Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De bekeering van den Stokbewaarder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bekeering van den Stokbewaarder

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lieve Heeren! wat moet ik doen, opdat ik zalig worde? En zij zeiden: Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden. Hand. 16 : 30, 31.

In deze tekst hebben wij de groote levensvraag ; de vraag naar het behoud, en het eenig juiste, verlossende antwoord bij monde van den apostel Paulus.

De vraag wordt gesteld door iemand, waarvan wij 't allerminst zouden verwachten : een stokbewaarder in de heidensche stad Filippi. Zulke menschen behoorden niet tot de teerhartige, fijnbesnaarde zielen ; integendeel waren zij vaak berucht om hun hardheid en wreedheid. Ook deze man is, ook al was hij misschien vroeger anders geweest, ruw, zonder veel scrupules. Door zijn werk had hij het leven leeren kennen in zijn rauwheid en zondigheid. Veel idealen zullen hem niet zijn overgebleven, 't Gevolg was, dat hij ook de misdadigers, die aan zijn zorg werden toebetrouwd, kwalijk behandelde. De omgeving, waarin men verkeert en de personen, waarmede men omgaat, hebben een niet te onderschatten invloed. En toch deze stokbewaarder, deze „zondaar", is een gekende des Heeren en mede om hem als een brandhout uit 't vuur te rukken, wordt Paulus naar Filippi gezonden om 't evangelie er bekend te maken.

De booze is echter steeds er op uit om de uitbreiding van 't Godsrijk te verhinderen. Zoo ook hier. Een waarzeggende dienstmaagd, die haar meesters veel gewin bracht, roept Paulus en Silas na : „Deze menschen zijn dienstknechten Gods des Allerhoogsten, die ons den weg der zaligheid verkondigen." De apostel echter is daarvan niet gediend ; hij wenscht geen hulp te ontvangen uit het rijk der duisternis en daarom gebiedt hij den onreinen geest in Jezus' naam uit te gaan. Als nu de heeren van dit meisje bemerken, dat zij geen geld meer met haar kunnen verdienen, koelen zij hun woede door Paulus en Silas voor de stedelijke overheid te sleepen. Zonder vorm van proces worden zij gegeeseld en aan den stokbewaarder in bewaring gegeven. Hij weet wel hoe hij die verachte Joden, die zulk een vreemde leer verkondigen, waardoor de voorvaderlijke godsdienst wordt aangetast, moet klein krijgen. In de donkerste, muffigste kelder worden ze opgesloten, de voeten in 't blok. Nu acht de duivel hen onschadelijk. Maar ook der boozen raad wordt door den Heere gebruikt tot volvoering van Zijn heilsplan, want, al is 't op een eigenaardige wijze, zoo komt de stokbewaarder in aanraking met de gezanten van Christus. En reeds dadelijk zal hij een levendigen indruk ontvangen hebben van wat 't evangelie uitwerkt in den mensch. Paulus en zijn metgezel vloeken niet, razen niet, maar blijven ook in den kerker minzaam, blijmoedig, ja, zij bidden en loven God. En als daar 's nachts 't wonder der aardbeving volgt en hij door 't vriendelijk vermaan van den apostel behoed wordt de hand aan zichzelf te slaan, openbaart zich aan 't hart van den cipier een voor hem onbekende wereld ; ja, dan komt hij door den Geest in aanraking met den Onbekende, Wiens dienaars hij in arrest houdt. Een groote verandering grijpt er bij hem plaats. Hij ziet zijn zonde en gevoelt hoe God op hem vertoornd is vanwege zijn leven, dat hij tot nu toe leidde, vanwege zijn vele misdaden. En dit doet hem in zijn zielebenauwenis de groote vraag stellen : wat moet ik doen om zalig te worden? Welke weg moet ik gaan om behouden te worden van den toorn Gods ? Deze vraag van een verontrust geweten naar God, naar verzoening met Hem, is telkens gesteld in allerlei toonaard. Hij komt niet op bij den man van de wereld. Deze vindt verzadiging in 't goed hier beneden. Van nature wordt hij niet bekommerd om zijn ziel en hare redding, want hij kent God niet en zijn schuld niet. En 't vreeselijke is, dat ook velen, die leven onder de prediking van 't evangelie en 't soms zoo goed weten, nog nimmer deze vraag in ernst gesteld hebben. En toch, zal 't wel zijn, zoo moet deze vraag oprijzen uit 't diepst van ons hart, dat bekommerd is vanwege zijne zonde. 

