Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In Christus geheiligd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In Christus geheiligd

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Of gij niet bekent, dat zij in Christus geheiligd zijn en daarom als lidmaten Zijner gemeente behooren gedoopt te wezen ?

Deze vraag van het Doopformulier is aanleiding geworden tot moeilijke theologische kwestiën. In Christus geheiligd. Leden van Zijn gemeente.

Wat moet men daaronder verstaan. Zijn de kinderen van geloovige ouders leden van Christus' gemeente, omdat zij uit geloovige ouders geboren zijn ? Is genade erfgoed ?

Moet men aannemen, dat de kinderen der geloovigen, op welke wijze dan ook, de zaligmakende genade Gods deelachtig zijn ?

Moet men de wedergeboorte onderstellen ?

Ziedaar tal van vragen, die ten slotte toch om hetzelfde punt draaien.

Daaraan sluit een aantal vragen, als volgt:

Leden van Christus' gemeente, ziet dat op de kerk in haar uitwendige verschijning, of op het geestelijk lichaam van Christus ?

Staan de jonge kinderen in het genadeverbond, ja dan neen ? Zoo ja, hoe neemt gij dit genadeverbond, uitwendig of inwendig ?

Met wie heeft God Zijn verbond gesloten ?

Ook deze vragen raken weer aan hetzelfde punt en zij verraden met de onderscheiding inwendig en uitwendig ook al eenige theologie.

Wat zullen wij op deze en dergelijke vragen antwoorden ? De Gereformeerde Kerken zijn daarmede van 1905 en eigenlijk reeds sedert de scheiding bezig en scheuren uiteen. Nog nooit is het gereformeerd kerkelijk leven zoover van zijn oorsprong en aard verwijderd geweest als in onzen tijd. Hoe hopeloos zijn de belijders der gereformeerde religie verdeeld, omdat de een het al beter meent te weten dan de ander.

Het ware te wenschen, dat alle gereformeerden wederkeerden tot de Wet en het Getuigenis en daarin den grond, en de gemeenschap des geloofs weer vonden.

Terug naar de waarachtige Schrifttheologie naar het voorbeeld van den echten Calvijn, dat hebben wij noodig.

De Heilige Schrift zal het antwoord geven en boven of buiten haar geen kennis der goddelijke dingen. Of dan al die vragen niet gewichtig zijn ?

Dat is zeer ongelijk. Sommige brengen ons in beuzelingen, die eer schadelik dan bevorderlijk blijken te zijn voor de openbaring der kerk op aarde, laat staan in den hemel.

Beginnen wij bij het begin. In Christus geheiligd. Ziet dat op de afzondering van het heldendom, zooals het voor oogen is, op de scheidslijn tusschen de kerk en het heidendom in hun aardsche onderscheiding, of bedoelt het de heiliging in geestelijken zin. Heel concreet gezegd, bedoelt dat woord geheiligd wedergeboren, levend lidmaat van Christus' lichaam, of beteekent het onderscheiden van de wereld, die God niet in erkentenis houdt ?

Indien wij ons alleen door Gods Woord laten leiden, dan kan het antwoord niet twijfelachtig zijn. Wij denken aan 1 Cor. 7 vs. 14, waar gesproken wordt van den ongeloovigen man, die geheiligd is door de vrouw, en de ongeloovige vrouw, die geheiligd is door den man. Van hun kinderen wordt dan gezegd, dat zij heilig zijn.

Niemand zal het woord geheiligd hier verstaan in den dieperen geestelijken zin, want het geldt een ongeloovigen man of een ongeloovige vrouw. Het geloof van den man of van de vrouw zet het geheele gezin bij de kerk, zondert het geheele gezin at van het heidendom.

Er is geen enkele grond om de vraag van het Doopformulier anders te verstaan dan in den zin van een afgezonderd zijn van het heidendom en dat zij daarom als leden van Christus' gemeente behooren gedoopt te wezen.

Maar dit laatste dan ? Als leden Zijner gemeente. Is dat dan ook uitwendig ? Hoe zou het anders zijn ? Er is hier toch sprake van menschen op aarde ! In den hemel wordt niet gedoopt. Wij hooren niet, dat Christus gedoopt heeft, Hij liet dat aan Zijn discipelen over. Waarom ? Omdat Hij zelf den Doop met den Heiligen Geest bedient. De prediking des Woords en de bediening der Sacramenten behooren bij de aardsche bedeeling. Zij brengen ons bij de kerk op aarde, die als zoodanig niet het lichaam van Christus is, maar waarin dat lichaam openbaar wordt .

Dank zij het Verbond der genade, is er een kerk op aarde, dank zij de hemelsche barmhartigheid is er een afzondering van de wereld. Het Evangelie des Kruises trekt een scheur door de wereld, ja, Christus zelf trekt die scheur door de wereld, welke voor den dag komt in de scheiding kerk en wereld.

Daarop ziet de vraag van het Doopformulier en iets anders kunnen de opstellers niet bedoeld hebben. Maar — zij hebben er een beter gezicht op gehad dan onze tijd. Zij geloofden niet alleen aan en in de souvereiniteit Gods, maar beleefden dat geloof ook. Alles in Gods hand en onder Zijn leiding. Niets buiten Zijn voorzienig bestel om. Hij bepaalt de plaats onzer woning. Hij doet ons geboren worden. Den één onder de Papoea's, den ander onder de Russen, een ander in een gezin, waarin de vreeze des Heeren woont.

Gods voorzienigheid deed ons in de kerk geboren worden en niet in een heidensch gezin. Reeds daarin is een heiligende, d.i. afzonderende daad Gods, waarop de Heilige Schrift ons wijst.

Tegenwoordig worden de grenzen uitgewischt tusschen kerk en wereld. De heiligende daad Gods wordt geloochend, alsof er geen scheur door de wereld gaat, hoewel de Christus het uitdrukkelijk betuigt. Dat brengt een vervlakking teweeg, die ondermijnend voor de kerk zelf moet werken.

Maar aan den anderen kant is het ook verkeerd in de vraag van het Doopsformulier aanleiding te vinden om te vragen of de kinderen bij den Doop wedergeboren worden, dan wel of de wedergeboorte moet worden ondersteld e.d.g. meer.

Dit vragen is zelfs geheel misplaatst en wordt bedreigd door het gevaar de zaligheid onzer zielen aan theologische twisterijen en beuzelingen op te hangen en de gemeenschap der kerk te offeren aan de eigenwilligheid van een sectarisch Christendom, dat zijn roeping in de wereld vergeet.

Dat dit gevaar niet meer denkbeeldig is, behoeft niet meer aangetoond. De voortgaande verbrokkeling der gereformeerden geeft een sprekend voorbeeld.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1947

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

In Christus geheiligd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1947

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's