Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe denken Kerkvoogden over het ontwerp kerkorde?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe denken Kerkvoogden over het ontwerp kerkorde?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze vraag is in zijn algemeenheid natuurlijk niet te beantwoorden, tenzij men een onderzoek onder hen zou instellen. Toch verkeren wij niet geheel en al in onwetendheid.

23 Maart vond een buitengewone algemene vergadering plaats van de Vereniging van Kerkvoogdijen, waarvan een stenegrafisch verslag aan de leden werd toegezonden. Op deze vergadering was de regeling van het beheer en het toezicht het onderwerp van bespreking.

Mr. dr. H. M. J. Wagenaar gaf een uitvoerigeinleiding ten beste. Bij de discussie meldden zich niet minder dan 14 sprekers aan, wier spreektijd daarom op 5 minuten gerantsoeneerd werd. Desniettegenstaande was de critiek uitvoerig en velerlei.

Bezwaar werd gemaakt tegen de grote centralisering, blijkend o.m. uit het opzenden van alle rekeningen naar het Centrale Controle Bureau, het vragen van toestemming aan het Breed Moderamen der Gen. Synode voor het afstaan van het kerkgebouw. Ook keurde men de verdwijning van het college van notabelen af. Gevreesd werd, dat de predikanten te veel invloed op de financiën zouden krijgen. Men achtte, dat de ouderling-kerkvoogd moeilijk in staat zou zijn om èn goed ouderling èn goed kerkvoogd te zijn.

Bezwaar werd gemaakt tegen de bevoegdheid van de kamers van toezicht om posten te mogen schrappen en bij ordiantie voorgeschreven posten op de begroting te mogen aanbrengen.

Een kerkvoogd, sprekend namens een gemeente, die vrij beheer heeft, merkte op : Wij mogen niet vergeten, dat noch de Kerk, noch de Synode is eigenaresse van de goederen; noch voeren zij het beheer over de goederen. Het is wettig vastgelegd, dat alleen zal gebeuren, dat dit plaatselijk wordt veranderd. Een andere spreker achtte de kerkorde revolutionair en achtte het beter, dat men de evolutionaire weg zou volgen door geregeld contact tussen kerkeraad en kerkvoogdij tot stand te brengen.

Er werd opgemerkt, dat dr. Gravemeijer had gezegd, dat dit een presyteriale kerkorde was. De spreker kon er echter niets van merken en moest tot de conclusie komen, dat er stroomingen in de commissie zijn geweest om een episcopale kerkorde in te voeren en dat men dit alles afgevloeid heeft op de kwestie van het beheer. Moet de zelfstandigheid der gemeenten geheel en al opgeofferd worden ? Als een gemeente komt met een plan voor kerkbouw, dan moet dit beoordeeld worden door een com­ missie. Die commissie heeft een architect als adviseur en als deze commissie het plan beoordeeld heeft, dan moet het komen voor een andere commissie voor de liturgie. Als men dan nog het visum niet krijgt, dan is er nog een prachtige uitweg, want dan is er nog de commissie voor arbitrage, waarin benoemd worden de architect, op wiens advies het plan is afgekeurd ; de andere commissie benoemt nog een lid en dan mag de gemeente ook nog een arbiter aanwijzen, m.a.w. twee arbiters voor de commissie en een voor het orgaan ; en dan mag het orgaan ook nog de kosten betalen !

Uit deze critische opmerkingen blijkt wel voldoende, dat het ontwerp-kerkorde bij de kerkvoogden niet uitsluitend instemming vindt. In hoeverre de critische uitingen ter vergadering gedeeld werden, valt uit het verslag niet op te maken, aangezien er over de verschillende vraagpunten geen stemmingen werden gehouden.

Nog wil ik memoreren enige belangrijke opmerkingen uit de inleiding van dr. Wagenaar, bijzonder van belang voor de gemeenten met vrij beheer. Het betreft de vraag, op welke wijze de bepalingen van de nieuwe kerkorde, voorzover op de kerkvoogdijen betrekking hebbende, moeten worden ingevoerd. Het is duidelijk, dat een besluit van de Generale Synode daartoe niet bij machte is. Voor de gemeenten, die onder de Colleges van Toezicht staan, kan die invoering geschieden door een wijziging van het Algemeen Reglement op het beheer, naar de in dat reglement voor zulk een wijziging aangegeven procedure.

Voor de overige gemeenten zullen — eventueel ook bij meerderheid van die gemeenten tezamen — daartoe aparte regelingen van locale aard getroffen moeten worden. Er zullen dan wel gemeenten zijn, vooralsnog niet geneigd om de financiële bepalingen der nieuwe kerkorde te aanvaarden.

Tot zover de opmerkingen van dr. Wagenaar.

Ik meen, dat de opvatting, als zou men de gemeenten met vrij beheer met meerderheid van stemmen kunnen dwingen de bepalingen te aanvaarden, juridisch onhoudbaar zal blijken te zijn. De stand van zaken is toch zo, dat iedere gemeente zelfstandig het recht heeft te beslissen of zij zich al of niet onder toezicht zal stellen. ledere gemeente, dit recht nu eenmaal bezittende, is er m.i. geen instantie ter wereld, die haar dit recht kan ontnemen.

Laten daarom deze gemeenten waakzaam zijn !

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1948

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

Hoe denken Kerkvoogden over het ontwerp kerkorde?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1948

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's