Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TORADJA’S AAN DE GLAZEN ZEE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TORADJA’S AAN DE GLAZEN ZEE

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

Het was in het jaar 1912 dat aan de G.Z.B. een zendingsterrein werd toegewezen en zendeling v. d. Loosdrecht kon worden uitgezonden naar het land der Toradja's.

Het was een moeilijke taak die v. d. Loosdrecht en met hem later de andere zendelingen, te vervullen kregen. Want de Toradja's zaten diep geworteld in het heidendom. Meer dan 7000 adatbepalingen, n.l. 7777, waren er, die hen als in een dwangbuis bekneld hielden. In gestage vrees gingen ze hun weg. Want iedere afwijking van de adat, wekt de brandende toorn der geesten. Straffen zullen daarop volgen, zich openbarend in ziekte, misgewas en dood. Het is deze vrees die de Toradja's, ook al heeft hij een brandende dorst, van de verfrissende bron wegjaagt. Het is deze vrees die hem er toe brengt zijn karbouwen, waaraan hij zozeer gehecht is, met tientallen tegelijk te slachten, zodat hij voor heel zijn volgend leven verarmt. En dat terwijl de Toradja letterlijk niets kan missen en niet weet, wat het betekent barmhartigheid te doen of te ontvangen. Heel zijn godsdienstig leven wordt overheerst door voorouderendienst. Er is eerbied voor de doden. Het zijn immers de doden, die de macht hebben om de levenden voor- of nadeel toe, te brengen ? Steeds meent hij zich door de doden omgeven. Hij spreekt de doden toe en vraagt ze om raad, alsof ze nog bij hem waren. En telkens worden er weer grote dodenfeesten gehouden en offerfeesten aan de goden gewijd.

Het bestek van dit artikel laat niet toe om op de verschillende takken van het zendingswerk in te gaan.

De vrucht van al deze arbeid mocht zijn dat onder Gods zegen een deel van het Toradjavolk het heidendom de rug toekeerde en tot het christendom overging. Telkens blijkt bij vernieuwing dat Gods Woord levenskracht bezit, waardoor ook harten van heidenen worden verlicht en vernieuwd, waardoor de zeden en gebruiken worden verzacht en in christelijke banen geleid. En dit alles ondanks het feit dat het heidendom zich scherp zette, zodat vaak om een enkele Toradjaziel een zware strijd te voeren viel.

Als vrucht van de zendingsarbeid, we vermeldden hefc-reeds, kwam het tot de stichting van de jonge Toradjakerk. De zending heeft immers geen dojel in zichzelf en mag zich ook niet beperken tot de enkeUng. Wel zijn het aanvankelijk de enkelingen die worden bearbeid en die overgaan tot het christendom. Maar tenslotte is het doel om te komen tot een zelfstandige Toradjakerk, met eigen inlandse dienaren des Wpords, met eigen ambtsdragers.

Dit is immers ook geheel in overeenstemming met de Schriftuurlijke lijn ? Stelde de apostel Paulus ook niet overal waar hij het Evangelie verkondigd had, ouderlingen aan om zo in iedere plaats een gemeente te vormen ?

Het verblijdende in het Toradjaland was, dat bij de stichting van de Toradjakerk, de Chr. Geref. Kerk en de G.Z.B» nauw samenwerkten. Beide zendingsterreinen liggen n.l. naast elkander. En nu voegden de christenen uit het zendingsterrein van de Chr. Geref. Kerk en die uit het zendingsterrein van de G.Z.B., zich samen om één Toradjakerk te vormen.

Ook ten opzichte van de zending tegenover de jonge Toradjakerk geldt het, dat deze laatste moet wassen en de eerste minder worden.

Dit wil echter helemaal niet zeggen dat de band tussen de G.Z.B, en de Toradjakerk opgeheven zou zijn. Hoe zou het kunnen ? Er is een verblijdende samenwerking en de Toradjakerk stelt de adviezen en de hulp van de G.Z.B, zeer op prijs.

Moge de Heere de Toradjakerk, waarmede we zo nauw verbonden zijn, door Zijn Woord en Geest onderrichten en haar temidden van een heidenvolk, temidden van het Mohammedanisme, staande doen blijven.

Op wonderlijke wijze heeft de Heere tot nu toe de arbeid in stand willen houden.

Wat was ejr b.v. in de oorlogsjaren, toen alle verbindingen met het Toradjaland verbroken waren en de Japannezen Indië bezet hadden, een bange vrees. Wat zou er, nadat na beëindiging van de oorlog de sluier weer zou worden opgelicht, van de Toradjakerk nog te aanschouwen zijn ?

Maar zie, tot beschamens toe bleek het, dat de Heere de Toradjakerk in stand gehouden had. Weer kon de zendingsarbeid, zij het onder moeilijke omr standigheden, een aanvang nemen.

Nadat er een zelfstandig Indonesië gekomen was, was de rust op het zendingsterrein van de G.Z.B, echter weg. Al jaren zijn het de guerrilla's, die de welvaart, vrede en vrijheid der mensen daar in de weg staan. En de Mohamedanen willen steeds meer opdringen. Zo wilden ze in het centrum van het Toradjaland, in Makale, een moskee bouwen midden op het eilandje in de vijver. Dit plan is bij de christelijke Toradja's op felle tegenstand gestuit en gelukkig ook niet ten uitvoer gebracht.

