Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KOM EN ZIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KOM EN ZIE

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Joh. 1 vers 35—52.

Voor Johannes en Andreas was het grote moment in hun leven reeds gekomen, waarop zij het Lam Gods, de Messias hadden gevonden. Johannes weet na jaren nog precies het uur, toen hij discipel van Jezus werd. „Want (zo schrijft hij), het was omtrent de tiende ure". Misschien bent u wel jaloers op Johannes, dat hij zo precies dag en uur weet, waarop het grote licht in zijn hart ontstoken werd. Niet iedere discipel van Christus zal dit zo nauwkeurig weten, maar het is tenslotte niet zo belangrijk of wij dag en uur weten, als wij maar Christus als het Lam Gods, dat onze zonden op Zich nam, hebben gevonden.

Wat waren de harten van deze eerste discipelen verblijd! Andreas vertelde het Simon, zijn broer, en ook hij mocht de Heiland vinden. Philippus is de vierde man, die door Jezus wordt gevonden, Nathanaël is de vijfde. Over hem willen wij iets meer vertellen.

Hij woonde in Kana, in Galilea. En 't was zijn gewoonte om zich zo nu en dan onder de grote vijgeboom, die in zijn tuin stond, terug te trekken. Nathanaël hield van dat stille plekje. Hij ging daar niet alleen heen om wat uit te rusten, want dan zou Jezus hem niet herinnerd hebben aan die plaats. Neen, Nathanaël was een zoeker, een man, wiens hart onder de prediking van de Doper onrustig was geworden. Hij heeft het diep in zijn hart gevoeld : „Ik ben eigenlijk een verlorene!" En omdat hiji dat voelde, heeft hij stellig God om genade gesmeekt, en biddend uitgezien naar de komst van de beloofde Messias.

Nathanaël was dus een zoeker, maar ook reeds een door God gevondene. Zulke zoekers móéten vinden. En nu zijn er heel veel zoekers op deze wereld, mensen, die voelen dat ze iets kwijt zijn, dat er iets aan hapert in hun leven. En ze zoeken wel, maar ze vinden toch niet de echte vrede, omdat ze hun geluk in deze wereld zoeken. Ze blijven zoekers tot aan hun dood toe en de onvrede blijft in hun harten. We hebben allemaal wel iets van die aard in ons; we zijn allen van nature gelukszoekers naar de dingen van hier beneden. Heel anders wordt het, als we voelen dat we God kwijt zijn, dat tussen ons en God de grote kloof gaapt van onze schuld. Het wordt anders als we inzien, dat de oorzaak van onze armoede ligt in onze zonde, want als Gods Geest ons daarvan overtuigt, worden we Godszoekers, mensen, die vrede zoeken met God m de verzoening van hun zonde. Van die mensen heeft Christus gezegd, dat zij zullen vinden. Dat kunnen we zo treffend zien in de geschiedenis van Nathanaël.

Want Philippus komt tot hem en vertelt hem, dat hij de Messias heeft gevonden, waarvan Mozes en de profeten hebben getuigd, namelijk Jezus, de zoon van Jozef, van Nazareth. Philippus is een levende handwijzer voor zijn vriend Nathanaël. Wat is dat heerlijk, om voor anderen een gids te zijn. Het echte geloof is nooit afgunstig. Het gunt ieder de blijdschap van het vinden. Wat zijn wij? Handwijzers naar Christus, of misschien hindernissen voor andere mensen op weg naar de Heere Jezus? Laten wij onszelf hierover eens onderzoeken.

Philippus is eera lichtend voorbeeld voor alle ware gelovigen, want hij wijst die zoekende Nathanaël op Jezus. Hij doet het een beetje onbeholpen, wam, hij noemt Jezus de zoon van Jozef en hij ? #gt, wij hebben gevonden, inplaats van Jezus heeft ons gevonden, maar hij bedoelt het goed, want hij wijst van zichzelf af naar zijn Heiland. Nathanaël gelooft hem echter niet. „Kan uit Nazareth iets goeds voortkomen? " „Neen, . Philippus, dat heb je mis!" En wat antwoordt Philip­ pus nu? Zegt hij uitvoerig, hoe hij Jezus gevonden heeft? Zijn eigen bekeringsgeschiedenis? Neen! — Praten helpt niet. — „Kom en zie!", zo luidt kernachtig zijn antwoord.

„Kom en zie!"

Dit woord is een woord van troost voor alle echte zoekers. „Komt tot Jezus, allen die vermoeid en beladen zijt, Hij zal u rust geven!" Zie op Hem, de gekruisigde en opgestane Heiland, die uw zonde heeft verzoend, uw schuld heeft betaald en de straf heeft gedragen.

„Kom en zie!" in het geloof, op dat Lam, dat u met God verzoent, en dat u voor eeuwig gelukkig maakt.

„Kom en zie!" Staar u niet blind op uw zonden, want dan ontgaat u de vrede.

Nathanaël is ook niet onder de vijgeboom gebleven, hij komt in Gods kracht, en hij ziet de Christus, de Koning Israels, met het oog des geloofs. Jezus belooft hem een open hemel, want hij zal de engelen zien op en neer- • gaan op de Zoon des mensen.

Nathanaël heeft Jezus mogen vinden, en hij werd voor eeuwig Zijn discipel.

Lezer en lezeres, wilt u ook discipel van Jezus worden? Hij nodigt u!

„Hoort naar Zijn roepstem! Komt!"

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 februari 1952

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

KOM EN ZIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 februari 1952

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's