Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

NEDERGEDAALD EN OPGEVAREN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

NEDERGEDAALD EN OPGEVAREN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daarom zegt Hij : Als Hij opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevangen genomen en heeft de mensen gaven gegeven. Nu dit. Hij is opgevaren ; wat is het, dan dat Hij ook éérst is nedergedaald in de nederste delen der aarde? Die nedergedaald is, is dezelfde ook, die opgevaren is verre boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou. Efeze 4 vers 8—10.

In deze dagen na Pasen en Pinksteren gaan onze gedachten uit naar Christus' diepe vernedering en Zijn heerlijke verhoging. Vernederd tot in de dood aan het kruis, is Hij na van de doden verrezen te zijn verhoogd aan de rechterhand Gods.

Van alle heilsfeiten kan er niet één gemist worden. Zij staan in onlosmakelijk verband met elkander en zijn alle noodzakelijk voor de zaligheid van Zijn volk.

Reeds in het Oude Testament worden alle heilsfeiten genoemd.

In ons tekstwoord denkt Paulus aan een woord uit de 68ste Psalm. Volgens het opschrift is hij vervaardigd door de koninklijke zemger David.

Naar het algemeen gevoelen heeft hij dit lied gedicht met het oog op het opbrengen van de Ark des Verbonds öaar de berg Zion, nadat hij de burcht Zion op de Jebuzieten veroverd had.

Wij lezen daarvan in 2 Samuel 6. Gedragen door de Levieten, werd de Ark des Heeren uit het huis van Obed-Edom, de Gethiet, alwaar zij tijdelijk was ondergebracht, overgebracht naar Jeruzalem, onder muziek en gezang en allerlei vreugdebedrijf.

En het geschiedde — zo lezen wij — als zij, die de Ark des Heeren droegen, zes treden voortgeschreden waren, dat hij runderen en gemest vee offerde.

Het was als de triomftocht van een machtige koning, die geschiedde onder het gejuich van het volk en met bazuingeklank.

En hoe heeft David zich zelf vernederd! Zijn koninklijk kleed heeft hij afgelegd en zichzelf omgord met de linnen lijfrok van een eenvoudig Leviet. En uit alle macht huppelde hij voor het aangezicht des Heeren.

Hij achtte zich niet te hoog om als voor- . loper voor de Ark uit te gaan, zoals Oosterse vorsten, wanneer zij zich aan hun volk vertoonden, een voorloper voor de stoet lieten uitlopen om ruim baan te maken.

Uit dat alles blijkt, dat David in die Ark een schaduwbeeld zag van Jehova. Ja, zij was hem óók een type van de Christus, die eens uit hem zou voortkomen.

Neen, de man naar. Gods hart had niet dezelfde opvattingen als de heidenen, die in hun afgodsbeelden een belichaming van hun go­ den zien en die met die beelden hun goden vereenzelvigen.

Hij wist, dat de levende God niet woont in tempelen, met handen gemaakt, laat staan in een beeld. Hij wist ook, dat men geen beeld of gelijkenis van de Alomtegenwoordige en Almachtige maken mag, noch kan.

Maar de Ark der verzoening was hem een symbool van de God des genadeverbonds in de Zoon Zijner liefde.

De met goud overtrokken en van een gouden deksel voorziene bondskist was hem een zinnebeeldige voorstelling yan de Middelaar, die eens zou kunnen zeggen : Ik draag Uw heilige wet, die Gij de sterv'ling zet, in 't binnenst ingewand, en die met Zijn bloed verzoening zou doen over de overtreding van des Heeren geboden, zoals het met bloed besprenkelde verzoendeksel der Ark de tafelen der Wet overdekte.

Daarom heeft de man naar Gods hart zich niet te hoog geacht zich voor de Koning der koningen te vernederen en voor Zijn aangezicht uit te gaan om als Zijn nederige dienstknecht Hem de weg te bereiden.

David verstond het, dat hij de overwinning over zijn vijanden slechts aan de Heere te danken had.

Hij had, nadat hij te Hebron over geheel Israël tot koning gezalfd was, de burcht Zion op de Jebusieten veroverd en daarna had hij de Filistijnen, die aloude vijanden van Israël, volkomen verslagen, maar de eer daarvan, dat besefte hij, kwam niet hem zelf toe, maar de Heere zijn God.

En daarom was hij het niet, die een triumftocht hield, maar de Héére.

