Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET VERLOFSBESLUIT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET VERLOFSBESLUIT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu van officiële en niet-officiële zijde telkens gewezen wordt op het onderwijzerstekort en er op aangedrongen wordt om de jeugd te animeren voor het onderwijzersambt, is het zaak, dat men in 't algemeen meer op de hoogte is van wat er zoal voor de onderwijzer gedaan wordt.

Het lijkt me dan ook niet kwaad om de voornaamste bepalingen te vermelden vari het nieuw; e verlofsbesluit, dat verschenen is bij K.B. van 26 Juni 1954.

In de eerste plaats is er een bepaling betreffende een uitkering bij overlijden. Tot dusver was hiervoor geen wettelijke regeling. In sommige aanstellingen stond dat bij overlijden aan de weduwe een ulitkering werd gedaan van één mnd. of twee maanden salaris, indien de kas der schoolvereniging zulks toeliet. Thans is er de wettelijke regeling, dat bij overlijden van een onderwijzer binnen een maand aan zijn weduwe of ^an zijn minderjarige kinderen of aan degenen, voor wie hij kostwinner was, een uütkering moet worden gedaan van 6 weken netto salaris. Deze uitkering komt voor rekening van het Rijk.

Dit is én voor de Schoolbesturen èn voor de betrokken onderwijzersfamilies een- hele verbetering.

In de tweede plaats zijn er de nieuwe bepalingen voor het verlof wegens ziekte. Voorop staat, dat elke leerkracht, die aan een school benoemd wordt, zich moet onderwerpen aan een keurling (behalve ook nog de z.g. t.b.ckenring) ter verkrijging van de verklaring dat hij geen ziekte of gebreken heeft, die hem voor de uitoefening van het onderwijzersambt ongeschikt maken. Deze verklaring is beslist noodzakelijk, want heeft een leerkracht deze niet, dan geniet hij, zolang hij niet in het bezit is van deze verklaring, verlof zonder salaris en ingeval van ziekte, krijgt hij of zij evenmin enige uitkering.

Nemen we aan, dat het met deze verklaring lin orde is, dan. heeft de onderwijzer, als hij door ziekte of ongeval verhinderd is zijn werk te doen, recht op zijn salaris, n.l.

a. indien hij 10 of minder dienstjaren heeft en in vaste dienst is, gedurende 12 maanden vol salaris, verder 12 maanden 2/3 gedeelte en daarna 12 maanden de helft ;

b. heeft hij meer dan 10 dienstjaren en is in vaste dienst, dan geldt 18 maanden vol salaris, 18 maanden 2/3 en 18 maanden 3^ ;

c. in tijdelijke dienst krijgt hij bij ziekte 12 maanden vol salaris, 6 maanden 2/2 en 6 maanden 3^.

Bovendien bestaat de mogelijkheid, dat na afloop van de laatste termijn, de uitkering, onder goedkeuring van de Minister van Onderwijs, kan worden voortgezet.

De uitbetaling gedurende de ziekte geschiedt echter niet, wanneer de onderwijzer niet in het bezit is van de geneeskundige verklaring, waarover we het zo straks hadden en wanneer hij bovendien niet op 27 Mei 1953 in vaste dienst was. ,

Evenmin bestaat er aanspraak op bezoldiging gedurende de ziekte, wanneer de ziekte of het ongeval opzettelijk door hem is veroorzaakt, of dat hij het heeft gesimuleerd of overigens aan eigen schuld is te wijten (misdrijf, door de onderwijzer begaan, alcohol of andere bedwelmende middelen, onzedelijkheid).

In deze gevallen bestaat echter nog de mogelijkheid dat op voorstel van het Schoolbestuur de Minister goedkeurt, dat de uitkeringen geheel of gedeeltelijk wel niet aan de betrokkene zelf, maar aan anderen kan geschieden (b.v. z'n vronw, z'n kinderen).

Wie wegens ziekte of ongeval, ontstaan in verband met de dienstbetrekking, verhinderd is z'n dienst te verrichten, genliet gedurende de hele periode van het verlof de volle bezoldiging.

Een onderwijzer, lijdende aan t.b.c, kan geheel of gedeeltelijk worden tegemoetgekomen in de kosten, verbonden aan het verplegen in een inrichting. Bij uitzondering kan dit ook toegepast worden voor andere zieken, die in een ziëk'enhuis verpleegd worden of een of andere behandeling moeten ondergaan.

Hiertoe is een geneeskundige verklaring vereist, dat er door de behandeling genoegzaam uitzicht op herstel bestaat. De betrokkene heeft zich dan verder te gedragen naar de voorschriften der inrichting, waarin hij verpleegd wordt. Doet hij dit niet, dan vervalt de uitkering.

Verhindering wegens zwangerschap of bevalling wordt gelijk gesteld met verhindering wegens ziekte. Dan geldt de regeling vanaf 4 maanden vóór tot tenminste 6 weken na de bevalling.

Dit alles vormt een aanzienlijke verbetering, vergeleken met de regeling, die er tot dusver was.

Ook voor de onderwijzers, die in militaire dienst zijn. Een vast onderwijzer in militaire dienst geniet verlof. Een tijdelijk onderwijzer ook, maar niet langer dan de duur van zijn aanstelling. Bij eerste oefening krijgt hij gedurende 12 maanden zoveel als hij aan pensioenbijdragen moet betalen.

Daarna wordt zijn militaire beloning aangevuld tot 70"/o van zijn onderwijzerssalaris als hij ongehuwd is en geen kostwinner. Is hij wél gehuwd of kostwinner, dan geschiedt de aanvulling tot lOC/o van zijn onderwijzerssalaris.

Bij herhalingsoefeningen krijgt de onderwijzer de eerste 14 dagen vol salaris, daarna aanvulling van zijn militaire beloning tot lOOVo van zijn onderwijzerssalaris.

Deze aanvullingen worden, evenals het volle salaris de eerste 14 dagen bij hertialingsoefeningen, door het Schoolbestuur uitbetaald.

Het verlofsbesluit vermeldt nog een hele serie gevallen, dat buitengewoon verlof door het Schoolbestuur kan worden verleend. Dit geldt in de regel voor een paar dagen.

Wat de uitbetaling van het salaris ge-

durende dit buitengewoon verlof betreft, is er enige beperking.

a. Indien gedurende een kalenderkwartaal voor 8 of minder al of niet aansluitende schooltijden buitengewoon verlof is verleend moet de volle bezoldiging over de verloftijd worden uitbetaald,

b. Indien gedurende een kalenderkwartaal buitengewoon vérlof is verleend voor langer dan 8 al of niet achtereenvolgende schooltijden, wordt geen bezoldiging uitbetaald (ook niet over de eerste 8 schooltijden), behalve indien dit verlof is verleend voor ten hoogste 24 schooltijden en de Minister dit verlof heelt goedgekeurd. In dit geval volgt uitkering van de hele bezoldiging.

Is er een wettelijk voorschrift, dat de onderwijzer het bezoeken van een school vei^biedt, b.v. besmettelijke ziekte in zijn gezin, dan gelden natuurlijk de beperkingen niet.

Natuurlijk zullen onze Schoolbesturen en Hoofden van Scholen zich van de bijzonderheden der verlofsregeling volledig op de hoogte gesteld hebben. Maar een algemeen overzicht leek me ook voor niet-direct-Jbelanghelbbenden gewenst.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

HET VERLOFSBESLUIT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's