Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een domine vertelt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een domine vertelt

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

XI. ZIEKENBEZOEK.

2. Berichtgeving.

Een enkele maal doet zich wel eens het geval voor van „Bijgelovige Berichtgeving".

Menl denkt er dan niét over, een predikant te roepen, terwijl de zieke al lang daar neerlag en er schone gelegenheid bestond, eens met hem te spreken. Men wacht totdat het doodsuur nadert. Dan moet spoedig , , de geestelijke" gehaald.

Hij moet de schade inhalen met een soort , , laatste oliesel".

Ik herinner mij zulk een geval uit Leerdam.

Ik was nog maar kort in de Gemeente en had juist een Kerkdienst op Woensdagavond.

Daar werd mij gevraagd, om direct bij een stervende te komen. De straat, waarin hij woonde, lag allesbehalve in de buurt. Ik moest mij haasten, /

Het werd een zoeken, dwalen van de ene straat in de andere en het begon langzaam aan donker te worden.

Eindelijk, daar zag ik iets in de verte. Was het een oploop ? Een menigte mensen verdrong zich daar voor een huis. Dat was het huis van de stervende.

Het raam stond open. Van buiten zag men de stervende zieltogen. Dat trok aller nieuwsgierigheid. Zelfs de gang stond propvol.

Daar ging een gemompel door de rijen : „de geestelijke!" Zij wilden het evenement allen meemaken.

Ik ben maar begonnen, met al die mensen de gang en de kamer uit te bonjouren. Het was al te weerzinwekkend.

Met de kranke te spreken, was onmogelijk. Wij aanschouwden nog slechts enkele doodsnikken. Onverrichterzake vertrokken, kwam ik even te laat in de kerk.

Onnodig te zeggen, dat het de familie ook tegenviel. Ik had die kranke nog even in de hemel moeten bidden. Dan was het goed geweest.

Hier komt tegelijk nog een andere vraag naar voren : Wat wil de gehele Familie toch altijd bij de zieke, wanneer de domine aanwezig is ?

Is het somtijds niet meer dan nodig, om de mensen eens uit te drijven ? Begrijpt men dan niet, dat die kranke weerhouden kan worden, zijn hart uit te storten, wanneer iedereen er bij is ?

Ditmaal kwam men toch niet voor de gezonden, al zeggen zij dan ook meer dan eens : , , ik dacht anders, dat wij het ook nodig hadden".

Hoevele ziekenbezoeken zijn ook hierdoor totaal mislukt, omdat de gezonde mensen óf een deel van het bezoek voor zich zelf begeerden ófl althans u wilden vertellen, hoe het met de zieke was.

Zij waren niet uitgesproken over de doctoren en specialisten. Men kreeg verhalen, om cadeau te geven en de kranke lag daar maar en ontving niets.

Hoeveel moeite kost het vaak, om aan al die gesprekken een einde te maken.

Ook gebeurt het wel, wanneer een kranke bezig is, zijn hart uit te storten, wanneer er over zonde en schuld gesproken wordt, dat een van de familieleden hier weer tussenbeide komt en zegt : „domine, hij of zij is toch zo goed. Wij hebben er zulk een oppassend kind aan".

Ja, satan staat al lang gereed, om uw werk in 's Heeren wijngaard aan te vallen in de rug of onmogelijk te maken. De Fari-

zeers bukken zich mede over de bedstede, uit bezorgdheid, dat gij de zieke te hard aanpakken zult.

Het mooie van een ziekenbezoek gaat er op die wijze wel geheel af, en het gebeurt meer dan eens, dat de pastor met een onvoldaan gevoel over zich zelf thuis komt.

De oorzaak, waarom geen bericht van ziekte gezonden wordt, kan ook wel eens liggen in schuchterheid.

De zieke zou in dat geval een bezoek wel zeer op prijs stellen, maar er zelf om vragen durft hij niet. Somtijds uit vrees, , , dat domine eens iets van hem denken mocht", als ware hij namelijk een zoekend mens of als was er iets met hem gebeurd ; maar ook wel uit mensenvrees.

Ook wordt wel eens iets gevonden van de stemming van de hoofdman : „neem de moeite niet !" Of : „domine behoeft voor mij niet te komen."

Doorgaans hebben deze kranken iets sympathieks. Zij gaan van de gedachte uit: , , de Kerk behoeft voor mij die moeite niet te doen."

Dat is eensdeels wel jammer, want men weet niet eens meer, dat ziekenbezoek juist op de ambtelijke weg ligt. Zover is de Kerk daar al af komen te staan van de huisgezinnen ; al kan men ook zeggen : de huisgezinnen van de Kerk.

Toch is zulk een bezoek dikwijls aangenaam. Men treft bij die mensen nog wel eens aan een open oor en een ontvankelijk hart.

En bezoek wordt daar veelal zeer op prijs gesteld. Was de band met de Kerk enigszins verslapt, dit kan een schone gelegenheid worden, dat hij weer versterkt worde. Ook komt het wel voor, dat de berichtgeving eenvoudig nagelaten wordt. Niet uit onverschilligheid zozeer, maar omdat deze gedachte : „de domine kan mij toch niets geven", alles beheerst

Nu is dit o, zo waar ! Maar mag dit nu een reden zijn, om geen bezoek te verlangen ? Speelt de dode lijdelijkheidsgedachte hier niet menigmaal een rol ?

Of' een tikje hoogmoed : Ik weet zelf alles even goed, zo niet beter ?

De berichtgeving wordt ook wel eens eenvoudig vergeten. Waarom ? Omdat de zieke zozeer vertroost en verblijd is in de Heer e en in de ruimte gezet, dat een menselijk bezoek er niets meer toedoet. Dan gaat het zulk een ziel als de kamerling, die de hele Filippus niet meer zag. Hij dacht niet meer aan hem ; want hij reisde zijn weg met blijdschap.

Dat is alles goed en wel; maar zou een ander dat toch ook niet eens willen horen ? Vooral voor de ambtsdrager is het soms een grote vreugde, wanneer hij bij een zieke bespeurt : Hier behoef ik niet te denken aan uitdelen ; hier mag ik zelf ontvangen.

Hoe jammer dus, wanneer hij van Gods grote daden hier of daar niets verneemt. Men hoort er toch al zo weinig van en nu zou dit ook nog verzwegen worden.

Mag en moet de Kerk het ook niet vernemen, wanneer het van een harer leden geldt: „Gij zijt verlost! God heeft u welgedaan T'

Als één hd lijdt, lijden alle leden mede. Maar als één lid in Christus' kracht overwon, hoe moedgevend is dat voor allen, die dezelfde strijd leerden strijden. Wanneer het hun dan maar 'medegedeeld wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Een domine vertelt

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's