Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IN DE GESTALTENIS VAN EEN DIENSTKNECHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IN DE GESTALTENIS VAN EEN DIENSTKNECHT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

mmsmmm „Maar heeft zichzelf vernietigd, de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen hebbende, en is de mensen gelijk geworden". Philippenzen 2 vers 7.

De apostel Paulus had de gemeente van Philippi innig 'lief. Wat had er een rijke zegen mogen rusten op zijn arbeid in die gemeente, en nu was ook de gemeente hem tijdens zijn gevangenschap nog niet vergeten.

Ze hebben hem rijkelijk ondersteund. De apostel was hiervoor zeer dankbaar. Dit neemt echter niet weg, dat er ook in de gemeente van Philippi dingen tot openbaring kwamen, waarover hij zich moest bedroeven,

Aan de eensgezindheid kwam nogal het een en ander te kort. Ze waren lang niet allen van één gemoed en van één gevoelen. Ook braken er twisten in die gemeente üit. Ze zochten te veel het hunne, en zagen niet een iegelijk ook op hetgeen der anderen is.

En nu is het geen ogenblik de bedoeling van de apostel oin een strenge strafpredikatie tot ben te richten. Neen, met innige tederheid wekt hij hen op om eensgezind onder elkander te zijn.

Ze moeten geen zoekers zijn van ijdele eer, maar liever door ootmoedigheid een ander uitnemender leren achten dan zichzelf.

En dan wijst hij op het grote exempel van Christus, Lees maar eens in het 5e vers : , , Want dit gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was, die in de Gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode even gelijk te zijn", .

Le, t wèl, niet in de zin een exempel, zoals de vrijzinnigen leren.

Neen, Christus moet eerst als Borg en Middelaar van een arm zondaar worden gekend; daarna pas als exempel,

In de stille vrederaad heeft de eeuwige Zoon des Vaders twee wegen geopend gezien. De ene was die van het nemen van de heerlijkheid in de weg van macht en geweld. Dat was de weg, die de duivel wilde. Dan had de Heiland door almacht de stenen in broden moeten veranderen, en dan had Hij in de ure van Zijn gevangenneming de legioenen engelen te hulp moeten roepen.

Eeuwig lof en prijs, dat de Heiland die weg niet gekozen heeft. Dan zou nooit een arm zondaar de eeuwige, hallen des hemels hebben kunnen betreden.

De andere weg was de weg van de diepe zelfvernedering.

De gestaltenis Gods heeft Hij afgelegd,

In wezen was Hij God en bleef Hij God, maar de kroon Zijner heerlijkheid heeft Hij tijdelijk willen verliezen.

Zie Hem daar liggen in de kribbe van Bethlehem. Daar ligt Hij, in schamele doeken gewonden, in een kribbe, waar anders de dieren uit aten ; in een stal, welks wanden Hij niet eens de Zijne kan noerneru

Hij komt in de gedaante van een dienstknecht.

De Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen.

Toen Adam en Eva in het paradijs de satan toevielen, had de Allerhoog­ ste hier beneden geen knechten meer.

De Psalmist roept het klagend uit, dat de Heere vanuit de hemel op de aarde neder zag om te zien of er iemand zo verstandig was, dat hij de Heere zocht, maar ziet, er was er - ^4et-4< ^ig,

Maar ziet, als de aarde geen knechten meer heeft, dan zal de hemel een Knecht schenken : die lijdende Knecht des Heeren,

En nu hebben we het weer herdacht op het Kerstfeest, dat achter ons ligt, dat Hij op aarde is gekomen in de diepste vernedering, in dienstknechtsgestalte.

Maar dan volgt er noodzakelijk uit, dat óok wij in zelfvernedering en zelfverbrijzeling hebben te buigen bij de kribbe en bij het kruis.

Wie hebben de heerlijkheid van de pas geboren Koning aanschouwd?

De priesterschaar in Jeruzalem?

De groten en de machtigen in de tempelstad?

Neen, arme herders bogen de knieën bij de kribbe.

Een eenvoudige grijsaard en een stokoude vrouw omhelzen het Kindeke,

Slechts enkele Wijzen komen tot het Kindeke, Maar die Wijzen hebben ook de knieën voor de Knecht der knechten gebogen, ^

Lezers, hebben we ook al leren buigen bij de kribbe, om al onze zaligheid alleen te vinden in dat Kindeke?

Indien we voor dat Kindeke in waarheid leerden buigen, dan zullen we ook de vermaningen van de apostel gaarne ter harte nemen, om niet hooggevoelende te zijn, maar anderen uitnemender te achten dan onszelf.

J, J, Timmer.

Nieuwerkerk a/d IJssel.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

IN DE GESTALTENIS VAN EEN DIENSTKNECHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's