Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ONTWERP KERKORDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ONTWERP KERKORDE

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bezwaren tegen de Proponentsformule  in ord: VU art. 18.

1. De uitdrukking : „het Evangelie van Jezus Christus", is veel te vaag. Onzeker blijft of' hier sprake is van een genitivus objectivus of subjectivus, terwijl niet blijkt wat is onder dit Evangelie van Jezus Christus te verstaan is.

2. In deze redactie wordt geen instemming gevraagd met de belijdenis der Kerk.

3. De uitdrukking : „blijven in de weg van het belijden der Kerk" is zó onduidelijk, dat deze in de practijk niets betekenen zal, zodat de leervrijheid van thans met deze formulering zal blijven bestaan.

.4. Ook de uitdrukking : „zijt ge van zins" is veel te slap.

5. Ook wordt in de voorgestelde redactie gemist de vorm, die bij de plechtigheid van dat ogenblik past.

Daarom stellen wij voor een redactie te kiezen, waarin met al deze bezwaren rekening gehouden wordt. De reeds door de Geref. Bond in 1912 voorgestelde redactie wil u gaarne daarbij tot richtsnoer zijn. Zie noot 1 bij art. 27 Reglement op het examen.

Korte samenvatting van onze bezwaren tegen ordinantie VIII (voor de bediening van de Doop) en voorstellen van wijziging.

Algemene opmerkingen.

De commissie wil na bestudering van boven-genoemde ordinantie het volgende onder uw aandacht brengen. Het komt de commissie voor, dat deze ordinantie niet uitmunt in helderheid, zodat we ons soms af moesten vragen, wat precies bedoeld werd. Als voorbeeld noemen we u : ,,het spreken over het zich overtuigen van de kennis der ouders inzake de betekenis van de Doop en het geven van onderricht" in art. 1. Wordt hier gedoeld op het gesprek tijdens de Doopzitting ? Maar in art. 2 is van deze zitting eerst sprake. Ook acht de commissie het wel gewenst, dat de uitdrukking „heilig houden van de Doop" verduidelijkt wordt.

Artikel 1.

De commissie stelt voor om alinea 2 van dit artikel als volgt te lezen : ,,Het consistorium geeft op gezette tijden gelegenheid tot de bediening van de Doop en overtuigt zich van het trouw kerkelijk medeleven der ouders en van hun inzicht in de betekenis van de Doop".

Alinea 3 zouden we gaarne als volgt geredigeerd zien : „en waakt er over, dat de ouders hun Doopbelofte nakomen zowel in gezinsleven als ten aanzien van catechisatie en Christelijk onderwijs".

Toelichting: De commissie acht het niet voldoende zich te overtuigen van de kennis der ouders inzake de Doop, maar dat van groter betekenis is de practische toepassing hiervan in hun leven. En dit zal toch zeker uitkomen in een trouwe kerkelijke levenswandel. Dat nadruk gelegd wordt op de betekenis van het Christelijk gezinsleven en het catechetisch onderwijs en van het Christelijk onderwijs acht de commissie ook zeer gewenst.

Artikel 2.

De commissie is ook van oordeel, dat het juist is de Doopaangifte vroeger te doen plaats hebben dan één of twee dagen voor de Doop. Er moet mogelijkheid zijn, dat de Kerkeraad beslissen kan over de toelating in een vergadering. Toch zijn wij er niet van overtuigd, dat de termijn van 10 dagen genoemd moet worden. Het is in sommige plaatsen gebruik, dat de Doopzitting op Zaterdagavond gehouden wordt of op Vrijdagavond in verband met het bijna de hele week van huis zijn. Daarom achten we het juister om van 8 dagen te spreken.

In alinea 2 wordt gesproken van beantwoording van doopvragen met inachtneming van de traditie. Deze krijgt zo een veel te belangrijke plaats. Bovendien wordt hier niet uitgesproken, dat het consistorium beslist over de toelating. Daarom stellen we voor deze alinea als volgt te lezen : ,,De Kerkeraad beslist over de toelating tot de Doop, desgewenst na ingewonnen advies van de meerdere vergaderingen".

