Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN STEM NIET UIT DE Bondshoek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN STEM NIET UIT DE Bondshoek

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze man uit Noord-Holland is met , , Trouw" op 27 Maart door de „Kerkelijke Pers gewandeld". Zo belandde hij ook in de verkorte weergave van een artikel van ds. H. G. Groenewoud uit Groningen over het richtingsgesprek. Wat toen in hem omging ? Wel laat hij het zelf vertellen. , , Wij hebben ons eigenlijk maar geërgerd aan de „visie" van de in dit artikel genoemde vooraanstaande z.g.n. , , confessionelen" op liet kerkelijk vraagstuk. Als het enigszins mogelijk is zouden we graag de ondergestreepte gedeelten puntsgewijs zien weergegeven en voorzien van commentaar...." Ik tel negen onderstrepingen voorzien van de cijfers 1 tot 9. Sagittarius zal negenmaal een pijl moeten afschieten. Vooruit dan maar.

1. De Hervormde houding tegenover de vrijzinnige theologie. Onze, Noord-Hollandse man zit met het woordje Hervormd in dit verband. Ik zou zeggen wanneer hier sprake is van een Hervormde houding tegenover de vrijzinnige theologie, dan is die vrijzinnige theologie niet Hervormd, want anders hoeft men er niet een speciaal Hervormde houding tegenover aan te nemen. Dan is de vrijzinnige theologie geen modaliteit. Het is de moeite waard dit te noteren. Overigens meen ik dat ds. Groenewoud in dit artikel wil aangeven dat de Hervormde houding anders is dan die van de kerkelijk gereformeerden. Hij bedoelt dus : wij Hervormden staan daar anders tegenover. Wie deze , , wij Hervormden" precies zijn ? Als ik het artikel lees stellig de volgelingen van Hoedemaker. Althans Hoedemaker mag geacht worden in een artikel in , , Christelijke stemmen" van 1872 deze Hervormde houding te hebben omschreven.

2. Dr. Hoedemaker in genoemd artikel zegt dat , , het modemisme ons de eisen vertolkt die de eeuw aan haar kinderen stelt". Het modemisme heeft meer oog voor de vragen van de tijd en tracht naar een geloofsovertuiging, die. voor de wetenschappelijke werker en de natuuronderzoeker niet al te absurd is. Accoord de eeuw stelt eisen aan haar kinderen, waartoe ook de gelovigen behoren. Maar wat of wie is die eeuw ? Welke machten werken in deze tegenwoordige wereld ? Me dunkt de Heilige Schrift zegt hierover ook wel het een en ander. Velen wijzen een algemene openbaring af en zijn aan de andere kant diep onder de indruk van de eisen die „de eeuw" stelt, alsof die, eeuw de allerlaatste wijsheid gepacht heeft. Het is met die eeuw als met de buitenkerkelijken, die alles veel beter weten en doen dan de achterlijke kerkgangers. Dat behoeft niet te verbazen. Immers die buitenkerkelijken zijn de , , kinderen dezer eeuw". Maar bij al die eisen die de eeuw aan haar kinderen stelt, zou ik menen dat het toch ook een Hervormde en in ieder geval schriftuurlijke houding is om een afkeer te hebben van , , het ongoddelijk ijdelroepen en van de tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap ; ' dewelke sommigen voorgevende zijn van het geloof afgeweken". Het grote ge­ vaar dreigt voortdurend dat men meer gehoor geeft aan de eeuw dan aan des st«m der eeuwen en der eeuwigheid.' Daarom vraag ik me af of het modernisme de vragen en eisen zuiver vertolkt.

3. Geen beeld van het modernisme is gepast als niet daarin zijn verdisconteerd de begrippen van ontwikkeling, strijd, doorgangsproces, crisis, nieuwe geboorte der kerk en kerkleer. Lang geleden las ik van ds. Groene.woud in het Herv. Weekblad een artikel waarin tegenover de z.g.n. doorbraak gesteld werd de doorbraak van de belijdenis in het leven van alle dag. Maar dit citaat van Hoedemaker heeft ook doorbraak-tendenzen. Ik wil toegeven dat in het beeld van het modemisme sprake moet zijn van ontwikkeling, strijd, doorgangsproces, crisis. Maar mogen we zo in een adem daaraan toevoegen : nieuwe geboorte der kerk en kerkleer? Met onze man uit Noord-Holland zet ik ook een streep. Hier wordt het modernisme te oncritisch, te optimistisch beoordeeld. Het modernisme heeft behalve de wedergeboorte, de kerk ook wel iets anders berokkend. Onze vriend uit Noord-Holland hoeft maar om zich heen te zien. Uiteindelijk kan een verschijnsel als het modemisme voor de kerk geestelijke winst, innerlijke vernieuwing en dieper inzicht in de waarheid betekenen. Wie zal het ontkennen ? Maar daarom hoeven we het modernisme niet de eerkroon op te zetten. , , Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade te meerder worde ? "

4. Hoedemaker wil dat we het modemisme moeten horen, veroordelen en uitwerken, zodra de waarheid, waaraan het zijn geboorte heeft te danken, erkend is en tot haar recht gekomen. Hoedemaker acht dus toch het modernisme een kwaad en wil dat het veroordeeld wordt, maar eerst nadat.... enz. Dit is, volgens ds. Groenewoud, het grote verschil tussen Hervormd en Gereformeerd. De kerkelijke gereformeerden zien in het modernisme alleen maar ketterij en afwijking van de belijdenisgeschriften. Maar het zijn toch ook werkelijk fundamentele stukken waar het om gaat. Welk waarheidsmoment schuilt er in de loochening van Christus' geboorte en van Zijn opstanding ten derde dage ? Het horen en het ontdekken van de waarheid heeft wel heel lang geduurd en aan het veroordelen is de Hervormde houding nog nimmer toegekomen.

5. In de afwijking van de belijdenis kan een element van waarheid schuilen. Inderdaad ! Wie ontkent dit ? Maar er schuilt meer dan dat in zo'n afwijking. Soms is dat element van waarheid de vlag die de verderfelijke lading dekken moet. Een afwijking is niet een louter academische aangelegenheid. Deze beschouwingen die ds. Groenewoud op voorgang van Hoedemaker poneert zijn te argeloos. De kracht der dwaling wordt ten enemale onderschat.

6/7. De kerk kan met die, waarheidselementen winst doen en komen tot vernieuwd belijden. Als men het belijden, de dynamiek, de voorkeur geeft boven de belijdenis, is het ook geen wonder dat men er toe komt om aan het modernisme zo'n hoog cijfer te geven. Ik blijf echter bij mijn aanhaling uit Romeinen ; moeten we de zonde doen

opdat de genade te meerder worde. Op deze wijze geredeneerd moeten we het modemisme een ambt toekennen namelijk dat van de heilige onruststoker omtrent de belijdenis, de voortdurende inspirator tot vernieuwd belijden. Wanneer de waarheidselementen verdisconteerd zijn slaat het uur van de veroordeling. Het is bij de bijen af. Nadat hij zich gekweten heeft van zijn bevruchtende taak kan hij sterven.

8. Behalve bij de kerkelijke gereformeerden vindt men zulke botte afwijzers van de afwijkers ook onder confessionelen, die zich gaarne de volgelingen van Hoedemaker noemen. Deze zonder meer afwijkende houding heeft tot gevolg dat de rijkdom, die de lierk in haar belijdenis heeft, tot armoede wordt omdat men de stroom van liet belijden afdamt. Ds. Groenewoud zou zich kunnen beroepen op Paulus' woord: Daar moeten ook ketterijen onder u zijn, opdat degenen, die oprecht zijn openbaar mogen worden onder u. Maar dan moeten de ketterijen als zodanig gebrandmerkt en behandeld worden. Anders zie ik zoveel wind van leer, zoveel belijden dat de belijdenis wordt meegesleurd. Zo kan ook de rijkdom verzwolgen worden. Momenteel immers kan alles in de kerk. In de Waagschaal werd 26 Maart j.l. een uitspraak uit de belijdenis : , , onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad" nota bene genoemd een „banaliteit" zoals er zovele zijn waar we mee , , volgestopt" zitten. Ik vraag me af of die andere banaliteiten ook belijdenis-uitspraken zijn. Vermoedelijk ziet de schrijver, die zich v. d. W. noemt, de mensen die de belijdenis willen handhaven als volgestopte worsten. In datzelfde nummer van In de Waagschaal betoogt ds. Nieuwpoort echter dat de kerk een gequalificeerde ruimte is. Gequalificeerd door de belijdenis namelijk. Maar we moeten volgens ds. Nieuwpoort — en hij kijkt naar rechts — niet opvatten als „letterlijke leerwetten" en — nu tuurt hij naar links — evenmin als een , , belijdenis op sterk water", als een geluid dat piëteitshalve even mag meeklinken, zonder de minste beslissende kracht. Ik begrijp niet dat de schrijver zich in datzelfde artikel zo opwinden kan over de naam: midden-orthodoxie. Talloze keren lees ik tegenwoordig een nerveus fulmineren tegen deze term „ter onzaliger ure" uitgevonden. Het woord is raak, dunkt mij. Een , , orthodoxie" (want men wil de belijdenis) die behoedzaam het midden wil houden tussen , , letterlijke leerwetten" en , .belijdenis op sterk water". Middenorthodoxie : 't kan vriezen, 't kan dooien, ja en nee, en dat kan gezegd van het dansen evengoed als van de belijdenis, en zelfs van de Heilige Schrift zoals een recente publicatie bewijst. Maar wat wilt u dan precies ? Van , , banaliteiten" spreken en toch belijden in gemeenschap met de belijdenis der vaderen ? Ik kan het niet volgen.

9. Deze houding van kerkelijk gereformeerden en van sommige confessionelen, die zich nog wel volgelingen van Hoedemaker achten maakt, dat de kerk het antwoord op de vragen van de tijd schuldig blijft en dat de kerk mist de rijkdom van dieper inzicht en vernieuwing van belijden. Over deze vernieuwing heb ik al het nodige beweerd. Als ik het goed bezie werken er in de kerk twee krachten. Die van het modernisme en die van het confessionalisme. Wanneer deze huwen in plaats van uiteengaan, kan het modernisme het confessionalisme bevruchten en op deze wijze aanschouwt het vernieuwd belijden het levenslicht. Een kind van waarheid en leugen. Wil de middenorthodoxie een weg tussen dwaling en belijdenis ?

Men wil er niet aan schrijft ds. Groenewoüd, dat onder de vrijzinnigen grote veranderingen plaats hebben. Rechtvaardigt dat de Hervormde houding van voorheen om het modernisme altijd ongemoeid te laten ? Grote veranderingen. Ik heb genoeg aan een grote verandering. Heeft die plaats gehad ? Hiermede heb ik voldaan aan het verzoek van onze vrind uit Noord- Holland. Ik hoop dat hij er mee bevredigd is. Zijn geluid kwam uit een gemeente, waar ds. Groenewoud met zijn Hervormd Weekblad , , De Gereformeerde Kerk" de opinies zou moeten kneden. We mogen de broeders van , , De Gereformeerde Kerk" wel waarschuwen : pas op uw schapen !

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

EEN STEM NIET UIT DE Bondshoek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's