Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onderwijs

Opleiding (III)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Kweekschoolwet van 23 Juni 1952 doorbladerende, heb ik nog enkele aantekeningen gemaakt, die deels ook kunnen dienen als resumé van de voorafgegane artikeltjes.

i. Als Openbare Kweekschool kent de wet alléén Rijks-Kweekscholen. De overige zijn alle bijzondere. Gemeenten, provinciën of andere openbare lichamen mogen geen kweekscholen oprichten of onderhouden.

De gemeentelijke kweekscholen, die er bij het in werking treden dezer wet waren kunnen blijven bestaan, mits ze zich reorganiseren naar de nieuwe bepalingen.

2. Deze Rijks-Kweekscholen worden geheel door het Rijk bekostigd, n.l.

a. de bezoldiging van het onderwijzend personeel ;

b. het stichten en inrichten van schoolgebouwen en terreinen ;

c. het huren van schoolgebouwen en terreinen ;

d. het verbouwen en uitbreiden en verandering van inrichting ;

e. het aanschaffen van schoolmeubelen, leermiddelen, schoolbehoeften ;

f. onderhoud van gebouwen en terreinen ;

g. onderhoud van schoolmeubelen en leermiddelen ;

h. aanvulling en vervanging van leermiddelen, die ten gevolge van langdurig gebruik niet meer gebruikt kunnen worden ;

i. verlichting, verwarming en schoonhouden ;

ƒ". schoolbibliotheken; k. alle andere uitgaven van het onderwijs en de algemene vorming der leerlingen.

3. De kweekschool heeft drie leerkringen.

De eerste leerkring (2 jaar) is die van de algeniene vorming met de vakken Ned, taal en letterkunde, geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkunde; scheikunde, biologie, Frans, Duits, Engels, muziek, lezen, handenarbeid, lichamelijke oefeningen, nuttige handwerken voor meisjes.

Tot deze leerkringen kunnen worden toegelaten zij die in 't bezit zijn van -einddiploma 3-jarige Handelsdagschool, 3-jarige H. B. S., volledig U. L. O.diploma, zij die met gunstig gevolg de eerste drie leerjaren hebben doorlopen van een gymnasium (lyceum), H.B.S., handelsdagschool met 4-jarige cursus of middelbare meisjesschool. Ook kan nog een toelatingsexamen worden afgelegd door hen, die aan alle genoemde vereisten niet voldoen.

De tweede leerkring (2 jaar) is die van de bijzondere vorming tot onderwijzer.

Het onderwijs in deze leerkringen omvat :

a. de opvoedkunde en haar hulpwetenschappen de paedagogische en jeugdpsychologie ;

b. Nederlandse taal en letterkunde en kennis van het Nederlandse culturele en maatschappelijke leven ;

c. lezen, schrijden, muziek, tekenen, handenarbeid, lichamelijke oefeningen en nuttige handwerken voor meisjes, met de speciale didactiek (leerwijze) van deze vakken ;

d. de algemene didactiek ;

e. de speciale_ didactiek in haar toepassing op het lager onderwijs van de vakken : Nederlandse geschiedenis, kennis der natuur, rekenen,

Tot deze 2de leerkring kunnen worden toegelaten zij, die de eerste leerkring met gunstig gevolg hebben doorlopen, of die in 't bezit zijn van einddiploma 5-jarige H.B.S., gymnasium (lyceum), middelbare meisjesschool of die staatsexamen hebben afgelegd van een gelijkwaardige bevoegdheid.

Aan het eind van deze leerkring geldt het met gunstig gevolg afgelegd eindexamen als acte van bekwaamheid voor onderwijzer.

De derde leerkring (1 jaar) geeft verdieping van de studie in paedogiek en psychologie en van het Ned. culturele en maatschappelijke leven. Daarnaast bestudering van' tenminste een drietal onderwerpen op didactisch gebied ter keuze van de, leerlingen, onder goedkeuring van de directeur.

Aan het einde van deze leerkring geeft een met gunstig gevolg afgelegd eindexamen de volledige bevoegdheid als onderwijzer, ook voor U. L. O., H.L.O., V.C.L.O. en als Hoofd ener school.

Deze examens aan het eind van de 2e en 3e leerkring zijn schoolexamens, afgenomen door de leraren, maar onder toezicht van door de minister aan te wijzen deskundigen, die in 'geval van verschil over toe te kennen cijfers, de beslissing in handen hebben.

De practische vorming der leerlingen geschiedt op daartoe aangewezen scholen.

4. Al wat we hiervoor releveerden, geldt ook voor dé bijzondere kweekscholen, echter onder bepaalde voorwaarden.

Dit geldt allereerst de oprichting. Deze vereist de goedkeuring van de minister, die daarover de Onderwijsraad hoort. Bestaande kweekscholen blijven, mits zich aanpassende aan de nieuwe regeling.

Ze moeten staan onder het bestuur ener instelling die rechtspersoonlijkheid bezit en onafhankelijk van het personeel. De bevoegdheden en de bezoldiging, benevens de sociale voorziening van het personeel moeten in orde zijn, d.w.z. aan de wettelijke voorschriften voldoen. Voorts moet schoolgeld worden geheven en de minister gaat over de goedkeuring van bouw en verbouw.

Is dit alles, wat ik hier maar kort aanstip, in. orde, dan geeft het Rijk vergoeding gelijk aan de kosten der Rijkskweekscholen.

Deze kweekscholen krijgen ook de bevoegdheid tot het afnemen der eindexamens, net als de Rijkskweekscholen, mits voor de toelating tot de leerkringen, voor de omvang der leerstof, voor het getal der lessen, voor de oefening der leerlingen in de practijk, voor de bevoegdheid der leraren, minstens aan dezelfde vereisten wordt voldaan als bij de Rijkskweekscholen.

De rooster van lesuren moet 40 normale schoolweken per jaar aangeven en zowel deze rooster als het leerplan en de reglementen der school moeten aan de Minister en aan de hoofdinspecteur worden 'medegedeeld.

U ziet, dat ook wiettelijk onze Bijzondere .Kweekscholen in geen geval de mindere mogen wezen van de Rijkskweekscholen, Als regel geldt dat de aanspraak op Rijksvergoeding verloren gaat, indien ^gedurende drie achtereenvolgende jaren er minder dan 15 leerlingen per klase zijn in de eerste en tweede leerkring.

De acte van bekwaamheid als onderwijzer (eind 2de leerkring) en ook de volledige bevoegdheid (eind 3de leerkring) kan behalve door het afleggen van een schoolexamen, ook nog worden verkregen door het afleggen van een examen voor een of meer door de Minister te benoemen commissies.

Naast het Kweekschool-eindexamen houden we dus het Staatsexamen, maar dan eveneens aangepast aan de nieuwe vereisten, waaronder vooral de practisdhe oefening niet moet worden vergeten, 't Zal niet meervallen om voortaan buiten de Kweekschool om de onderwijsbevoegdheid te verwerven. Zeker geldt dit voor de volledige bevoegdheid, waar zoveel onder valt, wat moeilijk alleen maar door studie is te verwerven.

De normale opleiding is op de Kweekschool en dan voor ons op de Christelijke Kweekschool op Geref. grondslag.

Die mogelijkheid is er. Dat ze benut worde !

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Onderwijs

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's