Als toelichting het volgende. Het vragen van advies geldt bijzondere gevallen en vooral om te komen tot een zelfde gedragslijn. De Kerkeraad heeft zich bij de beslissing te .laten leiden door de Bijbel en de belijdenis en het Doopsformulier en niet in de eerste plaats door de traditie.

Over het dopen in een andere gemeente wilden we het volgende opmerken. In een normaal kerkelijk leven, gebonden aan Schrift en belijdenis, zou er tegen deze bepaling geen bezwaar zijn. Alleen zou dan beroep mogelijk moeten zijn op de Classicale vergadering en niet op eer commissie voor de behandeling van bezwaren en geschillen. Het beroep op de Classicale vergadering is meer presbyteriaal.

Maar gelet op de kerkelijke situatie, waarin we nu nog verkeren, moeten we bezwaar maken tegen de voorgestelde procedure.

Artikel 3.

Dit artikel zet ons midden in de moeilijkheden van de Doopspractijk, waar ook onze vaderen in hun tijd mee te kampen hadden. Bij hen was er een pogen om van de Roomse gebruiken af te komen. Daarom hebben zij zich verzet tegen het dopen van zieken aan huis. 

Voortdurend werd er op gewezen, dat de predikanten in de prediking zouden wijzen op het ongemotiveerde van de huisdoop en „dat de luiden niet in superstitie zouden worden gevoed en gestijfd". Daarom willen we voorstellen om de tweede alinea van dit artikel te laten vervallen.

Over het beantwoorden van de vragen in alinea 5 van beide ouders willen we opmerken, dat het geval zich toch vaker voordoet, dat éér der ouders niet kerkelijk meeleeft of van een andere religie is of helemaal geen religie heeft. Daarom stellen we voor te lezen : „in tegenwoordigheid van de vader en de moeder, die beiden in de regel de doopvragen beantwoorden, tenzij bij de Kerkeraad bezwaren bestaan".

Het getuigenstelsel stelt ons ook voor zeer grote moeilijkheden. Met de gedachte van de Roomse Kerk, dat de ouders vleselijke verwanten zijn en dus niet geschikt voor de geestelijke opvoeding, waarom de Kerk de .kinderen ten doop houdt en zo het getuigenstelsel binnen de Kerk bracht, heeft de Hervorming gebroken, Dit heeft zeer veel moeilijkheden gegeven. Met kracht is er tegen getuigd om vooral de ouders er van te doordringen, dat zij verantwoordelijk zijn voor de opvoeding der kinderen. Het getuigenstelsel heeft over het algemeen gesproken niet veel vruchten opgeleverd. Daarom komt het de commissie voor, dat we zeer voorzichtig moeten zijn om deze weg op te gaan. Toch kunnen we het in de practijk niet helemaal loslaten. Daarom stellen we voor om alinea 6 als volgt te lezen : ,,Waar de ouders ontbreken en alleen in bijzondere omstandigheden worden getuigen toegelaten, die bereid zijn over de geestelijke opvoeding te waken onder verantwoordelijkheid van de Kerkeraad".

Artikel 4.

In dit artikel rijst de vraag, of alleen doopleden komende uit een andere Kerk ingeschreven moeten worden in het Doopboek, of dat dit ook geldt voor doopleden, die uit een andere Hervormde gemeente overkomen. Moeten er dus twee doopboeken aangelegd worden ? Eén boek, waarin de in het midden der gemeente gedoopte kinderen ingeschreven worden en één z.g. doopleden-register ?

Aan het einde van dit artikel is sprake bij overkomst van een zich stellen onder haar pastorale zorg. Ligt dit niet in de overkomst zelf ? Dan moet er gelezen worden : ,,staan onder haar pastorale zorg".

Het valt de commissie ook op, dat hier niet gesproken wordt over de Doopsformule en ook niet over het Doopsformulier. Dit gebeurt wel in de ordinantie over het Avondmaal. Daar is sprake van het gebruik maken van een Formulier. Wel wordt het in art. XV van de Kerkorde genoemd. Het komt de commissie gewenst voor, dat dit ook in de ordinantie gebeurt.

Ook wordt in deze ordinantie niet gehandeld over het al of niet lidmaat zijn der ouders, die de Doop voor hun kind begeren. Behoort ook aan deze zaak in de ordinantie geen aandacht geschonken te worden ?

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1949

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

ONTWERP KERKORDE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1949

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's