Aan de Generale Synode van de Ned. Herv. Kerk te 's-Gravenhage

De Commissie voor de Kerkorde uitgaande van de Gereformeerde Bond tot verbreiding en verdediging van de Waarheid in de Ned. Herv. (Geref.) Kerk biedt bij deze u aan :

Opmerkingen inzake de wijzigingen in bet Ontwerp „Kerkorde der Nederlandsche Hervormde Kerk", zoals zij blijken uit de. verschenen „Eindredactie van de Kerkorde enz."

Art. I.

De hierin aangebrachte verandering kan geen verbetering worden geacht in de richting van ons rapport, dat 31 Mei 1948 bij u is ingezonden (hierna aan te duiden als ,,het rapport").

Ook het thans  geldende „Algemeen Reglement enz." spreekt van ,,bestaat uit" en niemand zal beweren dat dit Algemeen Reglement presbyteriaal is. De zelfstandigheid ener plaatselijke gemeente worde kerkrechtelijk erkend.

Art. II.

Al is de wijziging van „Krachtens de bediening van Woord en Sacramenten" in ,,krachtens het genadeverbond" als verbetering te erkennen, toch blijft de geestelijke fundering in de kerkorde onnodig en daarom ongewenst. De roeping tot dienstbetoon vinde hier geen plaats. Het apostolaat is tenslotte niet het wezen der Kerk. Wat in het rapport is voorgesteld in de woorden "uit gedoopte Hervormde ouders" zou kunnen vervallen, mits daarvoor in de plaats kome : „tenzij zij door woord en daad zich van de kerk afscheiden".

Art III.

Volstaan kan worden met de formulering : ,,De orde der Kerk strekt zich uit over". Hieraan zij ons vergund toe te voegen, dat hier en in de andere artikelen, waar zulks aan de orde is, het apostolaat dient te volgen op — eii niet vooraf te gaan aan — het belijden.

Art. IV.

De alinea betreffende de zendingspredikanten eindige met het woord ,,geplant". Indien men de toevoeging handhaaft, dan leze men ,,des Heeren" voor „van den Heer",

In de alinea over de predikant-evangelisten eindige men bij ,,vervreemd".

In de alinea over de ouderlingen leze men : ,,de rechte bediening der Sacramenten" in plaats van „het rechte gebruik".

In de taakomschrijving der diakenen sta de armverzorging voorop.

Art. V.

Tot onze spijt constateren wij, dat de door ons geadviseerde uitlating in de tweede helft van alinea 3 („of naar de orde der Kerk tot het werk der meerdere vergaderingen behoren") niet is tot stand gekomen.

Met sterke nadruk moeten wij de wens handhaven dat het presbyteriaal karakter der kerkregering tot uitdrukking kome. Aan het slot van alirtea I worde in plaats van ,,waarin de ambten bijeenkomen", gelezen : ,,waarin de gemeenten samenkomen, vertegenwoordigd door ambtsdragers".

Art. VI.

Bij dit artikel zien wij ons genoodzaakt de in het rapport geuite bezwaren wederom dringend onder Uw aandacht te brengen. Raden en Commissiën mogen geen bevoegdheden verkrijgen ten koste van de bevoegdheid der wettige kerkelijke vergaderingen, met name van de kerkeraad.

Art. VII

Bij de derde alinea rijst dus ook hier ons verzet tegen de macht der raden. Het overleg worde overgelaten aan de ambtelijke vergadering, die volle vrijheid moet behouden. De meerdere veigadering benoeme in overeenstemming met de betrokken kerkeraad. Dat de rechtspositie van hen, die bedieningen vervullen, op bevredigende wijze moet worden geregeld, vindt intussen bij ons vanzelfsprekend instemming.

Art. X.

Hier ligt het grondvlak van het kerkelijk leven. In dit artikel worden de Drie Formulieren van Enigheid in hun kerkelijk gezag niet erkend. Wordt dit aanvaard, dan zijn we als Kerk van karakter veranderd. In het reglement van 1816 was er nog, zij het formeel, een beroep'op de leer. Thans is de Schriftopvatting vrij. Vereist is : binding aan de belijdenis, waarin de H. Schriften als heilige en goddelijke Schrifturen worden erkend, vgl. artt. 2—7 der Nederl. Geloofsbelijdenis.

Art. XIV.

Terzake van de toelating der Dienaren des Woords tot hun ambt, dient te worden vastgelegd, dat zij verklaren, dat zij de leer der Kerk — in alles overeenkomstig Gods Woord in de belijdenis der Kerk neergelegd — oprecht aanhangen en zullen verdedigen.

Art. XXV.

In de laatste zinsnede van dit artikel leze men : „banden van belijdenis en geschiedenis", of alleen : „banden van belijdenis". Immers, met de Remonstranten bestaan er banden van geschiedenis. De kerkorde mag echter geen wegen openen, waarlangs zou worden binnengehaald, wat voorheen terecht werd uitgebannen.

Slotsom.

Onze slotsom ten aanzien van het Ontwerp Kerkorde in Eindredactie moet helaas dezelfde zijn als ten aanzien van de voorlopige redactie. Dit ontwerp is voor ons onaanvaardbaar. Onze bezwaren, die culmineren in hetgeen wij hebben aangevoerd tegen artikel X, blijven bestaan. De belijdenis mist haar kerkelijk gezag. Een groot bezwaar blijft ook voor ons, dat de Kerk wordt groot gemaakt tegenover de plaatselijke gemeente, welke als zelfstandige openbaring van het lichaam van Christus in het gedrang komt.

Met de bede, dat dit schrijven voor de Kerk vruchtbaar zij.

De Kerkorde-Commissie van de Gereformeerde Bond,

w.g. Ds, J. Vermaas, voorzitter.

w.g. Ds. P. Bouw, secretaris.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen