Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schuilt er ook gevaar in het oprichten van Evangelisaties?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schuilt er ook gevaar in het oprichten van Evangelisaties?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er zijn tal van gemeenten in ons vaderland, waar men op de kansel de mensen stenen voor brood geeft. In verscheidene plaatsen van ons land is weinig meer over van de eens zo bloeiende kerk onzer vaderen. De vrijzinnigen spreken in vele kerken voor stoelen en banken. Gewoonlijk houden zij slechts éénmaal per Zondag dienst, en dan komen er nog maar enkele tientallen mensen onder het gehoor.

Aan de éne kant gelukkig !

Ik denk voorts aan tal van gemeenten, waar de prediking wel orthodox heet, maar o zo weinig beantwoordt aan het leven der kerk. Onder zulk een prediking vindt Gods volk geen voedsel voor de ziel.

Is het dan niet toe te juichen, dat er hier en daar in den lande nog mensen gevonden worden, aan wie de Heere het oordeel des onderscheids heeft geschonken om het snode van het rechte te onderscheiden ?

Veelal leiden deze toestanden er toe, dat zulke mensen de hoofden bij elkaar steken en de hulp van Dienaren des Woords inroepen om in een prediking naar de belijdenis te voorzien, waarop de gemeente recht heeft.

Ondanks de bezwaren, daaraan verbonden, hebben we menigmaal advies in die richting gegeven en heeft dat gunstige resultaten afgeworpen.

Toch zijn er bezwaren aan verbonden, die we wel degelijk eens onder de ogen mogen zien.

Ik zou willen beginnen met het stellen van deze vraag : Hoe denken de mensen in onze evangelisaties over de kerk ?

Het kerkelijk besef is in sommige evangelisatiekringen wel heel ver te zoeken !

Er zijn streken in ons vaderland waar 't gewoonte geworden is dat iemand, die onder de dienst des Woords in het hart is gegrepen, nooit meer in de kerk komt. Zo iemand moet in het conventikel worden opgenomen.

Dat is al een heel scheve voorstelling van de waarheid.

Het Reveil, in het begin van de vorige eeuw, heeft ook al heel weinig kerkelijk besef getoond. Men ging te veel uit van de gedachte, die op zichzelf te prijzen is, dat het ons te doen moet wezen om mensenzielen voor Koning Jezus te winnen.

Ik kan het mij indenken, dat men er dan geheel gemakkelijk toe komt om te zeggen, dat men zich over dat instituut van de dienst des Woords, hetwelk wij Hervormde Kerk noemen, maar weinig behoeft te bekommeren.

Men vergeet echter, dat een zondaar maar niet als een eenling wordt gered. Hij is een rank van de hemelse wijnstok. Hij is een lid van het lichaam van Christus. Hij wordt daarom geroepen om in het midden van de gemeente de deugden Gods te verkondigen ; de deugden desgenen, die hem riep uit de duisternis tot het wonderbare licht, en in de uitnemende kennis van Christus voortgeleid te worden.

En daarom heeft niet elk kind van God apart te belijden, maar hebben ze samen een belijdenis, die hen aan elkander bindt.

Overal, waar mensen werden bekeerd onder de dienst des Woords, werden door Paulus gemeenten gesticht. Er werden ouderlingen en diakenen verkozen.

Niet ieder mocht het Woord bedienen ; niet ieder kon als ouderling of diaken optreden, maar alleen degenen, die wettig van Gods gemeente en mitsdien van God zelf daartoe geroepen waren.

Wat ligt er nu een heerlijke taak te wachten voor die kerk! Door de dienst des Woords moeten Gods kinderen worden gespijzigd en gelaafd, maar door die dienst des Woords moeten ook onbekeerden worden toegebracht tot het lichaam van Christus.

Ge ziet dus, lezers, dat de Heere een gewichtige taak op de schouders van de kerk heeft gelegd.

Van verscheuring van het lichaam van Christus wil de apostel Paulus niet weten. In de gemeente van Corinthe was de een van Paulus, de ander van Apollos, weer een ander van Cephas en een vierde van Christus. De apostel heeft geen ogenblik gezegd, dat dat wel goed was, als er in die vier verschillende groepen dan maar bekeerde mensen werden gevonden. Neen, hij riep het vermanend uit: Is Christus gedeeld ?

Ge zult dus beseffen, dat het maar niet een particulier liefhebberijtje van dezen of genen mag wezen om maar eens „sprekers" te laten optreden.

Er moet gevraagd worden of het woord, dat in de Hervormde Kerk gepredikt wordt, al of niet overeenkomstig de belijdenis is.

Dacht u, dat onze vaderen in de bloeitijd het zó maar toelieten, dat de ene predikant voor een groep ontevredenen in een andere gemeente op eigen gelegenheid ging preken?

Lees eens artikel 7 van de Kerkenordening der Nationale Middelburgse Synode van 1581.

„Men sal niemandt tot den Dienst des Woords beroepen, sonder hem in een Kercke te stellen, die hij dienen sal, aen dewelcke soo hij sonder conditie verbonden is, sal in gheene andere Kercke dienst aennemen moghen, dan door het oordeel en consent der Classe, daermede beyde de Kercke en de Dienaer tevrede sal moeten zijn. Voort sal niemandt gheoorloft zijn hier en daer te gaen predicken niet hebbende eenighe sekere plaetse, buyten consent en authoriteyt des Synodi ofte classis : ghelijck ook niemandt in een andere Kercke eenighe predicatie sal moghen doen, sonder bewilliginghe des Kerckenraedts."