David hield na zijn overwinning niet zelf een luisterrijke intocht in de hoofdstad van zijn rijk. Neen, de eigenlijke Triumphator werd door hem geëerd, Zion's eeuwige Verlosser en Koning.

En niet alleen, dat David aan de Heere de overwinning toeschreef, maar hij zag in Hem óók de Verzoener van zijn schuld. Zijn Heiland en Redder.

Daarom, toen Michal, de dochter van Saul, hem bestrafte, smadelijk zeggende : Hoe is heden de koning van Israël verheerlijkt, die zich heden voor de ogen van de dienstmaagden zijner dienstknechten heeft ontbloot, gelijk een der ijdele lieden zich onbeschaamd ontbloot heeft, riep David uit: voor het aan­ gezicht des Heeren, die mij verkoren heeft ja, ik zal spelen voor het aangezicht des Heeren.

Ook zal ik mij nog geringer houden dan alzo en zal nederig zijn in mijn ogen en met de dienstmaagden, waarvan gij gezegd hebt, met dezelve zal ik verheerlijkt worden.

Waarde Lezers!

Ootmoed, dat is het ware kenmerk van de gunstgenoten des Heeren. Genade leert een mens zich als een arme zondaar voor de Heere te vernederen, om slechts te roemen in Christus en die gekruist.

Zalig zij, die wel eens van harte geestelijk gehuppeld hebben van zielevreugd voor de Ark der Verzoening, om te roemen in de vrije gunst des Heeren, die eeuwig Hem bewoog.

Daartoe zullen wij moeten afleggen het sierlijke kleed van onze deugd en eigenwillige vroomheid, om ons te kleden met het gewaad van een nederige dienstknecht of dienstmaagd des Heeren, om Hem met hart en lippen te eren als Zions Borg en Koning.

Na de opvoering van de Ark des Heeren naar de berg Zion, om daar haar plaats in te nemen in het heilige der heiligen van de tabernakel, weerklonken de woorden van de 68ste Psalm : Gij zijt opgevaren in de hoogte. Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd. Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen, ja, ook de wederhorigen om bij U te wonen, o Heere God.

Waarde lezer (es), deze lofzang past Paulus verlicht door de Heilige Geest toe op de Heere Jezus.

De aloude waarheid, die de Heilige Geest eens door David verkondigde, vertoont zich in ons tekstwoord in een Nieuw Testamentisch gewaad.

Daarom zegt Hij, zo roept de apostel uit, als Hij opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevangen genomen en heeft de mensen gaven gegeven.

David zag in het opvoeren van de Ark des Verbonds naar Zions bergtop een voorafschaduwing van een toekomstig gebeuren.

Hij voorzegde de opstanding en hemelvaart van Christus.

Door Gods kracht verlost uit de gevangenis van de helse Filistijn door de opstanding uit de doden, is de Heere Jezus opgevaren naar 't hemelse Zion en daardoor is Hij bij machte Zijn kerk de volkomen gelukzaligheid te schenken.

Paulus wijst daarop met deze woorden : Nu dit. Hij is opgevaren. Wat is het, dan dat Hij ook eerst is nedergedaald in de nederste delen der aarde. Die nedergedaald is, is dezelfde ook, die opgevaren is verre boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou.

Waarde Lezers! Dezelfde Geest, die eens David bezielde, heeft ook Paulus verlicht. Ja, wel mag gezongen worden van Zions Borg en Koning :

Gij voert ten hemel op vol eer. De kerker werd Uw buit, o Heer', Gij zaagt Uw strijd bekronen Met gaven tot der mensen troost. Opdat zelfs 't wederhorig kroost Altijd bij U zou wonen.

En nu hebben wij te bedenken, dat aan de Terhoging van de Middelaar eerst Zijn vernedering vooraf ging.

Die het hoogst werd verheerlijkt, is éérst het diepst vernederd.

Ja, Hij, die van eeuwigheid de eniggeboren Zoon Gods was, is nedergedaald uit de hemelen.

Hij heeft de menselijke natuur aangenomen en is als een arm Kindeke in doeken gewonden neergelegd in een kribbe in een stal. Geen zonde kennende, is Hij zonde gemaakt.

Na ontvangenis en geboorte ging Zijn nederdaling steeds door. Het ging al maar naar beneden.

