Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebed voor de Overheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebed voor de Overheid

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In sommige kringen ook van onze mensen bemerken we helaas wel eens grote minachting of onverschilligheid jegens Koningshuis en Overheidspersonen. Men schijnt soms te menen, dat het tot de trouw van de evangeliebedienaar behoort om flink op het Koningshuis en op de regering te schelden. Er zijn mensen, die het daarin al heel ver gebracht hebben.

U zult toch schrijver dezes geen ogenblik verdenken, dat hij ook al aanhanger geworden is van het Rooms-Rode blok. Vanaf de tijd, dat ik voor het eerst naar de stembus ging, gaf ik bij de stemmingen voor de Tweede Kamer steeds mijn stem aan de Anti-Revolutionaire Partij.

Of er ondanks mijn zeer grote liefde voor het Oranjehuis geen dingen zijn, die mij bedroeven, ik zou het niet durven ontkennen. Ik wil hier zeer kies zijn, want het smart mij aan mijn hart.

Ik wil slechts een ding noemen.

We lezen wel eens in de bladen dat de Prins op een Zondagmorgen in de kerk is geweest. Dat zou eigenlijk een overbodig bericht moeten wezen. Als iemand trouw naar de kerk gaat iedere Zondag, behoeft het niet in de bladen te worden vermeld, dat hij er geweest is.

Ik zou zo meerdere dingen kunnen noemen die liggen op het terrein van de Zondagsheiliging. Dat doe ik nu echter niet.

Het is zo goedkoop. Het is zo gemakkelijk om al dergelijke dingen eens op te sommen. Men heeft wel de kans bewierookt te worden, omdat men de moed had om Regering en Vorstenhuis het eens aan te zeggen. Nu las ik kort geleden aan tafel het tweede hoofdstuk van de eerste brief van de apostel Paulus aan Timotheus.

Daar lees ik letterlijk dit: „Ik vermaan dan vóór alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen voor alle mensen, voor Koningen en allen, die in hoogheid zijn, opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid".

Lezers, vindt ge dat niet een heel ander geluid?

We zullen wel onderscheid moeten maken tussen de smekingen en de gebeden.

Bij de smeking treedt het gevoel van nood en van verlangen op de voorgrond. Bij het woord gebed zien we meer naar de kant van zijn voorwerp. Dat is dus een tot God gerichte bede.

In de voorbidding openbaart zich de liefde tot alle mensen; in de dankzeggingen moet God de ere worden gegeven voor al de onverdiende weldaden en zegeningen, die God, de Heere, ondanks al onze zonden ons nog schenken wil.

Dat echter de apostel inzonderheid voor Koningen en voor allen, die in hoogheid zijn, wil gebeden hebben, mag ons wel ten zeerste verwonderen. Van die Koningen en Overheden heeft de apostel maar weinig goeds ondervonden. Integendeel ze hebben hem menigmaal laten geselen en in de ge­vangenis laten werpen. Noch van de kant van Felix, noch van de kant van Festus heeft hij veel goeds ondervonden. Gallio, de stadhouder, was iemand, die zich van zijn zaak niets aantrok. Als de apostel opwekt tot deze voorbede voor de machthebbers, zag het er al naar uit dat de machthebbers van het Romeinse imperium hem weldra naar het schavot zouden leiden.

Menigeen zou denken, dat voor zulke overheden een vloekpsalm het beste zou wezen, en nu komt de apostel met de ernstige vermaning, om vóor alle dingen toch voor die vijandige overheden te bidden.

Waarom zou de apostel Paulus toch zulk een advies hebben kunnen geven, want dat lijkt nu toch immers geheel tegen de draad in te gaan van het gewone logische denken.

Uw verwondering moet echter aanstonds wijken, als ge bedenkt, dat de overheden toch van het hoogste belang zijn voor de kerk Gods. Als er onder een volk maatschappelijke orde mag heersen, dan is daarmee een onmiskenbare voorwaarde geschonken voor de rustige ontwikkeling van de kerk Gods.

En nu is het toch de taak van de Overheden om te zorgen, dat er een ordelijke samenleving zal wezen. Het is daarom, dat hij opwekt om voor de Overheden te bidden, opdat wij een stil en gerust leven mogen leiden.

In dit verband is het merkwaardig om op te merken, wat we in Jeremia 29 vs. 7 lezen. Daar staat het volgende geschreven: „en zoekt de vrede der stad, waarheen Ik u gevankelijk heb doen wegvoeren, en bidt voor haar tot de Heere: want in haar vrede zult gij vrede hebben".

Het is echter de apostel maar niet slechts te doen om vrede en aangename rust voor zichzelf en voor de kerk. Neen, hij voegt er immers aan toe: „in alle Godzaligheid en eerbaarheid".

Ja, dat is het heerlijke einddoel, hetwelk de apostel Paulus zich voor ogen stelt, dat juist door de vrede en de rust in den lande, de weg moge worden gebaand voor Gods kerk tot de waarachtige vreze Gods.

Misschien zal iemand van de lezers vragen, wat we dan van God, de Heere, voor die overheden hebben te bidden.

We hebben voor hen te bidden, dat ze zich bewust mogen wezen van de ernst en het gewicht van hun taak om de gerechtigheid te handhaven, en door wijs beleid te zorgen, dat door de zonde en door de wanorde en het onrecht, het leven in de maatschappij niet tot een hel worde.

We hebben te bidden, dat zij geen slachtoffer zullen worden van de hovaardij. We noemen slechts enkelingen. Napoleon en Hitler waren nog niet tevreden met de macht die ze bereikt hadden, zij werden gedreven door een ontembare zucht tot macht.

We hebben te bidden, dat de overheden in dagen van tegenspoed de toevlucht niet zullen nemen tot bedrog en slinkse wegen. In het boek Daniël lezen we, dat een sata­nische geest de koning van de Perzen vijandig trachtte te stemmen tegen het volk van Israël. Zoiets gebeurt nog. De satanische machten zijn druk in de weer en verwekken overal onheil, ontevredenheid en revolutie. Zal dan Gods gemeente de hemel niet bestormen, dat God Zijn engelen stelle tegen de satanische machten?

Het woord van de apostel om voor de overheden te bidden, heeft een draagkracht voor alle eeuwen.

Bidden voor Koningin Juliana, Koning Leopold, president Truman, enz. enz.. Ook voor Stalin ? Ja, voor Stalin ook. Ik bid u, lach niet, want die in de Naam van Christus bidt, bidt om de heerschappij van Christus. Gezegend die koning, die vorst, die overheid, die nog onderdanen mag hebben, die voor hem bidden.

Zou er niet veel te weinig voor de overheid gebeden worden?

Ook in het verleden.

Minder schelden en meer bidden!

't Is mij wel eens opgevallen, dat juist in die kringen, waar het individualisme hoogtij vierde, het meest op de overheid gescholden werd. Het was dan ook niet te verwonderen, dat er juist in die kringen zovelen gevonden werden, die van het Nazidom alles verwachtten en de vijanden van ons volk, de Duitsers, met vlag en wimpel hebben begroet en zich onder hun vanen hebben geschaard.

O, wat een zelfverblinding!

TIMMER.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 april 1950

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Gebed voor de Overheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 april 1950

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's