Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE COMMISSIE VOOR HET DIENSTBOEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE COMMISSIE VOOR HET DIENSTBOEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

De viering van het Heilig Avondmaal. Voorschriften uit de Reformatietijd en de huidige praktijk.

In gemeenten, waar men leeft bij de Gereformeerde belijdenis, is het een vaste gewoonte om op de Zondag, die vooraf gaat aan de viering van het Heilig Avondmaal, een voorbereidingspredikatie te houden en deze viering dan te besluiten met een dankzegging of nabetrachting. Dit gebruik gaat reeds terug tot in de dagen, waarin de Reformatie doorbrak en men worstelde om het kerkelijke leven een vorm te geven. Bij de vluchtelingenkerken te Londen kondigde men veertien dagen tevoren het Avondmaal reeds aan. Niemand mocht daarvan wegblijven, maar ieder moest zich vooraf reeds beproeven jegens God en zijn naaste. Wie ten Avondmaal wilde gaan, moest zich in die veertien dagen aanmelden bij de ouderlingen. Na elke middagdienst werd er met hen gesproken over het rechte toetreden. De dag vóór het Avondmaal was er nog een laatste voorbereidingspreek om 2 uur. Met de voorbereiding voor het Avondmaal werd dus alle ernst betracht. Dit moet ons niet verwonderen, want de viering van het Avondmaal was voor de gemeente nieuw en een hoogernstige en heilige stonde.

In die plaatsen, waar men nog geen voorbereidingspredikatie hield, was het toch gebruik om de tijd van de viering van het Avondmaal vooraf aan te kondigen, . opdat ieder zich zou kunnen voorbereiden en de ouderlingen de leden der gemeenten zouden kuönen bezoeken.

De synoden van Dordrecht verordenden in 1574 en 1578, dat vóór de bediening van het Avondmaal een predikatie gehouden zou worden, waarin van beproeving, bekering, verzoening met God en de naaste gehandeld zou worden. Op de dag van het Avondmaal zelf zou men zich dan bepalen bij onderwerpen, die de verborgenheden van het Sacrament zelf onderwezen.

Omtrent de dankzegging werden minder regelen gesteld. Men liet dit meer over in de vrijheid der kerken. Wel werd er aanbevolen om aan het einde van de Avondmaalsviering op te wekken tot dank aan God wegens Zijn grote liefde. Zo vond men inzake de dankzegging verschillende gewoonten. De ene gemeente had de gewoonte een afzonderlijke dankzeggingspredikatie te houden, de andere hield zich aan de gebruikelijke catechismusprediking, al of niet toegepast op de viering van het Avondmaal. Van lieverlede heeft de kerkelijke praktijk. zich in deze richting ontwikkeld, dat in gemeenten, waar men doordrongen is van de geest der Gereformeerde belijdenis en formulieren, een Avondmaalsviering voorafgegaan wordt door een voorbereidingspredikatie en besloten met een nabetrachtingspreek. De gemeenten voelen het als een feil, als de predikaties van voorbereiding en nabetrachting gemist worden of deze in haar bijzonder karakter niet tot haar recht komen. Juist bij de voorbereiding moet de tucht van Gods Woord en Geest over de gemeente gehoord en gevoeld worden.

Daarom valt het op en doet het onaangenaam aan als een afwijking van oude en goede, beproefde kerkelijke praktijk, dat het dienstboek voor de viering van het Heilig Avondmaal wel de aankondiging van deze dienst als voorschrift stelpt, maar een voorbereidingspredikatie is niet voorgeschreven. Het wordt aan het oordeel van de kerkeraad overgelaten of het gewenst is, dat de gemeente door de prediking tevoren op de viering van het Avondmaal wordt voorbereid. Slechts indien de kerkeraad het wenselijk oordeelt, zal de gemeente in de dienst des Woords op de viering van het Avondmaal worden voorbereid.

Nu is het me door een veeljarig verblijf en werkzaamheid als predijsant in het Noorden bekend, dat aldaar in vele gemeenten het Avondmaal wordt gevierd zonder voorafgaande voorbereiding en zonder dankzegging. Ja •— zelfs wordt niet overal ons wonderschone Avondmaalsformulier gelezen bij de viering van dit Sacrament. Wanneer men op dergelijke willekeur in het kerkelijk leven stuit ondervindt men aanvankelijk toch een schok. Het eigenmachtig optreden bij de viering van het Avondmaal is dah*zo ver gevorderd, dat men de onderwijzing van het officiële formulier van het Avondmaal ter zijde schuift om welke redenen dan ook en de gemeente berooft van de stichting en de zegen, die een aandachtige lezing van dit formulier vermag te geven. Het is te begrijpen, dat het een uitkomst voor zulke gemeenten en predikanten is, waar er nu verschillende formulieren met onderscheiden karakter worden aangeboden.

