Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET KWAAD TEN GOEDE GEDACHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET KWAAD TEN GOEDE GEDACHT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Gijlieden wel, gij hebt kwaad tegen mij gedacht, doch God heeft dat ten goede gedacht, gelijk het te dezen dage is, om een groot volk in het leven te behouden. Genesis 50 : 20

Bovenstaand antwoord werd door Jozef gegeven op de dringende bede van zijn broeders hun leven te willen sparen. Wat toch was het geval ? Na de dood en de begrafenis van hun vader Jakob blijken diens zonen door een verklaarbare angst te zijn aangegrepen, en vol spanning vragen zij zich af, wat Jozef nu zal gaan doen. Zal hij zich nu gaan wreken over al het kwaad, dat zij eens hun broer hebben aangedaan ? Volgens hun besef heeft hij er recht toe. Het was immers wel heel erg geweest, zoals ze hem nu jaren geleden behandeld hebben. Zonder op zijn smeken te letten hadden ze hem uit zijn vaders nabijheid weggerukt en hem verkocht aan een passerende karavaan Ismaelitische kooplieden, blij nog zo gemakkelijk van hem af te zijn.

Is het wonder, dat de herinnering aan deze misdaad hen kwelt en ze doodsbang zijn dat Jozef zich thans wreken zal ? Geen beter middel weten ze dan hun vaders advies te volgen en Jozef te smeken toch hun zonde te vergeven en van alle wraak af te zien. Zo geschiedt en als ze dan zich voor hem neergebogen hebben en hun bede gedaan, dan wachten ze vol spanning op zijn antwoord. Wat zal hij zeggen ? Zal er volgen bitter verwijt, wraak of zal hij vergeven en vergeten ?

Wat Jozef dan zegt is wel zeer merkwaardig geweest.

Zijn antwoord geeft ons een kijk op de wereld- en levensbeschouwing, welke Jozef zich door de genade Gods heeft eigen gemaakt bij al de wisselingen en wendingen in zijn eigen veelbewogen leven.

Hier is een getuigenis van geestelijk doorzicht.

Hier is een spontane belijdenis van geloof. Immers Jozef ziet zijn ganse levensgang in het verklarende licht van de leidingen des Allerhoogsten. Die heeft over hem beslist. Jozef zelf heeft zijn leven niet gemaakt. En zijn broeders hebben zijn leven niet bedorven. Neen, God heeft zijn leven zo gericht en zo bestierd als het Hem heeft behaagd.

En nu heeft de Almachtige ook al het kwaad, dat de broeders hem indertijd hebben aangedaan, dienstbaar gemaakt aan Zijn goddelijke bedoelingen. Hij heeft hun misdaad ingevoegd in Zijn goddelijk plan. In hun kwade gedachten werden volvoerd Gods goede gedachten. En zonder dat ze dat hebben kunnen weten of vermoeden hebben nu hun afgunstige overwegingen en misdadige besluiten er toe moeten medewerken dat er een heel Volk door in het leven werd behouden. Zij verkochten Jozef naar Egypte, maar

God gaf Jozef aan Egypte opdat hij in donkere weg redder des lands zou worden, redder van Egypte en Israël incluis.

Ziehier Jozefs antwoord. Geen zweem van verwijt, Alleen maar de verheerlijking van de barmhartigheid en de alwijze voorzienigheid Gods. De broeders kunnen gerust zijn. Een gelovig kind van God wreekt zich niet. Dat ziet in alles hoge leiding en aanbidt.

Zo heeft Jozefs woord ons veel te zeggen, ook vandaag.

Neen, natuurlijk mag het nooit verkeerd gebruikt. Het is ons niet gegeven, om nu in een handomdraai alle raadsels in het leven op te lossen. Ook na dit getuigenis van Jozef blijft er veel verborgen en onnaspeurlijk.

Evenmin werd dit woord van Jozef voor ons bewaard om nu uit te gaan van de gedachte : „als alles toch goed komt, dan komt het er niet op aan wat ik doe en hoe ik leef. Laat ik dan desnoods het kwade doen opdat het goede er uit voortkome." Integendeel, kwaad blijft kwaad, nu en straks en altijd. Maar wel wordt het ons gegeven, opdat wij door geen enkele zorg in de war worden gebracht en te midden van alle raadselen goedsmoeds blijven.

