Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

Met Christus levend gemaakt!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ephezen 2 vers 4—6. Maar God, die rijk is in barmhartigheid, door Zijne grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad.Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus. (Uit genade zijt gij zalig geworden).En heeft ons mede opgewekt , en heeft ons mede gezet in de hemel in Christus Jezus.

Onze tekst spreekt van een sterke tegenstelling, die met het woordje „maar" wordt ingeluid.

De apostel heeft er de Epheziërs aan herinnerd, hoe ze eertijds hadden gewandeld naar de eeuw dezer wereld, naar de overste van de macht der lucht, van de geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid. En dan gaat de apostel Paulus in het derde vers zich zelf er bij insluiten, als hij zegt: onder welken ook wij allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden onzes vleses, doende de wil des vleses en der gedachten, en wij waren van nature kinderen des toorns gelijk ook de anderen.

Het is een kenmerk van de ware genade om anderen uitnemender te achten dan zich zelf. Het is de Farizeer eigen om de vinger te leggen op de zonden van anderen, maar tollenaars hebben geleerd om niet te spreken : „gij hebt gezondigd", maar wij hebben gezondigd.

Christenen uit de heidenen en Christenen uit de Joden worden door de apostel Paulus op één hoop geworpen en betiteld met de naam van kinderen des toorns. Hebt ge er wel eens over nagedacht, wat dit wil zeggen, een kind des toorns te zijn ? Dat betekent niet, dat een mens geneigd is om spoedig boos te worden. Neen, dat wil zeggen dat de toorn Gods op ons rust vanwege al onze zonden. Mozes riep het uit in de 90ste Psalm : Wie kent de sterkte Uws toorns en Uw verbolgenheid, naardat Gij te vrezen zijt ?

Als de Heere met ons deed naar onze zonden, als Hij ons vergold naar onze ongerechtigheden, dan was het voor eeuwig verloren. De openbaring van de gerechtigheid Gods tegen de zonde kan niet anders zijn dan een verterend vuur.

Doch nu spreekt onze tekst van de rijkdom van Gods genade, die arme zondaren zalig maakt. God maakt dode zondaren levend.

God heeft ons levend gemaakt met Christus, ook toen we dood waren door de misdaden — zo schrijft de apostel.

Zeg mij, kind van God, wie waart gij, en waar was uw wandel, toen gij voor het eerst God hebt ontmoet ? En dan zal met schaamte door elk kind des Heeren moeten worden beleden, dat hij een wandelaar was op het brede pad, dat naar het eeuwig verderf leidt. Maar het was de Heere, die staande hield. Hij liet de schellen van de ogen vallen en nam de blinddoek van het aangezicht af, opdat gij bij het ontdekend genadelicht u zelf zoudt leren kennen als een mens, die dodd is in zonden en misdaden.

Sommigen van Gods kinderen, gelijk de apostel Paulus en de Samaritaanse vrouw en de moordenaar aan het kruis, zullen de dag en het uur van de levendmaking zich steeds blijven herinneren. Anderen zullen van geen dag en nog minder van een bepaald uur kunnen spreken, waarin de Heere het licht van Zijn ontdekkende genade liet opgaan in de ziel.

Maar of het krachtdadig geschied Is, of meer langs banen van geleidelijkheid, het resultaat was hetzelfde : diep schuldgevoel tegenover een heilig en rechtvaardig God, omdat men tegen al de geboden Gods met gedachten, woorden en werken heeft overtreden.

Dan komt er plaats voor de bede van de tollenaar : O, God, wees mij zondaar genadig ! Wat zal elk zondaar zich moeten verwonderen over die opzoekende liefde Gods. Bij de profeet lezen we, dat de Heere het uitspreekt, dat Hij gevonden is van hen, die naar Hem niet zochten.

