Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET KOMENDE KONINKRIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET KOMENDE KONINKRIJK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(II) „Gij, koninkrijken, Gods lof " zingt

We zagen reeds hoe Johannes de Doper bij de aankondiging van de Messias getuigt, dat het Koninkrijk der hemelen nabij gekomen was.

Ja, de aanwezigheid van de persoon van Jezus Christus brengt de grote verandering teweeg. Het begin van de grote toekomst breekt aan, de drempel daarvan is bereikt. God begint in de zending van Zijn Zoon Zijn goddelijk voleindigingswerk.

De voleinding-zelf is er nog niet. Maar met de komst van Christus begint het Koninkrijk der hemelen zich door te breken. Met als gevolg dat de wereld der engelen in beweging komt. In beweging komt het rijk van de duivel en de komst van Christus veroorzaakt in dat rijk grote onrust.

Het Koninkrijk der hemelen, dat door Christus' komst als 't ware in beweging gekomen is, plant zich voort in allen, die daardoor ten leven worden aangeraakt. , , Het laatste der dagen", al omvat deze periode dan ook eeuwen, is aangebroken.

Johannes de Doper predikte over het Koninkrijk der hemelen, dat nabij gekomen was. En als Christus Zich openbaart, dan gewaagt Hij telkens weer in Zijn prediking van het Koninkrijk der hemelen. Met dit Koninkrijk opent het Nieuwe Testament. En daarmede laat het ons zien, in welk beslissend stadium de geschiedenis des heils gekomen is.

Johannes de Doper komt als heraut met een proclamatie. De proclamatie, waarin de komst van het Koninkrijk Gods wordt aangekondigd. Christus komt als de Koning van dit Koninkrijk. Bevestigde Hij dit later niet, o.a. voor Pilatus, toen deze Hem vroeg : „Zijt Gij dan een koning ? " En getuigde Christus daarbij tevens niet, dat Zijn Koninkrijk niet van deze wereld is ?

Wan, neer we onze gedachten over het Koninkrijk der hemelen laten gaan, dat met de komst van de Heere Jezus zijn voorlopige intrede deed, dan gaat er voor ons een wijde horizont open. Dan zien we hoe het hierbij gaat om de ere Gods, waarbij het heil van Gods gemeente wel een zeer belangrijk onderdeel is, doch niet het hoofddoel. Hoofddoel is en blijft, dat God zal worden erkend als Schepper en Koning. Door de komst van het Koninkrijk der hemelen zal het blijken, dat God de wereld niet prijs geeft aan de macht van het verderf en tevens dat Hij de Behouder is van Zijn volk. Eens, wanneer het KOininkrijk der hemelen zich in heerlijkheid zal openbaren, zal er zijn een hernieuwde schepping, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, zal er ook zijn een hernieuwd volk, dat de Heere zal toebrengen, en dan niet slechts met een klein beginsel van gehoorzaamheid, doch in volkomenheid : de lof, de aanbidding en de dankzegging.

De prediking die Christus bracht, was de prediking van het komende Koninkrijk.

In die prediking komen verschillende facetten van dit Koninkrijk naar voren. Niet het minst de geestelijke gaven van dit Koninkrijk, zoals verlossing, vergeving der zonden, de rechtvaardiging door het gelopf, het Verbond Gods, enz. Al deze gaven staan ten nauwste met de komst van het Koninkrijk Gods in verband. Hierin toch vervult God Zijn beloften aan Zijn volk. In de openbaring van Zijn Koninkrijk zet God Zijn heilsplan door, ondanks zonde en ontrouw.

Maar wijder dan deze geestelijke gaven strekt zich Gods Koninkrijk uit. Het gaat immers niet alleen om de verlossing van Gods volk, maar het gaat uiteindelijk tegenover de satan om de zelfhandhaving Gods in al Zijn werken. Niet alleen Israël is er bij betrokken, doch ook de heidenwereld, schepping en schepsel beide. Gods koninklijke rechten zullen door de komst van Zijn Koninkrijk tot gelding komen en Zijn heilsbeloften tot vervulling.

