Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Opstanding en het Leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Opstanding en het Leven

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven. Johannes 11 vs. 25.

De Heere Jezus sprak deze troostwoorden tot de diepbedroefde Martha met betrekking fitst haar geliefde broeder Lazarus, die reeds vier dagen in het graf lag. Betekenisvolle namen voor Jezus: de Opstanding en het teven.

Hierin zijn de twee naturen van Christus verenigd. Als God was Hij het Leven, het eeuwige Leven, doch als mens moest Hij eerst sterven en opstaan, om tot het Leven te komen. Opstanding staat tegenover val. Christus behoefde geen Opstanding te worden, als Adam niet gevallen was. Adam is voor alle mensen tot een val geworden, maar Christus is niet voor alle gevallen mensen tot een Opstanding. Simeon getuigde er reeds van, toen hij het Kindeke Jezus in zijn armen had. Tot een val en opstanding veler in Israël. Het geloof beslist hier.

Wie niet in Hem gelooft, is alrede verdeeld en blijft in de dood, waarin hij gevallen is. Wie in Hem gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven.

Zelf was Christus niet gevallen, dus behoefde Hij ook niet voor zichzelf op te staan. Zijn opstanding was dus plaatsbekledend voor de Zijnen, die midden in de dood lagen. Het leven is Hij in Zichzelven, doch voor de gelovigen is Hij eerst de Opstanding en daarna het Leven. Beide namen zijn dus nauw aan elkander verbonden. Van nature liggen wij allen in de drieërlei doodslaat. Moedwillig zijn wij uit het leven Gods uitgevallen, al is er nog een zeker natuurlijk leven uit kracht van Gods algemene genade. Wij zijn echter levende gestorven. Machteloos en onwillig tot enig goed. Dood in zonden en misdaden. Bij de mens onmogelijk ins. om uit zijn doodstaat op te staan, hoe hij het ook probeert. Bij God is het echter niet onmogelijk. Voor Hem is onze dood slechts een slaap, waaruit we nog opgewekt kunnen worden. Christus moest daartoe eerst voor ons de dood in en daaruit opstaan, om aan Gods strafeisende gerechtigheid te voldoen. Opstanding en Leven is er dus mogelijk, maar alleen in Christus en buiten Hem nooit. Hij is de Opstanding en het Leven. Het Leven hier bedoeld, is Zijn Middelaarsleven, dat Hij verworven heeft in Zijn menselijke natuur door Zijn opstanding.

Dat Middelaarsleven is nu ook het leven van al de Zijnen, die in Hem geloven. Ik leef en gij zult leven. Dat is de troost van de Paasmorgen der verrijzenis. De Opstanding en het Leven van de ganse Kerk is in haar Hoofd, Christus.

Hoeveel vaster ligt het nu, dan in de eerste Adam, die slechts een mens was, die dat leven kon verliezen. In het genadeverbond vertrouwt God het leven niet meer aan de mens toe, want dan was het weer verloren. Niemand zal dus dat leven in eigen hand hebben, maar het dagelijks door het geloof in Christus moeten zoeken en vinden. Alleen door geloofsvereniging met Hem kunnen wij leven, en daarbuiten is geen leven, al willen we het voor leven houden.

Dit is de getuigenis Gods, dat Hij ons het eeuwige leven gegeven heeft, en dit leven is in Zijn Zoon. Het leven in ieder gelovige in zijn aanvang is Christus als de Opstanding. De wedergeboorte is het gevolg van de eerste aanraking met Christus door Zijn Geest als de Opstanding. Zo zegt Petrus, dat wij wedergeboren worden tot een levende hope door de opstanding van Jezus Christus uit de doden. Christus is de Opstanding = het begin, maar ook het Leven = de voortgang. Iedere ademtocht van het geestelijk leven is in Christus.

Als gij dus zo weinig leven in uzelf er­ vaart, dan komt dat hier vandaan, dat ge zo weinig geloofsoefening en - gemeenschap hebt met Christus. Dat is duidelijk. Ik ben de Opstanding en het Leven. Daarom ook de begeerte van Paulus, nadat hij Christus had leren kennen als de Opstanding en het Leven: dat ik Hem kenne en de kracht Zijner opstanding tot rechtvaardigmaking, heiligmaking en volkomen verlossing.

Al kennen we Christus nog niet door een bewust geloof, dan kunnen we toch wel reeds door Hem opgestaan zijn en leven. Het werk Zijns Geestes, ook in de overtuiging van zonden, is een levend werk, dat zaligmakend is, als het tot de verlossing en dankbaarheid leidt. Omdat Christus de Opstanding en het Leven is, mogen wij tot iedere dode zondaar zeggen in Zijn naam: Ontwaakt, gij, die slaapt en staat op uit de doden en Christus zal over u lichten!

Alleen door Zijn levendmakende Geest zal dit woord zijn kracht kunnen doen en dan zal die dode zondaar ook opstaan en tot het leven komen, evenals Lazarus uit het graf, op het machtwoord van de Levensvorst.

Gelooft gij dat? zo zeide Christus tot Martha en zij antwoordde: ja, Heere!

Kunt en durft gij dat ook antwoorden, lezer ? Dan hebt gij in waarheid Pasen mogen vieren. Dan is Christus ook aan u i» Zijn opstandingskracht en heerlijkheid verschenen. Hoevelen hebben Paasfeest gevierd in hun doodstaat, ook onder de trouwe kerkgangers, ja, zelfs onder degenen, die zich voor christenen uitgeven.

Het is leven òf dood, opstanding òf val. Vreselijk zal uw einde zijn, als ge zo buiten Christus blijft voortleven en straks zult sterven. Dan gaat ge de eeuwige dood tegemoet, waar ge eerst in volle bewustheid het gemis van dat Leven zult ervaren. Dan zal het nooit meer Pasen worden!

Nu kunt ge nog tot het leven komen, als ge met Christus wilt sterven en opstaan. Wie in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.

Welk een voorrecht reeds, als ge de zonde in al haar gruwelijkheid hebt leren kennen door de overtuiging des Heiligen Geestes, en dat ge daardoor de eeuwige dood verdiend hebt naar het rechtvaardig oordeel Gods. Voor u is er hope, ja, als het in waarheid is, dan is er al een opstaan uit het zondegraf.

Verloren zonen en dochters, belijdt dan : ik zal opstaan en tot mijn Vader gaan en ik zal zeggen: Vader, ik heb gezondigd, enz. Dan zult ge een verzoend Vader in Christus ontmoeten, wiens liefde al naar u uitging, voordat gij opstond, ja, van eeuwigheid, en die voor u Zijn Zoon in de wereld gezonden heeft, om ook voor u de Opstanding en het Leven te worden. Als ge dan de gemeenschap des Vaders zult smaken, dan zult ge uit Zijn mond horen: Deze mijn zoon, of dochter, was verloren, maar is gevonden; was dood en is weder levend geworden.

Dan zal het waarlijk Paasfeest zijn rondom de feestdis hier en hiernamaals, want die in Mij gelooft zal leven, al ware hij gestorven.

Hoogeveen.
HOVIUS.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 april 1950

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

De Opstanding en het Leven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 april 1950

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's