Na de oorlog is er een periode geweest, dat de zendelingen het werk onmogelijk gemaakt werd, zodat ze zich tijdelijk naar elders moesten terug trekken.

Maar ziet, én tijdens de oorlogsjaren èn tijdens deze periode heeft de Heere het betoond, dat Hij voor Zijn eigen werk instaat.

Op het ogenblik denk ik hierbij terug aan het kostelijke woord van ds. Poot van Delft, deze herfst op de Jaarvergadering van de G.Z.B, uitgesproken. Een woord dat beslag legde op de vergadering, waarin zo duidelijk de souvereiniteit Gods uitkwam ook in de arbeid der zending. De arbeid der zending werd ons daar wel zeer na op het hart gebonden, onze roeping voor ogen gesteld, maar ook de gesteldheid des harten getekend die nodig is, zullen we tot Gods eer en tot zegen voor heidenen, deze arbeid kunnen verrichten.

Het is zo nodig dat we biddend en daadwerkelijk de arbeid der zending dragen. Dat we medeleven met alles wat er hier te lande en ginds in het Toradjaland geschiedt. In verband hiermede kunnen we niet nalaten u te wijzen op het mooie, oriënterende boekje van 48 bladzijden, rijk met foto's verlucht, waarin de directeur van onze G.Z.B., ds. J. Batelaan, in opdracht van het Hoofdbestuur, een duidelijk overzicht geeft van hetgeen er in Nederland geschiedt ten behoeve van de zendingsarbeid op Celebes, terwijl hij een en ander vertelt over het Toradjaland en de Toradjakerk op Midden-Celebes, gedurende de periode 1950 tot heden. *)

In zijn slotbeschouwing zegt ds. Batelaan in deze brochure :

„Samenvattend wat in kort bestek over de Toradjalanden te vertellen viel met betrekking tot de periode 1950— 1953, mag ik vaststellen, dat dit een van de meest bewogen perioden uit de geschiedenis van de G.Z, B, is. Grote en diep ingrijpende veranderingen voltrokken zich in deze jaren, en als ik goed zie zijn we nog niet aan het einde van dit overgangstijdperk gekomen. De jonge kerk gaat een tijd tegemoet, waarin ze menigmaal op haar grondvesten zal schudden. Ik denk daarbij slechts aan het drijven der Islamieten, aan het pogen van Rome om op Celebes te oogsten, wat het niet gezaaid heeft, een pogen om de nu reeds jarenlang door de Protestantse Zending bearbeide Toradjabevolking met allerlei lokmiddelen naar zich toe, te trekken. Ook vergeet ik de snelle ontwikkeling niet van het Oosten met zijn openheid voor communistische invloeden. En tenslotte zie ik de beperkte mogelijkheden van de Zending uit Nederland, om aan alle verzoeken tot uitbreiding en hulp te voldoen. Geestelijk en financieel zullen er aan de Toradjakerk zware eisen gesteld worden. Wat kan ik dan beter doen dan u op te roepen tot gebed en offervaardigheid voor de zending ? Overigens gaan we ondanks alles, rustig, in kinderlijk vertrouwen op God, onze weg voorwaarts.

Heeft de Toradjakerk niet reeds meer dan twintig trouwe pandita's, die samen met meer dan dertig evangelisten en vijfentwintig gemeentevoorgangers week in week uit aan de ruim 60.000 Christenen en de honderdduizenden, " die nog in heidendom of Mohammedanisme voortleven het Woord verkondigen ?

God geeft dit volk Zijn Woord j de grondslagen van het kerkelijk belijden zijn gelegd. Op een paar honderd scholen wordt dagelijks het zaad van het Evangelie uitgestrooid, een staf van Nederlanders, weliswaar in deze dagen een kleine groep van nog geen twintig werkers, staat de Toradjakerk terzijde met raad en daad. En al was dit alles i niet zo, we weten, dat God de Heere het werk, dat Hij begon, volenden zal, ook als het moet zonder de hulp, die wij noodzakelijk achten, niettegenstaande ' al de vijandschap rondom.

Hieraan denkend zeg ik tenslotte; Laten we de Heere God danken. Die zonder ons nodig te hebben, onze krachten en gaven nog gebruiken wil in het Toradjaland."

Toradja's aan de glazen zee.

Toradja's en Hollanders, ze zullen er

staan. En onder de Hollanders ook gij ?

Het is een verheugend feit dat we ginds in het Toradjaland mogen aanschouwen een opbloeiende Toradjakerk.

Maar het is een bedroevende werkelijkheid dat we hier in Europa, ja ook in Holland, een terugval zien in een modern heidendom. Europa door het Kruis groot geworden, keert dat Kruis de rug toa

Niet minder bedroevend is het echter dat de kerk der reformatie zienderogen, als geheel genomen, steeds meer de oude paden gaat verlaten, zo weinig zich meer betoont als een lichtend licht en een zoutend zout.

Moge over allen die de reformatorische Waarheid liefhebben, de Geest des Heeren vaardig worden, opdat er ook in deze Lage Landen aan de zee nog een opwaking moge komen van het geestelijke leven, zich openbarend In Godverheerlijkende vrucht.

F. Troost.

*) Deze brochure, getiteld „Alle den volcke" IS tegen de prijs van ƒ1.—, verhoogd met ƒ0.15 portokosten, verkrijgbaar bij de Geref. Zendingsbond, Maliesingel 35 te Utrecht.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

TORADJA’S AAN DE GLAZEN ZEE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's