In de komst van Christus begint het Koninkrijk der hemelen zich duidelijker te openbaren. Het openbaart zich als een kracht, die het rijk van de Boze zal ten gronde richten. Het openbaart zich in een Boodschap van heil en zaligheid, welke aan de armen van geest wordt gepredikt.

Maar dit Koninkrijk-zelf wordt ook als een genadegave Gods geschonken. , , Vreest niet, gij klein kuddeke", zo zeide immers Christus, , , want het is des Vaders welbehagen ulieden het Koninkrijk te geven".

Zo zien we Christus uitgaan, predikende het Evangelie des Koninkrijks. Allen, die het horen willen, wordt toegeroepen : , , Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid en alle andere dingen zullen u worden toegeworpen". De prediking van het Evangelie des Koninkrijks gaat met de Wetsprediking gepaard. Evangelie toch is de Boodschap van de mogelijkheid van verlossing, van vergeving van schuld en zonde, van het weer in verzoende gemeenschap gesteld worden met God de Vader. En dit alles door Hem, Die gekomen is om Zijn volk zalig te maken van hunne zonden. Doch dit alles, gaat niet buiten de Wetsprediking om. De Wet is het, die de mens schuldig stelt voor God. Die de mens bij het licht van Gods Geest de omvang, de diepte en de ernst der zonde doet kennen. Maar die ook uitdrijft tot Christus, die plaats maakt voor het Evangelie. Het is het Woord des Evangelies, gepaard gaande met de kracht des Heiligen Geestes, dat doden opwekt ten leven en ze maakt tot kinderen der opstanding. Voor deze kinderen der opstanding wordt de genadegave des Geestes het geheim van hun geestelijk leven, de drijfveer van het vóór alles zoeken van het Koninkrijk der hemelen. Het is Gods Geest Die het heil van het Koninkrijk der hemelen aan Gods kinderen mededeelt, Die hen het , , Abba, Vader" doet spellen en het in waarheid leert bidden : , , Onze Vader Uw Koninkrijk kome".

Dan zullen de gaven van het Ko­ ninkrijk niet maar een voorwerp zijn van verstandelijke beschouwing, doch zullen ze behoren tot de goede schat des harten, waaruit gehandeld en gesproken wordt. Het wordt dan een leven van geloof en gebed. En dat gebed tot God mag dan allesomvattend zijn. Het mag uitgaan van alle beloften van het Koninkrijk. Het mag zich uitstrekken beide naar het tijdelijke en naar het eeuwige. Maar altijd zal het gedragen en beheerst worden door het Evangelie des Koninkrijks. En wanneer Gods kinderen welgesteld zijn, zal het hun vóór alles te doen zijn om de heiliging van Gods Naam, de komst van Zijn Koninkrijk en het geschieden van de wil des Heeren.

Het komende Koninkrijk. Dit Koninkrijk is dus met de komst van Christus gekomen. Al heeft het nu nog maar een voorlopig en onvoltooid karakter. Daarom kan er van gezegd worden dat het gekomen is, maar óok dat het komen zal, doch dan in de openbaring der heerlijkheid. Het is er, doch is tevens bezig te komen. Vandaar dat men kan spreken van het komende Koninkrijk. Het Koninkrijk dat er nu in voorlopigheid is en dat straks in volkomenheid en heerlijkheid zal geopenbaard worden, is één en hetzelfde Koninkrijk. Daarom is er de eenheid. In de grond der zaak is er één komst, één vervulling, één afsluitend werk Gods.

Christus' komst was tegelijk de komst van het Koninkrijk. En de komst van dit Koninkrijk betekent niets minder dan het einde van de profetie, de binding van satan, de verlossing der schepping en de zaligheid van de armen van geest. Zalig toch zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

De komst van het Koninkrijk brengt in de wereld de grote scheiding teweeg. Uiteindelijk gaat het immers om twee koninkrijken. Enerzijds het Koninkrijk der hemelen met aan het hoofd Vorst Messias, anderzijds het koninkrijk der duisternis, met de vorst dezer wereld als aanvoerder.

En het is deze vorst der duisternis, die bij de komst van Christus zich terdege bewust was, dat daarmede de doorbraak van het Koninkrijk der hemelen was aangebroken.

