Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkvoogdij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkvoogdij

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kerkvoogdij stamt reeds uit de middeleeuwen en de kerkvoogdijen der reformatie, laat mij zeggen, de Hervormde, of in de stijl van vroeger, de Gereformeerde kerkvoogdijen zijn door de Overheid belast met het beheer van de geestelijke of kerkelijke goederen.

Zij zijn derhalve zelfstandige colleges van beheer en voor hun beheer gebonden aan hun plaatselijk reglement. Die zelfstandigheid kan de Synode niet ongedaan maken, hoewel zij door de jaren heen verschillende pogingen in het werk heeft gesteld om invloed op het beheer der kerkvoogdi|en uit te oefenen.

Men denke aan de Provinciale Colleges van Toezicht, waarbij in de vorige eeuw een deel der kerkvoogdijen zich vrijwillig hebben aangesloten, terwijl andere dit wijselijk niet deden en „eigen beheer" behieflden.

Het voorbeeld van Holwerd heeft onlangs aangetoond, dat de zelfstandigheid der kerkvoogdij door de hoogste instantie der rechtelijke macht wordt erkend en dat de kerkvoogdij de relatie met het College van Toezicht kan verbreken en wederom in , , eigen beheer" gaan.

Bij de invoering van het Reglement op de predikantstractementen is deze kwestie weer in het geding geweest. De kerkvoogdijen waren toch als zodanig niet verplicht om te voldoen aan de bepalingen van de Raad van Beheer. Ook toen klonk het rechtskundig advies : de kerkvoogdij behoeft geen adres te verlenen aan de stukken, die in verband daarmede door de Synode aan de gemeente worden gestuurd. Deze behoren bij de kerkeraad.

De Synode heeft in de loop der jaren haar zin doorgedreven door aan de weigerachtige gemeenten een predikant te onthouden.

~Thans heeft 'de nieuwe Kerkorde wederom een poging gedaan om het beheer onder haar organen te brengen door de instelling van een ouderlingkerkvoogdschap.

Verschillende, kerkvoogdijen hebben afstand gedaan van hun zelfstandige rechten door in de kerkeraad te stappen en zich onder de raden en commissies der Synode te stellen. Daarmede hebben zij de facto het beheer der kerkelijke goederen van hun gemeenten aan de Synode gebracht.

Gelukkig zijn er ook vele kerkvoogdijen, die dit niet hebben gedaan en eigen beheer hebben behouden. Dit is niet alleen hun recht, maar in het algemeen ook hun plicht. Tegenover het synodale eenheidsstreven komen deze kerkvoogdijen, althans wat de kerkelijke goederen betreft, op voor de zelfstandigheid der plaatselijke kerk. Dat kan van groot belang zijn, en past ook in een echt presbyteriale kerkorde.

In verband met deze dingen, zijn wij dankbaar voor het advies van mr. Jouwstra, dat in het vorig nummer werd opgenomen. Voor de kerkvoogdijen, die voor hun zelfstandige rechten opkomen en niet zijn overgegaan onder de synodale instellingen, is het goed daarvan kennis te nemen. ,

Men schijnt van synodale zijde stukken te adresseren : aan de kerkeraad en college van kerkvoogden.

Mr. Jouwstra wijst er op, dat dit de colleges van kerkvoogden bedoelt, die onder de kerkeraad zitten.

Dat zal wel zo zijn, want de Synode heeft geen zeggenschap over de zelfstandig gebleven kerkvoogdijen.

Toch is zulk een adres op zijn minst misleidend en het maakt de indruk, alsof men het van synodale zijde niet zo heel erg vindt, als de zelfstandige kerkvoogdijen zich zulk een adressering aantrekken.

Reeds daarom is het goed voor het geval zulke stukken bij de zelfstandige kerkvoogdij aanlanden, dat deze overeenkomstig het advies van mr. Jouwstra, deze stukken eenvoudig terugzenden naar de afzender.

Dit is het meest juist.

Men kan de stukken echter ook naar de kerkeraad zenden.

Verder is het van belang nog eens op te merken, dat synodale raden en commissies over de zelfstandig gebleven kerkvoogdijen geen zeggenschap hebben, (ook niet door synodale instellingen benoemde commissies) als daar zijn : de algemene kerkvoogdijraad, de generale financiële raad, de provinciale kerkvoogdijkamer, colleges van toezicht door de Synode benoemd, de bouw- en restauratiecommissie, de orgelcommissie enz. enz.

Wij zijn het geheel met mr. Jouwstra eens, dat al deze raden en commissies in het geheel geen zeggenschap hebben over de zelfstandig gebleven kerkvoogdijen, en dat zij ook jegens de kerkeraden niet meer dan adviserende bevoegdheid zouden moeten hebben, om de eenvoudige reden, dat raden en commissies geen ambtelijke vergaderingen zijn.

Het ligt derhalve op de weg der zelfstandig gebleven kerkvoogdijen ook in dit opzicht hun rechten in acht te nemen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Kerkvoogdij

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's