ONDERWIJS

Keuring.

Sinds 1934 geldt bij het Onderwijs de „Wet tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs". Krachtens deze wet moet elke leerkracht zich aan keuring onderwerpen, alvorens in de school te worden toegelaten. Deze keuring komt practisch hierop neer, dat wordt onderzocht of de betreffende leerkrachten lijdende zijn aan besmettelijke longtuberculose. Blijkt dat een onderwijzer daaraan lijdt, dan kan hij niet op school werkzaam zijn. Blijkt dit niet het geval te zijn, dan krijgt hij een door een districtsbureau voor de tuberculosebe, strijding afgegeven bewijs, waarin op grond van een door een , , tuberculosearts" ingesteld onderzoek verklaard wordt dat hij niet lijdende is aan tuberculose van de ademhalingsorganen in de zin van art. 1, tweede lid, der wet van 7 Dec. 1934 (Staatsblad no. 642).

Men heeft gevraagd of niet evengoed elke leerling zulk een , , verklaring" zou moeten hebben. Dit wordt blijkbaar niet nodig geacht, maar naast particulier onderzoek, waaraan regelmatig de gezinnen der employe's van bedrijven, onderworpen worden, is er toch ook het regelmatig onderzoek der leerlingen door de schoolarts. Waar voor speciaal t.b.c.-keuring een kleine injectie nodig is, wordt eerst de toestemming der ouders gevraagd.

Dit alles dient niet alleen om besmetting zo mogelijk te voorkomen, maar ook door eventueel t.b.c. vroegtijdig te ontdekken, de kans op genezing menselijkerwijs zo groot mogelijk te maken. Dit jaar (1953) is er wat keuring betreft, voor het onderwijzend personeel weer iets nieuws bijgekomen.

Wat is het geval?

Reeds jaren ijveren de onderwijzers voor een betere verlofregeling bij ziekte. Bij de rijksambtenaren is deze regeling beter dan bij het onderwijzend personeel. „Nu", zeggen de onderwijzers, , , dat betere willen we óók graag hebben !" , , Best", heeft de regering geantwoord, , , maar dan zult u ook aan dezelfde voorwaarden moeten voldoen, n.l. keuring vóór u voor 't eerst in de school komt, om uw betrekking te aanvaarden".

En zo is op 9 Mei 1953 een wijziging gekomen in de Lageronderwijswet (art. 36) of liever, er is een nieuw artikel 36bis Ingevoegd. Dit behelst kort samengevat het volgende :

1. Om voor de eerste maal tot een school te worden toegelaten, moet de onderwijzer in het bezit zijn van een geneeskundige verklaring, , dat hij geen ziekten of gebreken heeft, welke hem voor het ambt van onderwijzer ongeschikt maken.

2.. Teneinde deze verklaring te krijgen, wordt vanwege burgemeester en wethouders een geneeskundig onderzoek ingesteld.

3. Wie ongeschikt is bevonden kan, onder overlegging van een met redenen omklede geneeskundige verklaring, aan burgemeester en wethouders herkeuring aanvragen. Ook deze, herkeuring geschiedt door éen of meer geneeskundigen, door B. en W. aan te wijzen.

De onderwijzer kan eveneens een geneeskundige aanwijzen, die aan de keuring deelneemt. Deze heeft dan echter slechts adviserende stem en komt voor rekejiing van de betrokken onderwijzer:

4. Als een reeds in dienst zijnde leerkracht ziek wordt of een ongeval krijgt, kunnen B. en W. een geneeskundig onderzoek doen instellen of diensthervatting al of niet kan plaats vinden.

5. Er kan een algemene maatregel van bestuur tegemoet gezien worden betreffende :

a. het onder 2. bedoelde geneeskundige onderzoek ;

b. de inhouding van jaarwedde en wedde bij weigering zich aan het onderzoek onder 4. te onderwerpen en bij niet hervatting van de dienst, indien daartegen op grond van dit onderzoek geen bezwaar bestaat.

Zoals dit hierboven is weergegeven, geldt het voor het Openbaar Onderwijs. Voor het Bijzonder Onderwijs geldt echter precies dezelfde regeling, alleen moet u dan in de plaats van burg. en wethouders lezen : He, t Schoolbestuur.

De onder het 5e lid genoemde algemene maatregel van bestuur is nog niet verschenen. Naar mijn mening kan men daarom het beste met de keuring nog wachten, totdat deze zal zijn verschenen. Men kan natuurlijk voor nieuw personeel reeds tot keuring overgaan, in de hoop dat deze bij het verschijnen van de algemene maatregel van bestuur zal worden erkend. Maar dan bestaat altijd de mogelijkheid, dat deze keuring opnieuw zal moeten geschieden ; immers is niet aan alle formaliteiten voldaan, omdat deze nog niet bekend zijn. De keuring op t.b.c. blijft hiernaast bestaan. Deze vindt trouwens niet alleen plaats bij de eerste betrekking op school, maar ook bij verandering, indien de afgegeven verklaring ouder is dan i jaar (bij tijdelijke betrekking) of 1/2 jaar (bij vaste betrekking).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen