Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Wereldraad der kerken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Wereldraad der kerken

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij hebben kunnen opmerken, dat de figuur van de Wereldraad der Kerken niet zo eenvoudig is te bepalen. Dat hangt niet alleen met zijn voor-geschiedenis, maar ook met heel de kerkelijke situatie samen."

Desniettemin mag als een vrucht van de z.g. Oecumenische beweging worden aangemerkt, dat de kerken in de verschillende landen en werelddelen tot bezinning zijn geroepen en met haar oecumenische roeping bezig zijn. Afgezien van de vraag over al of niet aansluiting bij de Wereldraad der kerken, is dit op zichzelf reeds van belang.

Of de Wereldraad zal blijken de gewenste organisatie te zijn, die de kerken tot oecumenische saamwerking zal brengen, dan wel of de kerken een andere weg zullen vinden, zal de tijd leren.

Wij hebben er destijds reeds op gewezen, dat in '48 ook een Internationale Raad van Christelijke kerken tot stand is gekomen naast en zelfs tegenover de Wereldraad. Deze formatie stelt zich op positieve grondslag in aansluiting aan de gereformeerde confessie en doet een beroep op de ,,Bijbelgetrouwe" kerken. Zij geeft daarin mede uitdrukking aan het in haar kringen levende bezwaar tegen de geest van de Wereldraad, althans tegen verschillende van zijn leiders, die zich in woord en geschrift op zulk een wijze uitlaten over Bijbelse en theologische vragen, dat zij modernisten worden genoemd. De Wereldraad zal trouwens niet kunnen weerleggen, dat zij de deuren voor modernisten openzet en vergissen wij ons niet  dan acht hij zichzelf tot zulks verplicht wegens het oecumenisch karakter, zoals hij dat wil zoeken en bewaren.

Deze kwestie is inderdaad niet zo eenvoudig. Men kan er over verschillen, wat men onder oecumenisch verstaat en hoe men tot oecumenische saamwerking meent te kunnen komen.

Toch hangt het kerkelijk of liever Christelijk welslagen van het oecumenisch streven van de Wereldraad af van de vraag, of dit waarlijk oecumenisch is en op een waarlijk oecumenisch doel is gericht.

Het maakt in deze nog niets uit, of men van de zijde van de Wereldraad, of van zijn aanhangers aan de Internationale Raad van Christelijke kerken, of aan groepen van gereformeerde kerken, die in oecumenische synode vergaderen, het oecumenisch karakter ontzegt. Een en ander is afhankelijk van de maatstaf, welke men aanlegt.

Wanneer men bedoelt, dat de zin van het woord oecumenisch eist, dat alle gezelschappen der wereld, die zich als kerk aandienen, moeten verenigd zijn in één verband en in één arbeidsprogram, dan zou dat o.a. mede kunnen brengen, dat men zonder onderscheid ook al wat zich kerk noemt, aanvaardt.

Wie dat zo wenst, zal goed doen, zich eens te bezinnen op het wez«n der kerk. Het zal er toch in de eerste plaats om gaan, of wij werkelijk met de kerk van Christus van doen hebben en niet op enig ander gezelschap.

Anderzijds is het niet duidelijk, waarom kerken van één belijdenis niet bijeen zouden kunnen komen om oecumenische vraagstukken te behandelen, zoals sommige voorstanders van de Wereldraad schijnen te onderstellen. Of, waarom, al wat zich kerk noemt, tegenwoordig dient te zijn om een oecumenische kerkvergadering te formeren.

Er moet tenslotte toch ook een maatstaf of norm wezen. Dat besef is trouwens aan de Wereldraad ook niet vreemd, zoals blijkt uit het feit, dat zij een oecumenische formule als grondslag heeft aangenomen : n.l. Jezus Christus, onze Heere en Zaligmaker.

Als oecumenische formule is deze zonder bezwaar aanvaardbaar voor alle kerken. Het gaat immers om het Lichaam van Christus, het gaat om het geloof in Hem als de Zone Gods en de Verlosser der wereld. Dat geloof is het, hetwelk al de Zijnen, over het rond der aarde verspreid, in Hem verenigt. Daarom is zij als grondslag voor de vereniging der kerken tot een gezamenlijke oecumenische arbeid goed.

Het wordt intussen met die grondslag niet gemakkelijker en de betekenis daarvan is niet direct duidelijk.

Bedoelt de Wereldraad met die formule slechts een eigen standpunt wereldkundig te maken, b, v. om vertrouwen te wekken voor een werk, dat aan de kerk toekomt ?

Of bedoelt hij daarmede een geheel vanzelfsprekende zaak voor te stellen, n.l. dat alle kerken in deze formule haar gemeenschappelijke oecumenische basis hebben. Het is immers uitgesloten, dat de Wereldraad belijdenisformules zou vaststellen.

Hoe dit ook zij, de Wereldraad heeft die formule gesteld. Nu echter rijst weer een andere vraag. De Wereldraad deed zijn uitnodigingen uitgaan tot verschillende kerkformaties. Heeft hij naar die grondslag een selectie toegepast, of heeft hij alles, wat zich als kerk aandient, ook als zodanig gewaardeerd ?