In de Kerkenordening der Nationale Synode van 's Hage 1586 lees ik het volgende in art. 13 : Het sal niemandt gheoorloeft sijn, den dienst synder kerken onderlatende oft in gheenen sekeren dienst synde, hier en daer te ghaen predicken buyten consent ende authoriteyt des Synodi oft classis ; ghelijck oodk niemandt in een andere kerke eenighe predicatie sal moghen doen ofte Sacramenten bedienen, sonder bewilliginghe des kerkenraets.

En in de Kerkenordening van de Nationale Synode van Dordrecht lees ik in art. 15 het volgende :

Het sal niemand geoorloft zijn den Dienst zynder Kercken onderlatende ofte in gheenen sekeren dienst zijnde, hier ende daer te gaen predicken buyten consent ende authoriteyt des Synodi ofte classis ; ghelijck oock niemandt in een ander Kercke eenige Predicatie sal moghen doen sonder bewilliginghe des Kercken-Raedts.

Er is wel eens meer opgemerkt, dat niet al degenen, die voor onverdacht gereformeerd willen doorgaan, het ook in allen dele met de Kerkenordening van Dordrecht eens zouden zijn.

Evangeliseren tegenover degenen, die staan op de bodem van Schrift en Belijdenis, is verkeerd en moet ten strengste worden afgekeurd.

Maar we nemen nu het geval, dat evangeliseren door de nood gewettigd is. In de kerk wordt niet gepreekt naar Schrift en Belijdenis. Dan hebben de stichters van zulk een evangelisatie te beseffen, dat dat evangelisatiewerk toch maar een noodmaatregel is en een tijdelijk karakter moet dragen. Men moet naar de kerk terug. Nu dreigt er weer een gevaar. Namen noem ik niet, noch van de plaats, noch van de bestuursleden. Maar ik ken een geval, waarin de terugkeer tot de kerk alleen mogelijk werd geacht van de zijde der evangelisatie, als bestuurslid X dan ook ouderling zou worden. Omdat X echter niet de gewenste man bleek te zijn bij de kerkeraad, bleef de evangelisatie bestaan.

Zie, lezers, zó moet het niet. Daar hebben we het gevaar, dat die bestuursleden van de evangelisatie zich als kerkeraadsleden gaan gevoelen. Men voelt zich zó thuis in zijn evangelisatie, dat het de vraag is, of het wel waar is, dat men zich schuldig gevoelt zich bij de kerk te voegen.

Maar nu zijn we er nóg niet.

We beginnen nu sprekers uit te nodigen, Er worden verschillende predikanten aangeschreven. Eerst komt die bekende ds. X, die zoveel beroepen krijgt. Ja, dat was „een goeie waarheid". De daarop volgende week komt ds. B. Dat was wat minder goed bevallen. Dat bestuurslid, hetwelk de predikanten aanschrijft, krijgt een tip : Die moet je maar niet meer vragen !"

Dan volgt ds. Y, maar zoals ds. X het deed, had men het nog nooit gehoord. Die moest men toch wéer eens zien te krijgen.

Niet altijd gelukt het om predikanten te krijgen ; tenminste om de „besten" te krijgen, gaat heel moeilijk.

Dan maar een godsdienstonderwijzer !

Onder deze categorie van mensen worden flinke mensen gevonden, maar er zijn er ook onder, die ik met vreze hoe langer hoe verder zie gaan op dat pad, waarop men plus Calvinist que Calvin wil wezen.

Voor wie de Franse taal niet machtig is, willen we het even verduidelijken: men wil nog gereformeerder zijn dan Calvijn.

Zo hoorde ik kortgeleden een jong godsdienstonderwijzer (er zijn predikanten, die het ook doen) in een evangelisatie gezegd had in zijn preek „dat de mensen maar eens onbekeerd mochten worden. Die het vatten kan, vatte het".

Wat is het droevig, als jonge mensen zó beginnen te preken, Gods Woord zegt op menige bladzijde : Bekeert u. Maar dat is nu niet rechtzinnig genoeg meer, maar nu wil men het nog eens even veel dierbaarder zeggen.

De bedoeling, die achter deze gedachte ligt, is mij niet vreemd. Daar schuilt een kern van waarheid achter, maar toch weet ik voor dergelijk gedoe geen woorden te vinden.

Weet ge, wat meestal het eind van het lied is ? Vandaag of morgen komt er een vrije oefenaar en hij maakt van het hele zaakje een vrije, oud-gereformeerde gemeente, en zo gaat ook die groep van mensen weer uit onze aloude Hervormde Kerk.

Voor deze gevaren, die ik in dit artikel heb genoemd, mogen we niet blind zijn. Men biedt in vele kringen tegen elkander op in rechtzinnigheid, en men is er blind voor, dat het leidt tot verscheuring van het lichaam van Christus.

Zullen we dan het evangeliseren maar niet staken, na al wat we er van gezien hebben ?

En dan zeggen we : „neen".

Maar laten de ogen van allen, van bestuursleden van evangelisaties, van bedienaren des Woords en godsdienstonderwijzers, toch open zijn voor de gevaren, die ik even meende te moeten tekenen.

TIMMER.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1950

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Schuilt er ook gevaar in het oprichten van Evangelisaties?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1950

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's