Wat zou toch wel de oorzaak zijn van dat heerlijke zaligmakende werk ? Zouden we de redenen hiervan hebben te zoeken in de mens ? Wie hebben wij lief ? Toch degenen, die ook óns liefhebben, die óns liefde bewijzen en óns welgezind zijn. Maar er is in ons geen enkele oorzaak te vinden waarom de Heere zich over ons zou hebben ontfermd en waarom Hij ons zou liefhebben. De discipelen hebben het verstaan, toen zi] zeiden : Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons éérst heeft liefgehad. En ook onze tekst spreekt van die liefde. God heeft ons levend gemaakt, zoo juicht de apostel; God, die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons heeft liefgehad. Het is dan ook zo waar, wat de ouden plachten te zeggen, dat de Heere redenen heeft genomen uit Zichzelf om zondaren zalig te maken. Inderdaad is Gods goedertierenheid geweldig over degenen, die Hem vrezen.

Over dode zondaren wil Hij zich ontfermen. En die levendmaking wordt door de apostel gezien in het nauwste verband met de Heere Jezus Christus, die de Vorst des Levens is. Van eeuwigheid af is Hij bij de Vader voor en arm zondaarsvolk tussenbeide getreden, toen de vraag in de eeuwige vrederaad gesteld werd, hoe een zondaar gezaligd kon worden zonder de krenking van de gerechtigheid Gods, heeft Hij zich willen geven om de hemel te verlaten en hier op aarde rond te wandelen in dienstknechtsgestalte en Zijn leven te eindigen aan het kruis.

O, kind des Heeren, denk het u eens in ! Daar hing Hij aan het kruis, handen en voeten doornageld. Moet ge het nu niet belijden, dat uw handen en voeten moesten worden doorboord aan het kruis ? En ziet, nu hing Hij aan het kruis in üw plaats en gaf daar de doodsnik.

In Eden was het uitgesproken : Ten dage als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven. En nu heeft Hij dat vonnis des doods willen dragen. Hij lag in Jozefs grafspelonk. Maar een engel daalde neder en wentelde de steen af van het graf. De opstanding op de Paasmorgen is het Amen Gods over Golgotha. Christus is uit de doodslaap verrezen in de heerlijkheid van Zijn opstandingskracht. En nu mag de apostel getuigen, dat Christus is overgeleverd om onze zonden en opgewekt is om onze rechtvaardigmaking.

Zalig de arme zondaar, die zich met die lijdende, maar ook opgestane Heiland één mag weten. Met Hem begraven, maar ook met Hem opgewekt tot een nieuw leven. De apostel Paulus is er zó van onder de indruk geweest, dat hij het uitroept: uit genade zijt gij zalig geworden.

Genade, als de blinddoek van de ogen wegvalt.

Genade, als een zondaar de knieën buigt. Genade, als een zondaar de rijke Borg door het geloof omhelst.

Dat is de genade des Heiligen Geestes, zonder welke niemand kan zeggen, dat Jezus zijn Heere is.

En tenslotte richt de apostel het oog naar omhoog en roept het uit : en heeft ons mede gezet in de hemel in Christus Jezus.

Op de opstanding volgde na veertig dagen de hemelvaartsdag. De Vader schonk de Zoon de heerlijkheid, die Hij bij Hem had van vóór de grondlegging der wereld.

Waar het Hoofd is, daar komt ook het lichaam. Nu is Christus het Hoofd en Zijn kinderen zijn de leden. Maar dan staat het vast, dat ook Zijn kinderen de eeuwige heerlijkheid zullen deelachtig worden. Wel moet er nog heel wat leeds geleden zijn en heel veel gebeds gebeden zijn en heel veel strijd gestreden zijn, maar aan het eind van de reis wacht de eeuwige heerlijkheid.

Meent echter niet, dat het alleen maar slaat op de toekomst. Ook hier beneden wordt reeds iets gesmaakt bij tijden en ogenblikken van de rust, die er overblijft voor het volk van God. Dat kan doen getuigen : Ik zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheden !

Lezers, kent gij iets van die levendmakende Geest ? Wat zal het ontzettend wezen, in de zonde te blijven leven en dan straks te moeten sterven. Dan voor eeuwig verloren. Nog is de Heere rijk in barmhartigheid ! Het is Zijn lust om te zoeken en te redden en te zaligen wat verloren is. De vastgenagelde armen strekken zich van het kruis ook naar u uit! O, het is nog tijd ! Straks te Iaat! Voor eeuwig te laat!

(Harderwijk)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 1948

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 1948

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's