We zien dan ook hoe de satan bij de komst van Christus verbeten aanvalt en alle krachten beweegt om deze Koning en Diens Koninkrijk ten onder te brengen. Trachtte hij niet door middel van Herodes het Kind van Bethlehem te doden ? En hoe heeft hij onmiddellijk bij het begin van Christus' openbaar optreden gepoogd Hem door de verzoeking in de woestijn ten val te brengen ? Aan de Koning van het Koninkrijk der hemelen bood hij alle koninkrijken dezer wereld aan, indien Jezus nederknielende hem had willen aanbidden. Het ging hier om Jezus' Messiaans Koningschap, om de gehoorzaamheid van de 'Messias, n.l. of Deze zou willen gaan in de door God verordende weg. En die weg was er een van lijden tot heerlijkheid, van kruis tot kroon.

Telkens weer werpt de satan zijn macht in de strijd. Vandaar ook dat we zo dikwijls in de tijd van Jezus' om- • wandeling lezen van mensen, die door duivelen bezeten waren. En werden

Christus' discipelen door de satan niet gezift als de tarwe ?

Doch tegenover de macht van satan, openbaarde zich de macht van de Koning van het Koninkrijk der hemelen. Christus toch beweek niet voor de verzoeking.

De duivelen werden uitgeworpen. Hij bestrafte ze en tegenover Zijn machtwoord konden zij niets inbrengen. In dit alles bleek, dat Christus' macht de macht van satan doorbrak.

Daarnaast waren er de wonderen, die Christus verrichtte. Het wonder van de verandering van water in wijn. De genezingswonderen. En het hoogtepunt vormde wel de dodenopwekkingen. In al deze wondermacht openbaarde zich de aanwezigheid van 't Koninkrijk der hemelen.

De duivelbezweringen — ze getuigden van de aanvankelijke overwinning op de macht van satan en waren een profetie van de totale overwinning, die eens op het rijk der duisternis zal worden behaald.

De wonderen in het rijk der natuur en de genezingswonderen — ze roepen Christus' volstrekte zeggenschap uit over alle verwoestende invloeden, die tengevolge van de zonde en de vloek der wereld hun werking uitoefenen. Al deze wonderen zijn tekenen van het komende Koninkrijk. Ze wijzen heen naar de verlossing van alle kwaad en het herstel van het gehele leven.

Tenslotte de dodenopwekkingen —, even zovele openbaringen zijn het van het Rijk Gods, van dat Rijk, waarin geen dood meer zal heersen.

Christus betoonde Zich tijdens Zijn omwandeling als de Heere, de Gebieder, de Koning. Doch de overwinnin­

gen, die Hij tijdens Zijn leven behaalde, waren nog niet definitief. Het beslissende stadium in de strijd tussen Christus en de satan was wel aangebroken, doch de strijd was nog niet ten einde. Integendeel, deze zou nog sterker opvlammen. Het Kruis stond nog in het verschiet. En ook na het Kruis en na de opstanding zal satan nog trachten om de gemeente van Jezus Christus ten onder te 'brengen en de doorwerking van het komende Koninkrijk tegen te staan.

Neen, ondanks de overwinningen van Christus, was en is de strijd nog niet ten einde. Is het ook zo niet in de harten, waarin Christus Zijn overwinning behaalde, zodat Hij daar de plaats op de troon krijgt ? Daarmede is immers de geestelijke strijd nog niet voorbij ? De strijd tussen de oude en de nieuwe mens, de strijd tussen satan, wereld en vlees.

Doch de strijd die de satan voert tegen het Koninkrijk der hemelen, tegen de gemeente van Christus, tegen de enkele gelovige, zal blijken op een verloren slag voor hem uit te lopen. Want hij moge dan al machtig zijn, almachtig is hij niet. In de gemeenschap met Christus, aan Wie gegeven is alle macht in hemel en op aarde, is er de beveiliging. In Hem is de overwinning zeker en kunnen de kinderen des Koninkrijks, wanneer het geloof levendig is, zich méér dan overwinnaars weten. Dan kunnen zij het hoofd omhoog steken en zelfs temidden van het strijdperk van dit leven zich verheugen in de eerkroon, die ze eens uit genade om Christus' wil, zullen dragen.

(Wordt voortgezet.)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 september 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

HET KOMENDE KONINKRIJK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 september 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's