De motieven, die er toe leidden oni het formuiier ter zijde te schuiven liggen voor de hand. Men was innerlijk vervreemd van de geest van het formulier. Dit formulier dringt aan op ernstig zelfonderzoek, waarvan men afkerig was. Het spreekt van onze vervloeking vanwege onze zonde, van de toorn Gods over onze zonde. Het leert duidelijk de satisfactie. dat is de voldoening onzer zondeschuld door de bittere en smadelijke dood des kruises van Christus. Het Avondmaalsformulier is vol van uitspraken, die men niet aanvaardt. In het bijzonder zullen velen zich kanten tegen de centrale gedachte van het formulier van het Avondmaal : het plaatsbekledende lijden en sterven van Christus. Men leeft uit een andere geest dan dit klassieke formulier uit de reformatorische tijd ademt. En men behoudt bij de viering van dit sacrament nog wel enigermate de oude vorm, maar het heeft zijn wezen verloren. Het holle van zulk een Avondmaalsviering moet pijnlijk gevoeld worden, als men leeft uit de geest der Heilige Schrift en onze belijdenisgeschriften ; want wat blijft er over van het H. Avondmaal, als het hart, n.l. de verzoening van Christus door Zijn lijden en sterven er uitgesneden is. Dan vermag het niet enige troost te geven aan een zondaar, die zich zelf vanwege zijn zonde mishaagt en veroordelen moet. Het behoeft ons dan ook niet te verbazen, dat men het formulier van het Avondmaal ongebruikt laat, als men er geestelijk van vervreemd is en uit een geheel andere geest leeft dan waardoor de opstellers van onze formulieren in de dagen van de Reformatietijd geleid werden.

En toch bevat dit Avondmaalsformulier de officiële leer der Kerk omtrent het Avondmaal. Ook onder de organisatie van 1816 behoorde deze beleden en gehandhaafd te worden. En hoe is deze leer in de officiële godsdienstoefeningen miskend, ja verloochend en de gemeente van kostelijke onderwijzing en vertroosting beroofd.

Voorbereiding in het dienstboek facul' tatief.

Doch thans is er een reorganisatie tot stand gekomen, die tot Reformatie zal móeten leiden. De nieuwe kerkorde wil immers leiden tot gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en doen staan op de bodem der belijdenisgeschriften. Volgens de inleiding op het dienstboek der Nederlandse Hervormde Kerk in ontwerp heeft de Generale Synode om willekeur te vermijden zoveel mogelijk aangesloten bij de liturgie, zoals ze historisch gegroeid is in het bijzonder in de Reformatietijd. Maar anderzijds is toch ook aanpassing betracht, waar er bepaalde, historisch en dogmatisch minder verdedigbare gebruiken in onze kerkdienst ingeburgerd zijn. Dit laatste nu is een concessie aan gebruiken, die men krachtens zijn ingenomen standpunt veroordeelt. Nu moet er toegegeven worden, dat het uitermate moeilijk is om orde te scheppen in een verwarde kerkelijke toestand, zoals we thans beleven, waarin feitelijk ieder deed en doet, wat goed is in eigen ogen. Maar het is toch op zijn minst twijfelachtig of het een goede therapie ter genezing van een ziek kerkelijk leven is om zich aan te passen aan gebruiken, waarvan men zelf zegt, dat ze met te verdedigen zijn. Aldus laat men de gelegenheid aan het kwade om voort te kunnen woekeren. Dat is een therapie, die afgewezen moet worden. Hier geldt het spreekwoord omtrent Je zachte heelmeesters. Wil men werkelijk sanering van het kerkelijke leven dan moet men weren, hetgeen niet verdedigd kan worden. Niet dat men van een rigoreus optreden bij chaotische toestanden heil zou kunnen verwachten. De ijver van Jehu wordt in de Heilige Schrift niet tot een navolgenswaardig voorbeeld gesteld. Maar toch zweeft ook weer bij een streven tot zui-

vering van een verworden kerkelijk leven ons het optreden van de Heere voor de geest, zoals ons dat beschreven wordt bij de tempelreiniging. Diezelfde Christus, die toch steeds de zachtmoedige is, grijpt in tot zuivering van het Huis Zijns Vaders. Met hetgeen in de kerk niet thuishoort mag geen compromis gesloten worden. Op dat gebied is alle concessie te veroordelen. Christus is Heere en Koning in Zijn kerk.

Nu is één van de gebruiken, die van lieverlede in de kerk zijn ingeburgerd in sommige gemeenten en niet verdedigd kunnen worden de viering van het H. Avondmaal zonder voorafgaande voorbereidingspredikatie. Het streven van de opstellers van het dienstboek in ontwerp om in de liturgie aan te sluiten bij de tijd der Reformatie zou een andere instelling ten opzichte van de voorbereidingspredikatie doen verwachten. In de Reformatietijd was de voorbereidingsprediking regel. In die verwachting nu worden we teleurgesteld. Wel wordt voorgeschreven, dat de viering van het H. Avondmaal op de voorafgaande Zondag moet worden aangekondigd, doch een voorbereidingspredikatie wordt slechts gehouden, als de Kerkeraad dit wenselijk oordeelt. De Ordinantie voor het H. Avondmaal is in dezelfde geest opgesteld.

Deze afwijking van het pad der vaderen uit de Reformatietijd is te betreuren. Men heefl bij de reorganisatie van het kerkelijke leven de viering van het H. Avondmaal sterk in het middelpunt van het leven der kerk getrokken. Zelfs wordt bij de bouw van nieuwe kerken aan de Avondmaalstafel een centrale plaats gegeven, maar men laat toe, dat de viering van het H. Avondmaal wordt afgesneden van zijn inleiding, de voorbereidingspredikatie. Men zal toch niet onderstellen, dat een gemeente de wekroep en toetssteen van een voorbereiding niet meer behoeft. Het geestelijk leven der kerk staat niet op zulk een niveau, dat men ieder ogenblik des Heeren Avondmaal waardig kan vieren. Er behoort wel terdege aangedrongen te worden op zelfbeproeving en verootmoediging, als men het H. Avondmaal vieren wil in de geest van het formulier. Me dunkt, dat voorbereiding ook alleszins aangeprezen moet worden, als men het kerkelijke leven leiden wil in de weg van gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en doen staan op de bodem der belijdenisgeschriften.

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 oktober 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

UIT DE COMMISSIE VOOR HET DIENSTBOEK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 oktober 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's