Het leven is zo vol raadselen. Er is zo veel, waarvan wij geneigd zijn te vragen, hoe de Almachtige dat nu kan goedkeuren en dulden. Is het niet zo, dat we vaak geen weg meer weten met alles wat gebeurt ?

Gods leidingen zijn zo wonderlijk, zo onverklaarbaar vaak voor ons menselijk verstand en ons menselijk gevoel.

Als we aan het raadselachtige van ons leven denken, dan staan voor ons ook de figuren van Abraham, Asaf, Job, dan staat voor ons het volk van Israël, op weg naar Kanaan.

Of is het niet raadselachtig, als daar een gemakkelijke weg is naar Kanaan, en God leidt het langs de omweg, dwars door de woestijn met zijn vele gevaren en zorgen ?

Is het niet raadselachtig, als Job daar vlak na zijn rijkdom op de puinhopen moet neerzitten, beroofd van alles, zelfs van zijn kroost? Is het niet raadselachtig, als Asaf, de godvruchtige psalmist moet ondervinden, dat de goddelozen worden gebouwd, en dat zijn bestraffing er elke morgen is ?

Wat kan het leven vol van raadselen zijn, ook nu nog, voor menig kind van God. Wie kan de wegen des Heeren altijd doorgronden ?

Wat een idealen moeten grafwaarts gedragen, wat een leed geleden, wat een teleurstellingen ondergaan.

-Het is nog zo, dat de goddeloze wordt gebouwd en de godvrezenden worden afgebro­

ken tot op de grond toe. Nog is het zo, dat de Heere soms handelt dwars tegen alle menselijke verlangens en gedachten in.

Ik herinner mij "nog zo goed die goede vriend, die mijn paranymf was, toen ik in Utrecht mijn voorstel deed, en ook predikant wilde worden.

Wat was hij blij, toen hij ook bijna klaar was.

Geen wonder, want zijn ouders hadden zich krom gewerkt en het soberste leven geleid, om hem toch maar te laten studeren.

Eindelijk was het zover, dat hij klaar zou komen. Het laatste examen was vlak bij. En toen, toen werd hij ziek en stierf en de ou- - ders konden hun enige jongen grafwaarts dragen, zonder dat hij ooit de kansel had bestegen.

Raadselachtig is het leven met zijn vele pijn, zijn ziekbedden en tegenslagen. Raadselachtig vanwege de vele teleurstellingen en nood.

Nooit is het echter zwaarder dan wanneer de Heere doet als bij Jozef, als Hij n.l. afbreekt wat Hij zelf heeft gebouwd, uitrukt wat Hij zelf heeft geplant. Als wij los moeten laten, wat wij toch mogen zien als Zijn eigen werk.

Wat is het dan moeilijk, ook dan nog aan de Heere vast te houden, uit te gaan van de gedachte, dat Hij het goede met ons voor heeft. O, dat afgebroken worden, dat raadselachtige ingrijpen Gods in ons leven, wat kan het ons alle rust benemen.

De vraag rijst soms of God wel alle dingen - in Zijn hand houdt, en of het regiment aller dingen niet is verlegd.

Als we dat denken, dan roept het woord van Jozef ons echter tot geduld en vertrouwensvol wachten. Niet moedeloos worden, nog minder verbolgen" en opstandig maar wachten. Want alle dingen zijn in Zijn hand, de goede en de kwade, wat vreugde en wat teleurstelling geeft.

Zelfs de zondige daden des mensen stu- • ren Gods plannen niet in de war. Zij moeten hun ondanks Gods voornemen dienen. En dat voornemen is altijd goed. Het moet alles uitlopen op de aanbidding, op de glorie van de Eeuwige en op de redding van Zijn Kerk. Aan de uiteindelijke behoudenis der Zijnen en aan de komst van Zijn rijk wordt alles dienstbaar gemaakt, hoe onbegrijpelijk en tegenstrijdig het ook zijn moge.

Het gaat er om, dat we dat zien door het geloof, en dit geloof altijd weer ons leven beheerst. Slechts wie als Jozef de dingen van uit hoger licht leert zien, wordt niet in de war gebracht. Wat meer is. Wat Jozef kon, kan ook hij. Alle wraakgedachten blijven bij hem ver. Hij heeft alles in handen gegeven van Hem, bij Wien hij ook eigen leven veilig weet.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

HET KWAAD TEN GOEDE GEDACHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's