Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN WONDERLIJK BEVEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN WONDERLIJK BEVEL

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ga heen en was u zevenmaal in de Jordaan, en uw vlees zal u wederkomen en gij zult lein zijn. 2 Koningen 5 vs. 10.

Eens waren de inwoners van Nazareth woedend op de Heere Jezus. Zij meenden wel allermeest recht op Zijn wonderen te hebben en nu deed Hij ze niet. Wanneer Hij de onuitgesproken vraag leest in hun ogen (na Zijn prediking in de synagoge) en dan aantoont, 'dat de Heere in Zijn vrijmacht juist voorbijgaat wie rechten menen te kunnen laten gelden om Zich over onwaardigen te ontfermen, dan barst hun ergernis los. Want de Heiland herinnert o.m. aan de vele melaatsen, die ten tijde van Elisa de profeet in Israël waren, maar geen van hen werd gereinigd dan Naaman, de Syriër. En dat werkelijk niet, omdat deze Namaan hier op de juiste wijze ootmoedig om smeekte. Neen ; is de melaatse in zijn afzichtelijke onreinheid beeld van de mens, zoals hij voor God geworden is door de zonde, Naaman's geschiedenis typeert, hoe wij, mensen, ook als wij hebben leren zien, dat we reiniging van node hebben, deze op onze, eigen wijze menen te zullen ontvangen. Willen we al gered worden, dan toch op onze eigen manier. , , Ik zeide bij mijzelf...." Aan de wijze, waarop de Heere God het doen wil en doet, plegen wij ons hartgrondig te ergeren. Gelukkig echter, die zich gewonnen leert geven en in eenvoud en verwondering luisteren gaat en gehoor-zamen.

In Damascus stond en fraai huis en daarin woonde een beroemd man.

Een vreemdeling zou de bewoner misschien benijden, doch de armste tobber uit de stad wilde niet met hem ruilen : want ook hier weer dat tragische , , maar" : er is geen gaaf geluk in deze wereld : , , doch melaats". In dat zelfde huis is nog iemand, met wie niemand ruilen wilde : een slavinnetje, een kind nog, dat op een strooptocht weggeroofd was. Al had ze het niet slecht bij Naaman's vrouw, ze was toch uit haar ouderlijk huis weggerukt : alleen in de vreemde ; in het heidenland. Wat moet er nu van zo'n kind terecht komen?

Doch wie zó zou denken, vergeet, dat de God van Israël ook in Damascus legeert. Door Zijn hand had Naaman zijn kloeke daden kunnen doen, doch niemand had daar weet van, dan alleen dat jonge meisje, dat haar God niet Vergeten was. Geen leedvermaak, doch medelijden met haar zieke meester vervulde haar, en op zekere dag zegt ze tot haar meesteres : Mijnheer moest in Samaria zijn ; daar woont een profeet, die hem zeker genezen kan.

Dat is een groot geloof, want eeuwen later zal de Heere Jezus zeggen : geen van de melaatsen werd gereinigd in Israël de zieken stonden dus niet in de rij voor het huis van de profeet om genezing te vragen. Maar zij is overtuigd van de macht des Heeren, Om kort te zijn : Naaman krijgt buitenlands verlof van zijn vorst en reist met een aanbevelingsbrief af naar het land van Israël. Natuurlijk naar de koning te Samaria, want op zuiver-heidense wijze werd verondersteld, dat de profeet in dienst van de koning stond. Naaman neemt een groot kapitaal aan geld mee en tien feestgewaden : misschien zal hij heel wat deuren open moeten kopen en zo'n profeet doet het natuurlijk ook niet voor niets. Zijn gezondheid terug te krijgen is hem echter alles waard.

Een hevig ontstelde koning (Joram is geen held, zoals zijn vader Achab), die zelf niet aan Elisa gedacht heeft (hij leefde niet met God) of hem niet in deze zaak durfde te mengen (de verhouding tot de man Gods zal vermoedelijk niet zeer hartelijk geweest zijn) krijgt van de profeet de boodschap om de Syrische generaal maar naar hem toe te sturen. Dan zal hij weten, dat er een profeet, dus een levende God, in Israël is.

Weldra staat de indrukwekkende stoet voor de nederige woning van Elisa. Naaman wacht in zijn koets en verwacht, dat de man Gods naar buiten zal treden hij zal eerbiedig buigen, over de zieke plekken zijn hand bewegen onder aanroeping van de naam van zijn God het is wel bekend, hoe priesters van genezingsgoden optreden Maar niets van dat alles : er komt een knecht naar buiten met dat vreemde bevel, dat de Syriër in woede doet ontsteken. Dat is geen handeling. Wanneer het met baden genezen moet, kan hij zich beter dompelen in de heldere wateren van Damascus'_ stromen, dan in het troebele water van dat riviertje, dat zij overgestoken zijn. Hij heeft er geen vertrouwen in en geeft bevel om rechtsomkeert te maken. Gods Woord wordt verworpen ; hij moet nog leren zich daaraan te onderwerpen. Hier blijkt weer, hoe een mens geneigd is zich daarvan af te keren : het klinkt zo onwaarschijnlijk. Aan onvoorwaardelijke gehoorzaamheid is hij nog niet toe.