Wellicht hadden wij eerst moeten vragen: Hoe verstaat zij die formule?

Want al is het, dat de kerk des Heeren geen andere Christus kent, dan zoals Hij ons door de Evangeliën wordt voorgesteld, het ontbreekt in onze dagen niet aan Schriftbeschouwingen, die èn als zodanig èn in de leerstukken grondig afwijken van de reformatorische confessie. Het gevolg daarvan is, dat de bedoelde formule, welke voor een Schriftgelovige niet dubbelzinnig kan zijn, niettemin verschillend wordt geïnterpreteerd.

Ziedaar de aanleiding, waarom wij de vraag stelden, of het standpunt van de Wereldraad wel waarlijk oecumenisch is, d.w.z. in dat geloof is gegrond, hetwelk alleen bij machte is het oecumenische leven der kerk van Christus op aarde te openbaren.

Wij dingen op het centrale van de formule Jezus Christus, onze Heere en Zaligmaker, niets af, indien deze belijdenis ziet op de Christus der Schriften.

Wat ook in de wereld aan waarheid wordt gesproken van Jezus Christus, heeft geen andere bron dan de Schrift. En niemand kan zeggen Christus de Heere te zijn, dan door de Heilige Geest.

Welke grond kan iemand aanvoeren voor een Christusbeeld, hetwelk met Hem, die ons in de Schrift wordt voorgesteld, niet overeenkomt, om zulk een beeld als het ware, en dat in tegenstelling met de Heilige Schrift, te vindiceren ?

Een beroep op de Heilige Geest kan de kerk des Heeren in dat geval niet aanvaarden, omdat zij verstaat, dat de profeten onderworpen zijn aan de Geest der profetie, welke haar bij het profetische Woord bepaalt.

Daarom kent de Kerk geen andere Christus dan de Christus der Schriften, van Wie zij; getuigt in haar confessie en prediking.

Wanneer de Wereldraad zich op dit echt kerkelijk en Christelijk standpunt stelde, zou hij aan geen gezelschap, dat zich als kerk aandient, het aanzien en de waardigheid ener kerk kunnen toekennen, indien het aan zijn grondformule een interpretatie toekennen wil, welke met de Heilige Schrift en het algemeen en ongetwijfeld Christelijk geloof — en dat op zulk een centraal stuk — in strijd en tegenspraak is.

Het is niet gebleken, dat de Wereldraad zijn houding alzo heeft bepaald. Vandaar de moeilijkheden, die zich voor verschillende, b.v. de gereformeerde kerken, voordoen bij de overweging om zich aan te sluiten of niet.

Deed de Wereldraad dat wèl, dan zou er uit een andere overweging bezwaar rijzen, n.l. of hij bevoegd zou zijn om zulk een censuur uit te oefenen. Een reden te meer, om er zich rekenschap van te geven, dat hij zijn bemoeiingen alleen zou kunnen uitstrekken om één of meer kerkgroepen te bewegen om de oecumenische .arbeid ter hand te nemen, waardoor deze tegelijkertijd in kerkelijke weg ware geleid.

De samenwerkende kerken zouden uiteraard volkomen gerechtigd zijn om een centrale grondformule — en aan de Heilige Schrift gebonden — te stellen en te handhaven.

De vraag, of de Wereldraad wel waarlijk oecumenisch kan heten, kan, gezien haar houding, slechts twijfelachtig worden beantwoord, maar — indien zal geschieden, wat ons niet geheel en al onwaarschijnlijk voorkomt, — n.l. dat voor de aangesloten nominaties van kerken de Wereldraad gaat functioneren als oecumenisch bedoeld orgaan dier kerken, dan wordt de situatie nog meer bedenkelijk.

Dan immers is de leiding, althans formeel, kerkelijk gesanctioneerd. De Wereldraad is een ,,oecumenische" raad der kerken of handelt alzo. Dan ook kunnen de aangesloten kerkformaties vrij haar eigen opvatting der grondformule behouden. Dat zal echter in hoge mate schade doen aan het geheel, omdat men in het meest fundamentele stuk des geloofs geen oecumenische gemeenschap kan oefenen.

Naarmate de Wereldraad op deze wijze kerkelijke allure zou aannemen, moet hij aansluiting voor de kerken van gereformeerde belijdenis moeilijker maken en een zelfstandige behartiging van de oecumenische vragen dezer kerken in de hand werken.

Het valt daarom te betreuren, dat de Oecumenische beweging (en ook de Wereldraad) zich niet bepaald hebben tot de organisatie van een spreektribune der kerken.

Intussen is geheel deze aangelegenheid ernstig genoeg om de belangstelling der gereformeerde kerken in binnen- en buitenland gaande te houden, zoals ook op de j.l. te Amsterdam gehouden Oecumenische synode van gereformeerde kerken is gebleken.

Men is daar niet tot een beslissing van aansluiten of niet aansluiten gekomen, noch bij de Wereldraad, noch bij de Internationale Raad van Christelijke kerken, maar achtte het nodig de zaken in handen te stellen van een studiecommissie tot nader onderzoek en advies op een volgende Oecu­menische Synode.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1949

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

De Wereldraad der kerken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1949

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's