Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OVERGEGEVEN TER KRUISIGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OVERGEGEVEN TER KRUISIGING

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen gaf hij Hem dan hun over, opdat Mij gekruist zou worden. Joh. 19 : 16

Toen gaf Pilatus Hem over.

Toen ! Dat wil zeggen na het langdurige proces. Nadat Pilatus tot de conclusie was gekomen, dat Jezus een dweper mocht zijn, een dromer, een idealist, maar zeker geen misdadiger.

Nadat Pilatus zevenmaal gezegd had : , , Ik vind geen schuld in Hem".

Nadat Pilatus telkens weer wat anders verzonnen had om Hem maar vrij te kunnen laten : het wassen van zijn handen, de keuze tussen Jezus en| Bar-Abbas, de geseling.

Maar het volk blijft aanhouden.

Als gij dan niet wilt, Pilatus, gij moet het zelf weten, maar dan zijt gij des keizers vriend niet.

Nu weet Pilatus met ontstellende zekerheid, dat er maar één gered kan worden : Jezus of hij.

Voor de karakterloze stadhouder is de keuze niet moeilijk. Zijn baantje is in het geding gekomen.

Dan maar een onschuldige de dood ingejaagd, dan het recht maar vertrapt !

Toen gaf hij Hem dan over, opdat Hij gekruist zou worden.

Toen gaf Pilatus Hem over.

Pilatus, de lafaard, de onrechtvaardige rechter. Maar achter de rechterstoel van Pilatus staat een Ander.

Daar staat God de Vader, die Zijn Zoon overgeeft in de dood des kruises.

Achter en boven Pilatus staat de Vader, die Zijn Zoon geeft in de dood, opdat doodschuldige en doemwaardige mensen eeuwig leven zouden.

O, eeuwige liefde des Vaders !

Hij gaf Hem reeds, scheurde Hem van Zijn hart, toen God-drieënig, vóór de schepping der wereld Zijn heerlijk heilsplan uitwerkte in de binnenkameren van het hemelse heiligdom.

Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft.

Toen ! Ja, thans kan het geschieden. De volheid des tijds. De Zaligmaker is thans gereed en toebereid door de Heilige Gegst voor de laatste grote verzoeningsdaad.

Pilatus valt weg, al blijft hij voor zijn daad verantwoordelijk.

Hier geeft een Vadéi*'"Zijn kind in de dood ! Zijn heilig, vlekkeloos kind. Zijn Zoon, die God is.

Is dat niet even verschrikkelijk en even onrechtvaardig als wat Pilatus doet ?

Neen, want hier wordt Christus overgegeven in de plaats van Zijn verkoren volk. Het is de eeuwige afspraak. De Vader geeft en de Zoon laat zich geven.

De Heere heeft ons aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen.

Hier geen onrecht, maar eeuwig recht.

Alzo moest de Christus lijden. Moest, want er was geen andere weg, om een verloren volk met God te verzoenen.

Hij werd tot zonde gemaakt. Dus hier wordt overgegeven de gevallen Adam, de mens, die het gewaagd heeft zich los te scheuren van God, uit te breken uit Zijn Koninkrijk.

In Gods oog staat hier niet Christus, maar de zondaar.

Daarom is Zijn toorn billijk ontstoken. Als Christus Borg wil zijn, dan wacht Hem niets anders dan alleen het vlammend gericht Gods. En het is vreselijk, te vallen in de handen des levenden Gods.

Toen worden. gaf hij Hem over om gekruist te

Deze overgave betekent dus : onze God is een verterend vuur.

Weet u dat al, lezer ?

Ik "bedoel niet, of dat in uw godsdienstig

schema past. Ook niet, of dat in uw dogmatiek staat.

Maar of de Heilige Geest dat Woord heeft geschreven in uw hart.

Alleen een levende kennis heeft waarde, die kennis, die waarlijk een zaak der-ziel is ; die kennis, die vlees en bloed ons niet heeft geopenbaard, maar door de Geest van God in ons gewerkt is.

Mogen de lijdensweken van dit jaar ons uitdrijven tot gebed om toepassend Geesteswerk in ons innerlijk. Dan wordt de lijdensgang en de stervensnood van Christus ons doorzichtig. En dan gaat het betekenis krijgen voor ons eigen hart en leven. Dan geeft Gods Geest ons in te leven, dat Christus daar staat in het brandpunt van óns oordeel.

Ons oordeel ! O, Heere, dat ben ik waardig, wat Christus droeg. De schijnwerper van Gods Woord en Geest staat op mijn eigen hart, dat boos is en verdorven, en op mijn eigen leven, dat boordevol is van verzet tegen een heilig God.

Dit geeft een droefheid, die de wereld niet kent. Een droefheid naar God.

Zo zwaar als de straf is, zo zwaar heb ik gezondigd.

Zo verschrikkelijk als' het oordeel is, zo verschrikkelijk heb ik Uw Majesteit aangerand.

- Zo oneindig als Uw verstoting is, zo oneindig heb ik U verstoten.

Het hoge hart breekt, en de ziel wordt verbrijzeld. Ik ben een mens in nood, in geestelijke nood, in de nood der verdiende verlating van God.

En als nooddruftig mens, blijft mij maar één ding over : , , Ik zal mijn Rechter om genade bidden".

Maar als wij aan het einde zijn, gaat de Heere beginnen.

Want zie, verslagen zondaarshart, uw Rechter is genadig.

Nu gaat gij het pas ervaren, geestelijk doorzien en doorleven.

Deze Rechter, wiens oordeel u beven doet, is u genadig. Hij' mag u genadig zijn en Hij zal u genadig zijn. Zijn recht komt er niet bij tekort. Zijn recht heeft zijn loop gehad. Want Hij is volkomen ongenadig geweest tegen uw dierbare en liefelijke Plaatsbekleder, Zijn eigen Zoon, als het Lam, dat uw zonde draagt.

Zalig, om nu niets meer hebbende dan zonde en schuld, door de Heilige Geest gedreven te worden tot het omarmen van die Zoon met de armen des geloofs.

Mijn Borg !

De zonde valt weg en de schuld is er niet meer. Als ik Hem vind en van Hem gevonden word, haalt de Vader een streep door mijn schuld in Zijn boek.

Christus gevonden en door Hem in de gunst van de Vader hersteld.

Christus overgegeven.

En mij nam Hij aan.

Daarom is het geloof niets anders dan zalige verwondering over de grote daden Gods.

Overgegeven, opdat Hij gekruist zou worden.

Van dat vloekhout druipt zegen, niets dan zegen, voor degenen, die gelovig op die Gekruiste zien.

Daardoor ben ik zeker, dat teken gaf mijn God mij, dat Hij de vervloeking, die op mij lag, op Zich heeft geladen.

Geslingerde ziel : hier, hier alléén is vastheid voor uw hart. Een weg der verzoening, ontsloten in Zijn lijden.

Daar is betaling voor uw zonde.

Daar is gerechtigheid, die gij nodig hebt voor God.

Door het kruis van Golgotha ben ik zeker, dat ik nooit te gering kan denken van mijzelf, maar ook nooit te groot van 's Heeren goedheid en dat ik nooit teveel van Zijn gunst verwachten kan.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

OVERGEGEVEN TER KRUISIGING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's