om aan geld te komen, gaat men zijn arbeid in geld omzetten, men kan haast zeggen zijn arbeid verkoopen.

De verhouding arbeid—levensroeping wordt verengd tot arbeid—levensonderhoud en verlaagd tot arbeid— geld. De arbeid wordt vermaterializeerd en de geestelijke roeping raakt uit het gezichtspunt. Arbeid wordt voor velen een noodzakelijk kwaad, een zwoegen, een geldjacht en ook een juk. Niet alleen het roepingsbesef gaat teloor, ook het poëtische gaat er af, naarmate het arbeidsmechanisme, de machine en de massaproductie toenemen. Men vergelijke maar eens het rythme van den landarbeid bij de wisseling der jaargetijden met het dreunen van den hamerslag in de fabriek en den enerveerenden gang van den loopenden band.

Is het wonder, dat het sociaal gevoelen onder dit alles moest teloor gaan ? En dan spreken wij nog niet over de tegenstellingen, die tot den klassenstrijd hebben geleid en de in dit alles werkzame invloeden van ontkerstening en religieuse verwildering. Men wil het niet toegeven, maar men zal niet kunnen ontkennen, dat de religie ook in den modernen tijd nog haar sociale kracht openbaart, zij het ook, dat dit tot een maatschappelijk isolement moest leiden van het belijdend Christendom en tot velerlei Christelijke organisaties heeft geleid.

Is het wonder ook, dat de historie, naarmate de binding der religie zwakker werd gevoeld en de maatschappelijke ontbinding in gelijke mate toenam, een streven naar socialisme opkwam ? En dat streven is niet van vandaag of gisteren, maar baant zich langzaam maar zeker een weg in de geschiedenis van het moderne leven, als een natuurlijke reactie op de dreigende ondermijning van de gemeenschap, om allengs tot een beweging uit te groeien, die de massa onder de bekoring harer idealen zoekt te brengen, welke een paradijs op aarde beloven.

Ook het sicialisme heeft zijn geschiedenis en zijn verscheidenheid van ideologieën en van wegen en middelen, die tot haar verwezenlijking zouden kunnen voeren, naar de inzichten harer verdedigers. Het ontleent zijn kracht en aanhang aan wat als sociale ongerechtigheid en wantoestanden wordt gezien en ervaren. Het richt zich tegen den Mammon van het geld, hoewel het in den grond der zaak voor dien afgod buigt, als het de eigenlijke doelstelling poneert in een betere, meer rechtvaardige, of hoe men dat nader kwalificeert, verdeeling der goederen.

Men moge dit in allerlei vorm van idealisme inkleeden, in beginsel is het socialisme materialisme. De kerngedachte van het socialisme is bij alle verscheidenheid van kleur en tint socaliseering.

Wat is socialiseering ?

Socializeeren bedoelt sociaal maken, d.i. aan de maatschappij, aan de gemeenschap brengen. De bedoeling van het socialisme is dan de productiemiddelen aan de gemeenschap brengen.

Wat zijn productie-middelen ?

Alles wat noodig is om voort te brengen : t.w. in de eerste plaats wat noodig is om te voorzoen in het levensonderhoud : voedsel, kleeding, woning, dekking. Derhalve: landerijen, de grond, de zee (visscherij), de fabrieken, en voor 't transport de wegen en transportmiddelen, kortom alles wat voor de verschillende bedrijven noodig is. Dit alles zou men aan de gemeenschap, zeg aan den staat, willen brengen.

Het communisme wil nog een schrede verder gaan en ook de consumptie-middelen socialiseeren.

Wie zich rekenschap geeft van deze dingen, en zich zulk een toestand eens indenkt, zal onmiddellijk begrijpen, dat socialiseering dus den vrijen eigendom moet opheffen. Als al de productiemiddelen aan de gemeenschap behooren, zijn deze niet meer eigendom van een persoon. De landman zit niet meer op zijn eigen boerderij, de fabrikant niet in eigen fabriek. Zij worden pachter of bedrijfsleider.

Wij gaan thans nog niet verder op deze zaak in. Een ieder trachte zich maar eens in te denken, hoe het in zulk een maatschappij zou toegaan. Wij spreken daarover dan nog eens met elkander.

Nu nog een woord over de opheffing van den privaten eigendom. Schriftuurlijk is dat zeker niet. En een ieder kan begrijpen, dat deze niet alleen den stoffelijken kant raakt. De opheffing van den goedereneigendom heeft ook een geestelijken kant en beteekent zonder beding beperking en knotting van de persoonlijke vrijheid. De persoonlijkheid komt in het gedrang.

Er zijn er, die dit inzien en daarom spreken van personalistisch socialisme. Dit is zoo iets als een vierkante cirkel en komt op uit een idealisme, hetwelk misleiden zal degenen, die daarvan verwachting koesteren.

De waardeering der persoonlijkheid komt bij alle socialisme in het gedrang. Persoonlijkheid wordt ontdekt en geëerbiedigd in de religie. Persoonlijkheid is het geheel eigene, dat een iegelijk onzer van God heeft ontvangen en waardoor ieder onzer van ieder ander is onderscheiden. En met onze persoonlijkheid als zulk een bijzondere gave Gods hangt weer onze van God gegeven bestemming in het leven samen. Daaruit komt weer voort, dat wij in het leven zoo heel verschillende behoeften hebben om onze bestemming te kunnen vervullen. En zoo is de private eigendom maar niet een menschelijke vinding, welke wij zonder schade aan den kant kunnen zetten, maar een goddelijke ordening.

Zooals werd opgemerkt, valt over deze dingen nog veel meer te zeggen. Wij laten het thans hierbij om aan te toonen, dat een Christen niet mede kan werken met het socialisme, welke bijnaam of dat ook draagt, en daarom ook niet met de Partij van den Arbeid.

Maar allen, die zich met den naam van Christenen sieren, moeten elkander zoeken en als één man opkomen niet voor eenig socialistisch ideaal, dat uit den mensch is, maar voor een Christelijke levensorde, die den God der Schriften als Schepper en Onderhouder erkent. Zijn hoog gezag eerbiedigt en een burgelijke gerechtigheid naar den norm van Zijn wet in eere houdt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 februari 1946

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Socialisme

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 februari 1946

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's