Hij had geen plaats om het hoofd neder te leggen. Hij had geen eigen woning op aarde. Hij was veracht en werd door de wereld versmaad en vervolgd. Ja, Hij zonk zelfs neer tot de allerdiepste versmaadheid en angst der hel. Banden des doods hebben Hem omvangen en angsten der hel Hem getroffen in Gethsémané, op Gabbatha en op Golgotha. Hij is gestorven de vloekdood der schande. Het graf heeft Hem omkneld en Hij is neergelegd in het stof des doods.

Zo is Hij, bij wijze van spreken, nedergedaald in de nederste delen der aarde.

Welk een vernedering !

Deze vernedering van de grote Davidszoon was nog dieper dan die van Zijn voorvader, die als een arme, berooide zwerveling rondtrok, toen Saul hem zocht te doden en die woonde in een spelonk in de woestijn.

Die vernedering was nög erger dan die van de Ark desr Verbonds, toen zij door de Filistijnen was '.weggevoerd naar hun land, om geplaatst te worden in de tempel van hun afgod Dagon.

En waaróm heeft Gods eniggeboren Zoon zich zo moeten vernederen?

Wel, omdat Hij de schuld van Zijn kerk op Zich had genomen, om die te betalen.

En waartoe dan dat alles?

Wel, opdat God' aan Zijn eer zou komen, niet slechts in Zijn gerechtigheid, maar ook in Zijn genade én opdat zondaars, zoals gij en ik zijn, zouden worden verlost van het verderf en zouden worden gekroond met goedertierenheid en barmhartigheid.

Dezelfde, die opvoer naar de hemel, is éérst nedergedaald.

En die nedergedaald is, is óók opgevaren ver boven alle hemelen, om in de hemel der hemelen te heersen als Zions Koning, tot heil van Zijn volk. ' •

O, welk een verschil tussen de gekruisigde Man der Smarten- en de verheerlijkte Heiland.

De discipelen herkenden Hem niet na Zijn gedaanteverwisseling, totdat hun ogen werden geopend.

En toen herkenden zij Hem aan Zijn lidtekenen.

De tekenen van Zijn verzoenend lijden en sterven waren voor hen een bewijs, dat de Levensvorst dezelfde was, die eens voor hen leed en stierf tot verzoening hunner zonden.

Het ging voor Christus door de diepste vernedering heen naar de hoogste heerlijkheid, opdat Hij alle dingen vervullen zou.

Uit hetgeen dan verder volgt blijkt, dat hier gedacht wordt aan alle behoeften van Gods kerk in geestelijk opzicht en aan alle zielenoden van Gods kinderen.

Hij geeft niet slechts ambtelijke gaven om Zijn kerk te onderwijzen, te leiden en te regeren, maar ook aan een ieder der Zijnen, wat hij nodig heeft tét troost, versterking en heiligmaking. .-.a> !| , *: „• il „ t^i^^M •

Zo wordt uit Zijn volheid genade ontvangen ook voor genade.

Maar hoe zult gij vervuld kunnen worden met de genadegoederen des Heeren, als gij niet éérst ontledigd zijt?

Ach, wij zijn van nature zo rijk en verrijkt en geens dings gebrek hebbende.

Maar Gods ontdekkende genade maakt ons gans behoeftig.

Dat volk, dat gans hulpeloos tot Hem gevloden komt, zal Hij ten redder zijn.

Hulpelozen worden geholpen.

Hongerigen worden verzadigd, maarjrijken ledig weggezonden.

En al behoort gij tot de meer bekommerde, dan tot de bevestigde zielen, dan laat de Heere u toch niet zonder genade en troost.

Dan moogt gij toch óok wel eens putten uit die Heilsfontein, die dorstigen laaft en verkwikt.

Maar de vermaning luidt toch, om volhardend in het gebed zich te beijveren om zijn roeping en verkiezing vast te maken, en biddende en worstelende op te wassen tot een volkomen man.

Maar dat geldt dus slechts voor hen, die zichzelf kennen in hun ellende en die slechfs begeren te pulten uit Christus'' volbracht werk.

Want ziet, ook in het bevindelijke leven is er van geen hemelvaart sprake zonder hellevaart. Dezelfde, die opvaart, moet eerst nederdalen in de diepte zijner verlorenheid. O, verneder u dan onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge ter Zijner tijd.

Want door de dood gaat het heen naar het leven, door de hellesmart heen naar de hemelvreugd.

Daarvan mochten David en Paulus getuigen.

Zij u dan Christus het een en het al, want als het leven Christus is, dan is het sterven gewm.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 mei 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

NEDERGEDAALD EN OPGEVAREN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 mei 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's