Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit ordinantie no. 3

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit ordinantie no. 3

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verkiezing van ambtsdragers

a. De verkiezing van ouderlingen en diakenen.

De bevoegdheid tot verkiezing van ouderlingen en diakenen berust bij de tot stemmen bevoegde lidmaten der gemeente.

Wat zijn „tot stemmen bevoegde lidmaten der gemeente" ?

Ie. Lidmaten (d.w.z. die belijdenis hebben gedaan, die binnen de grenzen der gemeente woonachtig zijn.

2e. In het lidmatenboek der gemeente zijn ingeschreven.

3e. De leeftijd van 21 jaar hebben bereikt.

4e. Op wie niet een bijzonder middel tot handhaving der kerkelijke tucht wordt toegepast.

5e. Die niet in gebreke zijn gebleven over het voorafgaande kalenderjaar hun aandeel bij te dragen in de verplichte betalingen, bedoeld in eerste lid art. 7 ord. kerkelijke financiën. (Hoofdelijke omslag).

b. De zesjaarlijkse stemming.

1. De tot stemmen bevoegde lidmaten der (wijk)gemeente kunnen hun bevoegdheid tot verkiezing van ouderlingen en diakenen zichzelf voorbehouden of de kerkeraad machtigen namens hen deze bevoegdheid geheel of gedeeltelijk uit te oefenen.

2. In November 1951, daarna in November 1956 en vervolgens om de zes jaren in de maand November, roept de kerkeraad deze lidmaten op tot een stemming, waarbij zij over de in het eerste lid van dit artikel gestelde mogelijkheden opnieuw een beslissing nemen met betrekking tot het op 1 Januari daaraanvolgend aanvangend tijdvak van zes kalenderjaren.

3. Deze stemming geschiedt, behalve waar de omstandigheden — zulks ter beoordeling van het breed moderamen der Classicale vergadering — dit niet toelaten, in een vergadering van lidmaten onder leiding van het moderamen van de kerkeraad, met gesloten stembiljetten, terwijl de meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen beslist en bij staking van stemmen de bestaande wijze van verkiezing gehandhaafd blijft.

4. Van de uitslag der stemming wordt binnen acht dagen schriftelijke mededeling gedaan aan het breed moderamen van de classicale vergadering.

Opmerkingen:

a. Het kiescollege verdwijnt in de nieuwe kerkorde.

Om de zes jaren wordt door de „bevoegde" lidmaten uitgemaakt, of zij de benoeming van ouderlingen en diakenen aan zich zelf houden dan wel deze aan de kerkeraad toebetrouwen.

Onder de oude reglementen kennen wij een tienjaarlijkse verkiezing ; kortweg kerkeraad of kiescollege.

Dit wordt nu een zesjaarlijkse verkiezing : kerkeraad of lidmaten.

Deze eerste verkiezing vindt plaats in November 1951.

De zittende kerkeraad blijft dus zitten, terwijl de verkiezing van ouderlingen en diakenen, die per 1 Mei 1951 of later moeten zitting nemen, hetzij ter vervulling van periodieke vacatures, hetzij wegens uitbreiding van het getal ouderlingen of diakenen, hetzij ter voorziening in om andere redenen opengevallen plaatsen tot 1 November 1951 nog geschiedt op de wijze, die ter plaatse op 30 April 1951 naar de bepalingen van het reglement op de benoeming van ouderlingen en diakenen gold.

Geschiedde deze verkiezing door een kiescollege, dan blijft dit ook gedurende het tijdvak van 1 Mei—31 October 1951 zo, maar opengevallen plaatsen in het kiescollege worden niet meer aangevuld en de tienjaarlijkse wordt niet meer gehouden.

b.' De lijst van tot stemming bevoegde lidmaten wordt opgemaakt door het college kerkvoogden.

Van 1 Mei—'31 October 1951 zijn alleen diegenen stemgerechtigd, die voorkomen op de lijst bedoeld in 3e lid art. 2 van het reglement op de benoeming, opgemaakt per 31 October 1950, m.a.w. de thans vigerende lijst.

c. Onder de bepalingen van bevoegdheid trekt de onder ten 5e genoemde bijzondere aandacht. Terecht is opgemerkt, dat dit een soort tuchtoefening is. Heeft men zijn hoofdelijke omslag niet betaald dan verhest men zijn stemrecht.

Deze bepaling komt uit de hoek van kerkvoogden. Dat men haar zo maar heeft opgenomen onder deze bepalingen van bevoegdheid is een merkwaardig symptoom van kerkrecht, waarop wij nog terugkomen in verband met de beroeping van predikanten.

Op welke wijze de verkiezing van ouderlingen en diakenen in de verschillende gevallen volgens de nieuwe kerkorde moet plaats vinden, hopen wij een volgende keer

te behandelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Uit ordinantie no. 3

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's