In gedrukte stemming wordt üë~ thuisreis aanvaard. Wanneer Naaman's boosheid wat gezakt is, vat één van zijn mannen de moed om hem aan te spreken ; had die profeet u maar een moeilijke opdracht of een kostbaar medicijn voorgeschreven u zou u onderworpen hebben. Maar nu het zo eenvoudig is, weigert gij. Doet u het toch! Dat is niet zozeer de raad van mensen, die zelf geloven, als wel van wie denden : probeer het in ieder geval; je kunt nooit weten. Doch de Heere, gebruikte deze raad om Naaman te overreden en 'bij de Jordaan (die verachte rivier) gekomen, stijgt Naaman uit zijn koets, legt zijn klederen af (de melaatsheid is nu onbedekt en in al haar afzichtelijkheid openbaar) en dompelt zich onder in het water : eenmaal, andermaal, ten derden male, (en er zal wel een stem gefluisterd hebben : houd maar op, het helpt toch immers niets) ja, na de zesde maal is hij nog dezelfde melaatse Maar ook de zevende maal gaat hij onder in het troebele water en dan dan heeft het wonder zich voltrokken : gaaf en fris is zijn vlees ; als een herborene mag hij een zijner feestgewaden aantrekken. Doch niet alleen zijn vlees is vernieuwd, ook zijn hart. Hij is een ander mens geworden ; een, die de afgoden afzweert en zijn leven wijden wil aan de enige God, die Zich als de levende bewezen heeft : de God van Elisa, de God van Israël. Hem wil hij dienen. Hem alleen : met schrik denkt hij aan zijn dienst straks, die hem naast zijn vorst de afgodstempel zal doen betreden niemand denke, dat hij Rimmon nog vereert. Zelf zal hij geen andere. God dan de Heere offer brengen. Daartoe vraagt hij als gunst een last aarde om in zijn huis een stukske , , heilig land" te kunnen hebben, waar het altaar zal zijn opgericht, waar hij samen met zijn slavin de Heere lof en dank brengen kan. Elisa had het geschenk, hem eerbiedig aangeboden, afgewezen : Naaman moest het goed weten, dat genade genade is ; om niet j vrije, gunst.

Vanuit het Evangelie kunnen wij eerst recht leren verstaan, hoe in dit oude verhaal ons Christus gepredikt

wordt. Eeuwen later zal blijken, hoe de Jordaan de doodsrivier is. Want dan zal daar de voor het natuurlijk gevoel zo grimmige boetgezant staan, de tweede Elia, die Israël tot bekering roept in verband met de naderende Koning. En alsof zij onreine heidenen zijn, eist hij dat wie zich bekeren, zich zullen onderwerpen aan de vernederende doop, de onderdompeling in de Jordaan. Om hun oude leven te begraven en als nieuwgeborenen te wachten op Hem, die met het vuur van de Heilige Geest dopen zal. Wie niet van harte zich bekeert, wordt geweigerd. Doch ook die Ene, die komt en tot Wien Johannes spreekt: Mij is nodig van U gedoopt te worden en komt Gij tot mij? Doch het antwoord is : „Laat nu af (doe het), want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen". Het is Gods wil, dat de Reine Zich als een onreine laat behandelen. Dat de Levensvorst uitspreekt de dood in te zullen gaan voor de Zijnen, die dood zijn in de zonden en de misdaden. En door wat er gebeurt bij Diens doop, weet Johannes het: uZie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegdraagt".

In dit licht lezen wij de geschiedenis van Naaman de Syriër en het wordt door Gods Geest ons verklaard: wij zijn de melaatsen, die Psalm 51 met David hebben te zingen. Doch nu wordt het ons gepredikt: Zijn bloed reinigt van alle zonden. Bij de geslagen en verachte Christus alleen is reiniging en vernieuwing : dompel u onder in Zijn dood.

We hadden ons het misschien zo heel anders voorgesteld. Dat we het kopen moesten met onze schatten (deugd en vroomheid), doch dit alles is als ondeugdelijke huismiddeltjes die de kwaal slechts verergeren of bedekken, terwijl de ziekte ten dode voortvreet. Het lijkt zo onwaarschijnlijk, zo gemakkelijk en het is zo onmogelijk.

Doch wanneer Gods Geest Christus verklaart aan het zondaarshart, dan w^ordt geleerd, waarom de Schrift de Doop , , het bad der wedergeboorte en de afwassing der zonden noemt".

, , Of weet gij niet, dat zo velen als wij in Christus Jezus gedoopt zijn, wij in Zijn dood gedoopt zijn ? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwheid des levens wandelen zouden". (Rom. 6 vs. 3, 4).

Zeven maal : het getal der goddelijke volheid. Herhaaldelijk ; altijd weer.

Christus is immers niet alleen tot rechtvaardiging, ook tot heiliging geschonken. Zijn bloed neemt de schuld der zonde weg, ook de smet Zijn Geest breekt de macht der ongerechtigheid. , , Indien wij uit zwakheid somtijds in zonden vallen "

Hij is de volkomen Zaligmaker.... tot Hem dan de toevlucht genomen.

, , Gijlieden zijt rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb" reinverklaard én dan hebben wij de dagelijkse reiniging van node (de voetwassing beeldt dit zo treffend uit).

Geloofd zij Jezus Christus tot in eeuwigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 1953

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

EEN WONDERLIJK BEVEL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 1953

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's