Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkorde en Belijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkorde en Belijdenis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het zal niet lang meer duren, of een nieuw ontwerp Kerkorde zal aan de Synode der Ned. Herv. Kerk worden aangeboden. Dan zal publicatie volgen en zal deze bestudeerd en besproken kunnen worden. Deze studie zal zeker enige tijd vergen en daarom kan het zijn nut hebben ons alvast enigszins op dit terrein te oriënteren. Het bovengenoemde onderwerp heeft twee zijden : wat zegt de belijdenis over de kerkorde ; maar ook : wat zegt een of andere kerkorde over de belijdenis.

Beide zijden zijn van belang. Wat de nieuwe kerkorde over de belijdenis zegt zullen we moeten afwachten, maar wel kunnen we de vraag beantwoorden, wat de kerkorde vastgesteld op de Synode van Dordrecht (1618—1619) zegt over de belijdenis. Het is vanzelfsprekend, dat beide antwoorden met elkaar zullen overeenkomen, en elkaar zullen aanvullen. De Synode van Dordt wenste de belijdenis te aanvaarden en zal dus de kerkorde vastgesteld hebben overeenkomstig de belijdenis.

Wij willen nu beginnen met de beantwoording van de eerste vraag: wat zegt de belijdenis over de kerkorde. Als we dit weten, zien we later wel of het in te dienen ontwerp hieraan beantwoordt of niet.

In de Nederlandse Geloofsbelijdenis spreekt artikel 32 zeer nadrukkelijk over de kerkorde. Hiermede is niet gezegd, dat ook andere artikelen niet waardevolle gegevens daarvoor zouden bevatten, we hopen dit nader aan te wijzen.

Dit artikel luidt als volgt : Hierintussen geloven wij, hoewel het nuttig en goed is, dat de regeerders der kerk onder elkander zekere verordening instellen en bevestigen tot onderhouding van het lichaam der Kerk, dat zij nochtans zich wel moeten wachten af te wijken van hetgeen ons Christus, onze enige Meester, bevolen heeft. En daarom verwerpen wij alle menselijke vonden en alle wetten, die men zou willen invoeren om God te dienen, en door dezelve de gewetens te binden en te dwingen, op welke wijze het zou mogen zijn. Zo nemen wij dan alleen aan, hetgeen dienstig is om eendracht en enigheid te voeden en te bewaren, en alles (of allen) te houden in de gehoorzaamheid Gods, waartoe geëist wordt de excommunicatie of de ban, welke geschiedt naar het Woord Gods met hetgeen daaraan hangt.

De apostel Paulus heeft de gemeente van Corinthe en dus ook de Kerk er op gewezen, dat alle dingen eerlijk en met orde moeten geschieden. Daarom zegt dan ook dit artikel, dat het nuttig en goed is, dat er zekere verordeningen ingesteld zullen worden. Dit moet geschieden door de regeerders der kerk, volgens art. 30 zijn daaronder te verstaan de predikanten en de ouderlingen. Zij hebben regelen te stellen, waardoor het lichaam der kerk onderhouden wordt. In de gemeenten, waarin Paulus het Evangelie verkondigde, stelde hij ouderlingen aan. Paulus en Silas, samen door de steden reizende, gaven de ordinantiën, die van de apostelen en ouderlingen te Jeruzalem goed gevonden waren om die te onderhouden. Dit artikel waarschuwt echter, dat zij daarbij niet mogen afwijken van hetgeen Christus geleerd heeft. Zelfs de apostelen gaven dan ook door datgene wat zij van Hem geleerd hadden. Daarom kan ook de kerk niet de bevoegdheid worden toegekend om dispensatie of ontheffing van Gods Wet te verlenen, gelijk in Roomse kringen wel gebruikelijk is. Bij dreigende regen geeft mijnheer Pastoor dispensatie om op Zondag het hooi binnen te halen om maar eens een voorbeeld te noemen.

Evenmin kan de kerk met eigen gezag de zonden vergeven, denk slechte aan de aflaatbrieven van Tetzel. Ook mag de kerk niet eigenmachtig geboden maken, die niet in de Schrift zijn gegrond, zoals de Farizeën in Jezus dagen de wet omtuinden en uitbreidden met alle mogelijke bepalingen. De dienaars der kerk mogen dus niet afwijken van hetgeen Christus geleerd heeft.

Daarentegen verwerpt de belijdenis alle menselijke vonden en wetten, die men zou willen invoeren, om God te dienen en daardoor de gewetens te binden en te dwingen. Paulus zegt: Staat dan in de vrijheid, met welke Christus ons heeft vrijgemaakt, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen. De gewetens mogen niet gebonden worden door rnenselijke wetten op een lijn te stellen met de Goddelijke, gelijk de Farizeën dat deden.

Jezus zegt dan ook : Wee u, gij wetgeleerden ; want gij belast de mensen met lasten, zwaar om te dragen, en dezelve raakt gij niet aan met uw vingers. Ook mogen de gewetens niet gebonden worden door dwang, dreiging, gevangenis, vervolging en dergelijke, gelijk in het evangelie voorzegd is : zij zullen u uit de Synagoge werpen ; ja, de ure komt, dat een iegelijk, die u zal doden, zal, menen God een dienst te doen. De geschiedenis der Christelijke kerk geeft hiervan ruimschoots voorbeelden, hoe de christenen om des geloof wil vervolgd zijn.

De belijdenis wenst dan ook alleen datgene in de kerkorde te aanvaarden, wat dienstig is om eendrachtigheid en enigheid te bevorderen en te bewaren, en alles te onderhouden in de gehoorzaamheid Gods. De enigheid des geloofs moet bewaard worden, de waarheid moet in liefde betracht worden, de eendracht dient bewaard te worden. Om dit doel te bereiken— zo zegt onze belijdenis — is de ban noodzakelijk.

Paulus schreef aan de Corintiërs : En doet gij dezen boze uit ulieden weg, en aan de Romeinen : Ik bid u, broeders, neemt acht op degenen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt, en wijkt af van dezelven. Excommunicatie of ban betekent uitsluiting uit de gemeente. Het is de laatste stap op een weg van vermaan en waarschuwing, die geen gunstig resultaat opleverde. De Christelijke ban is die bedienende nacht der kerk waardoor de opzieners der gemeente van de uiterlijke gemeenschap der kerk uitsluiten allen, die ergerlijk in leer of leven zijn. De Heilige Schrift geeft hiervan duidelijk getuigenis. Matth. 16 vers 19 : Ik zal u geven de sleutelen van het Koninkrijk der hemelen ; en zo wat gij binden zult op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn, en zo wat gij ontbinden zult op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn. Titus 3 vers 10 : Verwerp een kettersen mens na de eerste en tweede vermaning.

Zo is de tucht noodzakelijk voor het welzijn der kerk. We zien tevens hieruit, dat de tucht ten aanzien van leer en leven geen Kuyperiaanse uitvinding is, zoals onwetende lieden wel eens menen, rnaar dat zij gegrond is in de belijdenis onzer Vaderen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1947

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

Kerkorde en Belijdenis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1947

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's