In memoriam Antonie van den Berge
overleden te Gouda, de 4e Maart in de ouderdom van 49 jaar
Het is nu weer verscheidene jaren geleden, dat een goede vriend mij toevoegde : U komt nu in de jaren, waarin u begraven gaat. Aan dat woord werd ik dezer dagen onwillekeurig herinnerd, nu ik meer dan eens moest staan bij het graf, van wie ik zo goed heb gekend.
Donderdagmiddag was ik aanwezig bij de teraardebestelling van de heer Van den Berge, die na een maandenlang ziekbed door de Heere van zijn post was afgelost. Van zijn verscheiden maken wij ook in ons weekblad melding ; niet alleen was de heer Van den Berge een trouw medelevend lid, maar ook heeft hij deze laatste jaren met grote ijver medegewerkt in de Commissie tot hulpverlening aan de gemeenten, die oorlogsschade hadden geleden, welke Commissie door het Hoofdbestuur in het leven werd geroepen. In onze Commissie was hij de zakenman met de brede blik, de organisator, die van aanpakken en doorzetten wist, die belangeloos tijd, en dat niet alleen, ter beschikking stelde, niet, omdat hij met zijn lege tijd geen raad wist; integendeel, een Commissievergadering moest meer dan eens worden omgezet wegens een buitenlandse zakenreis, maar omdat de heer Van den Berge meeleefde met het wèl en wee van onze Kerk. Zeker, ook de plaatselijke gemeente was hem op het hart gebonden, maar hij had oog voor de gehele Kerk der Vaderen, die hij liefhad.
Vele honderden waren samengestroomd op het kerkhof van Gouda, om de begrafenis bij te wonen en ettelijke sprekers voerden het woord, vooraan de Burgemeester van Gouda. Van dit sterven is een rijk getuigenis uitgegaan. Aanvankelijk hoopte onze vriend, dat de ziekte nog zou wijken, alle middelen evenwel faalden. Maar toen vlees en hart bezweek, was de Heere zijn Rotssteen en zijn deel; daar is op het ziekbed geworsteld, en wie zal zich daarover verwonderen, maar meer dan daarover is de verwondering over de ruimte, waarin de Heere hem zette, als hij het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt, mocht zien. Hij was een man, voor de wereld rijk in deugden en in goede werken, maar voor God een arm zondaar, die alleen van genade kon leven. Tegen alle verwachting in waren de pijnen de laatste vier weken dragelijk, zodat niemand, die aan het ziekbed kwam afscheid nemen, ongewaarschuwd of ongetroost heenging. Treffend was het woord, door ds. Boer op het kerkhof gesproken : deze krankheid is niet tot de dood, maar ter heerlijkheid Gods, opdat de Zoon Gods door dezelve verheerlijkt worde.
Op geheel andere wijze dan onze overleden broeder dat aanvankelijk heeft verstaan, is dit door de Heere, die een Waarmaker is van Zijn Woord, bevestigd. Toen het sterven werd, bleek Gods genade genoeg te zijn. We zullen met ons omdragen blijven de herinnering aan een getrouw vriend, aan een medearbeider, die gewerkt heeft zolang het dag was.
Trooste de Heere mevr. Van den Berge en haar kinderen.
Alle vlees is als gras en alle heerlijkheid des mensen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord en zijn bloem is afgevallen, maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid.
A.
Bt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 1950
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 1950
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's