Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Enkele opmerkingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Enkele opmerkingen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

over het boek van Ds. van Ruler

Het zal de meelevende lezer duidelijk zijn, dat hiermede het werk „Religie en Politiek" bedoeld wordt en hij zal ook verstaan, dat ik na hetgeen in mijn vorige artikelen gezegd is hieraan moeilijk kan voorbijgaan. Er staan vele dingen in, die ik met instemming heb gelezen ; ik bewonder de virtuositeit, waarmede hij het ten tijde onzer Vaderen bestaande systeem heeft pasklaar weten te maken, althans wat meer acceptabel voor de onze. De kwaliteit van het werk verdient het, dat bekwamer pen dan de mijne zich daarmede bezig houdt. Toch kan ik niet nalaten eenige opmerkingen te maken omdat een en andermaal het werk mij tot tegenspraak dringt en hij de kerk een taak wil schenken, die geen der reformatoren aan de kerk geeft.

Ds. van Ruler wil, dat er politieke organen door en in de kerk gevormd zullen worden, die op deskundige wijze de overheid zullen kunnen voorlichten, ja zoo noodig ook controleeren of de overheid wandelt in het licht van Gods Woord. Volgens hem is er een vertegenwoordiging van het volk bij de overheid. Maar zij mag niet de taak van de overheid willen overnemen en gaan regeeren (juist !) En zij mag ook niet de taak van de kerk willen overnemen en gaan controleeren en critiseeren aangaande de richtlijnen van het regeeringsbeleid. Dit laatste acht ik nu niet juist. Het is niet mogelijk een scheiding tusschen het practische en het principieele in een wetsontwerp aan te brengen. Deze loopen door elkaar. Wat voor taak zou er nog voor de vertegenwoordiging des volks overschieten ? Er wordt hier een taak aan de kerk opgedragen, die Voetius en Trigland niet aan de kerk wilden opdragen en ook is het m.i. niet overeenkomstig de door Calvijn getrokken lijnen.

Ds. van Ruler wacht er zich natuurlijk voor om formeel op de Roomsche lijn te komen d.w.z. hij handhaaft de vrijheid van de overheid om niet, te doen wat de kerk zegt, maar overigens zou een Roomsche houding t.o.v. de overheid met zijn beschouwingen volkomen vrede kunnen hebben mutatis mutandis natuurlijk. Dit is m.i. heel wat anders dan de scherpe onderscheidingen, die Calvijn ten beste geeft en ik geloof dan ook niet, dat dit in den geest der Reformatie is.

Het is eigenaardig, dat terwijl m.i. in dit opzicht de schrijver zich van de reformatorische gedachten verwijdert, hij in ander opzicht zich door de historische gebruiken der 17de eeuwsche kerk laat leiden, terwijl zij principieel nauwelijks of niet te rechtvaardigen zijn.

Zoo zegt hij : De oude theocratische bepaling b.v. dat de plaatselijke overheid het recht van approbatie heeft, wanneer de kerkeraad een nieuwen predikant beroept, is alleszins aanvaardbaar. De dienaar des Woords immers is in een min of meer theocratisch geordend gemeenebest op een geprononceerde plaats gesteld ; hij is een burger met een belangrijk openbaar ambt ; de overheid heeft het recht, zich er van te gewissen, dat zijn persoon de gaven niet mist om tot heil van het gemeenebest zijn bijzondere plaats in te nemen.

Wanneer wij zien hoe hopeloos verdeeld de theologen der 17de eeuw zijn, als zij deze approbatie willen verdedigen en hoe zeer zij elkander tegenspreken, dan pleit dit niet voor deze instelling. En als we dan lezen, dat Koelman erkent, dat de Synode van Den Haag van 1586, gelijk de Synode van 1619 dit artikel niet zou hebben opgenomen, wanneer het er niet om te doen was geweest om een volle politieke bevestiging van de kerkorde te verkrijgen, dan geloof ik, dat we het meest in de lijn van Calvijn zijn door te zeggen, dat deze approbatie een indringen wordt in de zaken der kerk, dat aan de overheid niet toekomt. De geschiedenis is voldoende bewijs om de juistheid er van aan te toonen.

Zoo acht ds. van Ruler ook de theocratisclie bepaling, dat de overheid in de personen van politieke commissarissen zitting heeft in de vergaderingen der kerk, alleszins aanvaardbaar, als men bedenkt dat zij straks de besluiten der kerk, welke betrekking hebben op de kerstening van het openbare leven, heeft uit te voeren.

Gezien de historische ontstaanswijze van dit instituut, dat het van den beginne alzoo niet is geweest acht ik dit niet aanvaardbaar, en of de overheid besluiten der kerk wenscht uit te voeren zal zij zelve te beslissen hebben ; daarvoor zijn geen politieke commissarissen noodig. De invoeringt van dit instituut had een beïnvloeding van de kerk door de overheid ten doel, die zeker niet te verantwoorden is vanuit de zelfstandigheid van de kerk.

Ds. van Ruler zegt wel, dat als men de kerk alleen maar zou laten toezien, als de overheid bezig is, en haar alleen maar laten spreken, als het den verkeerden kant uitgaat, zonder dat zij zou zeggen, hoe het dan wel moet, dan ware dat een te minimale en te steriele bepaling van de verhouding van de kerk en den staat. Maar ik geloof, dat dit meer in overeenstemming is met de lijnen door Calvijn getrokken dan zijn opvattingen. Ik ben geen theoloog, maar ik kan mij niet onttrekken aan de gedachte, dat de schrijver zich te veel door een hoogkerkelijke opvatting van het kerkbegrip laat leiden. Onze vaderen was dit vreemd. Daarom blijf ik bij de conclusie een vorig maal reeds getroliken, dat alleen bij schreeuwende zonden de kerk heeft te spreken.

(Harderwijk)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1947

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

Enkele opmerkingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1947

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's