Deze vraag van den stokbewaarder is dezelfde als die van den Catechismus : Is er eenig middel om de straf te ontgaan en wederom tot genade te komen ? Deze vraag is geen vrucht van eigen akker, maar wordt gewerkt door den H. Geest. Uit zichzelf zou die cipier te Filippi er nooit toe gekomen zijn. Het is niet desgenen, die wil, noch desgenen, die loopt, maar des ontfermenden Gods. De stokbewaarder van Filippi is een exempel van wat vrije genade en Gods vrijmachtig welbehagen vermag. Juist daarom behoeft niemand te twijfelen aan zichzelf, of er voor hem nog redding is. Want wie waarlijk verslagen van hart is en van zijn hooge voetstuk is afgebracht, zal worden opgericht. Zingt de dichter er al niet van : „Al 't volk, gansch hulpeloos tot Hem gevloden, zal Hij ten redder zijn."

Maar welk antwoord geven nu Paulus en zijn metgezel? Als daar zoo'n waarlijk heilbegeerige ziet tot hen komt, als daar die man, die hen nog zoo kort tevoren mishandeld heeft, aan hun voeten ligt met de vraag naar zijn zaligheid, geven zij hem 't eenige juiste antwoord, dat een bekommerde ziel kan bevredigen : „Geloof in den Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden !" Lijkt ons dat niet al te simpel, te vanzelfsprekend ? En toch in Jezus Christus en 't geloof, in deze twee ligt al 't heil besloten en is 't evangelie vervat. Jezus Christus sluit alle zaligheid en 't eeuwige leven volkomen in zich. Hij is de eenige weg tot God. De Middelaar, die ons met God verzoend heeft. Hij heeft een eeuwige verlossing tot stand gebracht. Als ik Hem maar heb, dan heb ik alles. In Hem alleen vindt de door schuld verslagene en onder zijn zonde gebogene de rust en de blijdschap, die nimmer van hem voor goed zullen worden weggenomen. Maar buiten den Heere is er een eeuwig verderf.

Daarom wie dien Heiland verwerpt, voor dien blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonde. En de eenige weg om deel te hebben aan Christus en Zijn heil is het geloof ! Geen deugden, geen werken, geen bevindingen brengen den zondaar één stap dichter bij de zaligheid. Zij wordt ons enkel geschonken om niet, uit genade, door 't geloof in den Christus. Als wij ons van harte aan Hem overgeven, ons op Hem laten zinken als op den eenigen, vasten bodem, ons aan Hem vastklemmen met al de vezels der ziel, dan zijn we gered. Dit zaligmakend geloof is ook een gave Gods. Er is niets bij van den mensch. 't Wordt gewerkt op onnaspeurlijke wijze door den H. Geest, die 't zielsoog op den Heere richt.

Hoe is 't met u, lezer ? Is de vraag van den stokbewaarder reeds in u levend geworden? Wij bekommeren en verontrusten ons over vele dingen ; dat we toch meer bezorgd werden om eigen zieleheil. Bidt den Heere om Zijn Geest. Hij zal Hem schenken naar Zijn belofte aan ieder, die Hem met hartelijke zuchten daarom vragen.

En als gij iets kent van de verontrusting van den stokbewaarder, luistert dan naar 't woord van den apostel: Geloof in den Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden. En als gij twijfelt aan de echtheid van uw geloof, zie dan eens naar den stokbewaarder. Hij geloofde ook en zijn geheele huis, maar 't was geen dood geloof, maar een geloof, door de liefde werkende. Hij nam Paulus en Silas in zijn huis, zich niet bekommerend om wat de magistraat zou zeggen en wiesch hun wonden. Wie waarlijk gelooft, betoont dat in zijn leven door te wandelen in 's Heeren wegen, de zonde te haten en de broeders lief te hebben. Dit is echter alleen mogelijk, als we steeds verbonden zijn met Christus. Hij is de bron van ons leven. Welzalig hij, die al zijn kracht en hulp, alleen van Hem verwacht, die kiest de welgebaande wegen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1946

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

De bekeering van den Stokbewaarder

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1946

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's