Nieuwe organisatie Jong Hervormden

De besturen van enkele Amsterdamse Verenigingen van Jong-Hervormden hebben zich dezer dagen gevoegd in een comité, dat zich ten doel stelt een nationale bond van soortgelijke verenigingen op te richten. Deze Bond zal de Bijbel erkennen als Gods Woord naar de opvatting van de Drie Formulieren van Enigheid. In verband met het ontwaken van de Ned. Hervormde Kerk, willen deze verenigingen, geholpen door een krachtige organisatie, ertoe medewerken de Hervormde jeugd te maken tot bewuste leden van Christus' Kerk. Deze Bond heeft niets te maken met de Jonge Kerk, waartegen ernstige bezwaren zijn gerezen vanwege de beginselen, waarop deze berust en vanwege haar min of meer bewust drijven in een bepaalde politieke richting.

Men zal uitgaan van de vrije jeugdvorming (dus organisatie niet van bovenaf, maar op democratische wijze van onderop) en mitsdien aangewezen zijn op eigen geldelijke middelen, zodat deze arbeid niet ten laste zal komen van de kerkelijke financiën, die zozeer nodig zijn Voor Zending en Evangelisatie.

Voorshands is als werkwijze gedacht: geregelde en systematische studie van de Schrift, studie van de Christelijke cultuur, het maatschappelijk leven en de Christelijk-nationale politieke en sociale doelstellingen. Het door de zich aansluitende verenigingen te kiezen bondsbestuur zal o.a. moeten zorgen voor lectuur over en richtlijnen voor deze onderwerpen.

Uiteraard zijn dit slechts lijnen, door het comité uitgestippeld. Elke zich aansluitende vereniging zal zich over deze en andere zaken moeten beraden en nader van gedachten moeten wisselen. Vanzelfsprekend is de grondslag van de op te richten Bond niet voor discussie vatbaar.

Het ligt verder in de bedoeling senioren - (17 tot 30 jaar) en junioren- (12 tot 16 jaar) afdelingen op te richten, zodat in laatstgenoemde afdelingen deze zo vaak dakloze jeugdgroep wordt opgevangen.

Hoewel studie op de eerste plaats staat, zal toch, ten einde verstarring en eenzijdigheid te voorkomen, getracht worden dit Christelijk bewustzijn in de practijk te brengen, o. a. door wijk- en gemeentewerk. Men zal streven naar actieve zelfwerkzaamheid der leden en niet eenzijdig passief luisteren naar sprekers. Vooral op het onderling gesprek zal nadruk worden gelegd.

Adhaesiebetuigingen van verenigingen en groepen personen, die een zodanige organisatie willen oprichten, worden gaarne ontvangen door de secretaris van het comité, J. Allart, Van der Waalsstraat 101 te Amsterdam-Oost.

Bovenstaande mededelingen werden ons toegezonden met verzoek om opname in ons orgaan. Wij hebben daar niets tegen en juichen het toe, dat Jong-Hervormden zulk een nationale bond willen oprichten, die de Bijbel erkennen als Gods Woord naar de opvatting van de Drie Formulieren van Enigheid, zoals daar wordt aangekondigd.

Een enkele opmerking moge daaraan worden toegevoegd.

Vooreerst de critische noot aan het adres van de Jonge Kerk. Inderdaad gevoelen wij ook ernstige bedenking tegen het streven van de Jonge Kerk, die schijnt bedoeld te zijn als een soort kerk voor de jeugd. Dit reeds op dezelfde gronden, waarop wij bezwaar maken tegen Jeugddiensten.

Van een Jonge Kerk kan eigenlijk slechts gesproken worden als het nieuwe zendingsgemeenten betreft. Wie in een sedert generaties gevestigde kerk van de Jonge Kerk spreekt, stelt in de grond der zaak een nieuwe kerk naast de gevestigde. De jonge kerk in de gevestigde kerk kan principieel genomen, slechts op de jeugd der kerk zien. Deze staat echter niet afzonderlijk, maar staat in het organisch verband der gemeente en in het kerkelijk gezinsleven. Indien bij de Amsterdamse Verenigingen van Jong-Hervormden ernstige bezwaren gerezen zijn tegen de „Jonge Kerk" kan dit wellicht aanleiding vinden in de kerkelijk beschouwd onjuiste inzet van een streven der ,,Jonge Kerk", dat zich hier begint te wreken. De aangegeven grondslag van het comité, dat zich gevormd heeft, wijst voorts op een critiek aan de beginselen der ,,Jonge Kerk", waarop men doelt, waardoor wordt bevestigd, wat wij reeds opmerkten, dat een Jonge Kerk naast de gevestigde komt te staan. Men ziet klaarblijkelijk, dat de „Jonge Kerk" zich niet beweegt op de grondslag der belijdenis.

In zoverre is het een gunstig teken, dat de Amsterdamse Jong-Hervormden zich van die „Jonge Kerk" distanciëeren en ernst willen maken met het gezag van Gods Woord. Ook het werkprogram wijst in die richting.

Minder duidelijk is, wat men zich verder voorstelt: Een nationale bond van soortgelijke verenigingen. Wij kunnen hierbij denken aan de Hervormde Jeugdbonden op Gereformeerde Grondslag, waarin duizenden jongelingen en meisjes en knapen zijn verenigd. Dan rijst de vraag, of het niet op de weg van het genoemd comité ligt, zich met de Hoofdbesturen van deze Bonden in verbinding te stellen.

Dan het begrip nationaal. Bedoelt men ook de niet Hervormde jeugdbonden op Gereformeerde Grondslag, die ook nog hun duizenden tellen ? Een en ander is niet duidelijk. De naam Bond van Hervormde Jongeren, geeft geen grond voor zulk een onderstelling. Doch onderstel zulk een nationaal verband van onze jonge mensen, interkerkelijk verenigd op de grondslag van Schrift en belijdenis ! Welk een toekomstbeeld ! Verenigd in dezelfde belijdenis de jonge mensen van de uiteengescheurde vaderlandse kerk ! Zou dan nog eens alles bijeenvergaderd worderr, wat kerkelijk bezien bijeen behoort ?

Het ware te wensen voor kerk en volk en het zou in de weg der gehoorzaamheid liggen. Over dergelijke perspectieven laat het comité zich niet uit, maar de gedachte zou vruchtbaar kun­nen zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen