Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OUDEJAARS MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OUDEJAARS MEDITATIE

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo waakt dan, want gij weet de dag niet, noch de ure. Matth. 25 : 13

Op Oudejaarsavond zitten de meeste mensen , , tot twaalf uur op". En wie door ziekte of ouderdom aan bed gebonden is, probeert in ieder geval tot dat tijdstip , .wakker" te blijven. We willen graag deze telkens terugkerende wending in de tijd wakende beleven.

Daar zit een prachtige symboliek in, wanneer we deze gewoonte plaatsen in het licht van bovenstaande tekst.

In deze tekst is de Heere Jezus aan het woord, onze hoogste Profeet en Leraar. De Heiland heeft zo juist de gelijkenis van de vijf wijze en vijf dwaze maagden uitgesproken. En nu vat Hij in één zin de hoofdstrekking van deze gelijkenis samen : „Zo waakt dan, want gij weet de dag niet, noch de ure".

Dus : Waakt met 't oog op , , de" dag en , , de" ure (praegnante zegswijzen voor : hét grote keerpunt in de tijd). En waakt des te intenser — gezien het feit, dat gij het preciese ogenblik van dat grote keerpunt niet weet".

Wat we vanzelf, waarschijnlijk onberedeneerd, als Oudejaarsavondgewoonte in ere houden, moeten we •— naar 's Heilands bevel — dus wérkelijk, bewust en beslist doen met 't oog op de laatste (eschatologische) allesbeslissen- •ii w^r; d.ïng.

Na dit keerpunt zal er geen „tijd" meer zijn. Dan kunnen we dus niet meer zingen van: , , Uren, dagen, maanden en jaren". Die begrippen hebben dan afgedaan. Waar geen tijd is, bestaat ook geen tijds-indeling..

Bij „de laatste wending" breekt het „jaar" van het welbehagen des Heeren aan. Een nimmer-eindigend jaar voor een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid wonen zal. Vol zal dan de aarde zijn van kennis des Heeren, gelijk de wateren de bodem der zee bedekken.

De ingang van dit jaar des welbehagens zal echter tevens zijn : de dag der wrake onzes Gods.

God's tijdswending zal dus een ontzaglijke tweeslag vertonen : welbehagen wrake. En juist met het oog op dié tweeslag beveelt de Heere Jezus aan Israël èn aan Zijn Nieuw-Testamentische gemeente: „Waakt, zit gereed, blijft wakker". En dat zoveel te méér, omdat wij niet weten wanneer Gods klok 12 uur zal slaan

Wat ik hier eventjes met Oudejaarsterminologie omschrijf, heeft de Heiland in Matth. 25 vs. 1—13 gepredikt met beelden, ontleend aan een oud- Oosterse bruiloft.

ïo de mij toegemeten ruimte kan ik hierop niet uitvoerig ingaan. Leest u het zeer bekende hoofdstuk nog maar eens over; gebruikt u een zakelijke commentaar daarnaast, indien u nog wat toelichting wenst omtrent oud- Oosterse toestanden en gebruiken.

Ik kan u hier slechts de kern-waarheid uit deze gelijkenis voorleggen. Déze waarheid : wanneer de Bruidegom komt, is het te laat om zich nog op Zijn komst voor te bereiden ; dan is het van eminent belang, gereed te zijn.

Als de Israëliet deze gelijkenis hoorde, wist hij onmiddellijk waarover het ging. , , De Bruidegom" — dat was een vaste figuur, een vaste beeldspraak voor : de Messias (de Christus). En „het bruiloftsmaal" — dat was een vaststaande aanduiding van : het Messiaanse heil, de zaligheid in het Koninkrijk Gods en Christi.

De Heiland spreekt dus in de tekst over de eeuwige toekomst. Deze gelijkenis maakt dan ook deel uit van de grote rede aangaande „de laatste dingen". (Matth. 24 en 25).

Die , , laatste dingen" zetten in met de wederkomst van de Zoon des Mensen. „Dag" en „uur" in onze tekst zijn : dag en uur van die wederkomst.

Die „laatste dingen" brengen ook de uiteindelijke openbaring-in-heerlijkheid van het Koninkrijk Gods. Vs. 1 spreekt daarvan : „'t Zal bij de komst van het Koninkrijk Gods gaan zoals het ging me^ tien maagden "

DaaT gaat het heen met de ganse schepping Gods ; daar spoedt ook de geschiedenis van het mensdom zich heen : naar de definitieve openbaring van Gods Koningschap.

Dat Koningschap des Heeren is geen zaak van droefheid of angst en schrik, neen, 't is een zaak van vreugde.

Vreugde allereerst voor de Heere Zelf, die dan alle vijanden (ook de laatste : de dood) teniet gedaan zal hebben — en weer ongestoord Koning zal zijn in Zijn hele schepping.

Vreugde voorts óók voor de ware gelovigen, die dan ten volle het heil des Heeren zullen genieten.

Het deel krijgen aan het heil (aan het Koninkrijk) wordt dan ook in de Heilige Schrift vergeleken niet bij een begrafenis, doch bij een bruiloft, een feestmaal. Zo b.v. in de onderhavige gelijkenis.

In deze gelijkenis nu wordt de gemeente des Heeren, zoals zij in deze wereld verschijnt (de kerk naar haar zichtbare zijde) voorgesteld onder het beeld van 10 maagden, ten bruiloftsmaal genodigd. Daar ligt dit in opgesloten: de kerk is naar die , , bruiloft", naar het Messiaanse heil, op weg. Méér nog: de kerk heeft de uitnodiging voor de bruiloft (des Lams !!) thuis gekregen. Zij heeft — krachtens, het verbond Gods — de belofte des tegenwoordigen èn.... des toekomenden levens. Het volle heil is haar toe-gezegd.

Je zou denken : deze bijzondere eer moet de héle kerk toch wel op prijs stelen ; zij moet bepaald met die toekomst rekenen !.... er op bedacht zijn er naar uitzien en verlangen zich serieus er op voorbereiden

Ogenschijnlijk gebeurt dat ook wel. Als het lied weerklinkt : „De bergen zullen vrede dragen, de heuvels heilig recht; Hij zal hun vrolijk op doen dagen het heil, hun toegezegd", dan zingen allen mee. En als de bede opkhmt: „Uw Koninkrijk kome", dan bidden allen mee. Althans naar de vorm.

Dat komt goed overeen» met de beschrijving van de 10 bruiloftsmeisjes in onze tekst: deze tien maagden waren — naar de vorm — allen wachtende op de bruidegom

Echter vijf van hen waren dwaaa en vijf verstandig. Ziedaar het ingrijpende getuigenis, waarmee de Heere ons op de Oudejaarsavond van 1954 tot bezinning roept.

Er waren twee categorieën van bruiloftsmeisjes i er liep een scheidslf|n dwars tussen de genodigden door........ De Heere tekent hiermee de gesteldheid van Zijn gemeente, dat kan niet anders. En dan zegt Hij dus dit: in

Mijn gemeente, in het verbonds-volk, zullen er zijn die zich op Mijn komst hebben voorbereid; maar er zullen er eveneens zijn, die 't de moeite niet waard vonden om zich daarop voor te bereiden.

Vanzelfsprekend moeten we niet van de olie, de lampen enz., van-allesen-nog-wat gaan maken. Deze elementen gebruikt de Heiland uitsluitend om een zo levendig mogelijk beeld voor onze ogen te schilderen. Het gaat echter om déze kern-gedachte : sommigen uit 's Heeren gemeente zullen de noodzakelijke voorbereidingen treffen, om straks de Bruidegom Christus op een gepaste. Hem waardige wijze te kunnen tegemoet gaan ; —> anderen zullen dat ijskoud nalaten.

Ge begrijpt wat dit zeggen wil voor het geestelijk onderscheid tussen de gemeenteleden. De „wijzen" onder hen, die „voor olie hebben gezorgd" (= gereed zijn !!) zijn bedacht op de wederkomst van de Zoon des Mensen. En dat , bedacht-zijn" komt tot uiting in allerlei : in het achtgeven op de (door de Heere geopenbaarde) voortekenen ; in een getrouw arbeiden in dienst en tot eer van Christus, in het doen van Gods geboden — uit dankbaarheid. Op dat laatste vooral (de geheiligde, levenswandel dus) ligt in Matth. 24 en 25 grote nadruk. En dan nog speciaal toegespitst op de verhouding tot de broeders (daarnaar zal de Rechter van hemel en aarde ons oordelen !!).

De „dwaze" gemeenteleden daarentegen schikken zich niet om de Heere Christus te ontmoeten, zij letten niet op de voortekenen van Zijn komst, houden Zijn geboden niet, zijn niet trouw werkzaam in Christi dienst, zijn slecht voor hun „mede dienstknechten", betonen aan één der geringste broeders zelfs geen greintje liefde, woekeren niet met de hun geschonken talenten (u merkt : ik koos steeds typeringen uit de omringende hoofdstukken).

Nu moet ik u een voorname vraag stellen, .lezer of lezeres: Aan welke kant staat gij ? Bij welke groep behoort gij ? Bruiloftsganger zijt ge —• als verbondskind, dragend het teken der allesomvattende beloften van de Drieënige God. Het heil des Koninkrijks is u toegezegd, , ge zijt persoonlijk daartoe genodigd. Vlakt 't niet uit — en acht 't niet gering. Ga nimmer in 't spoor van degenen, die over 't Verbond een rookgordijn leggen — en die daardoor jong en oud jaar-in- jaar-uit in een verstikkende mist laten omzwerven, zonder evangelische aanspraak eji derhalve zonder wezenlijk appèl op hun hart.

Bruiloftsganger zijt ge... Maar... hoe ? Er zullen kinderen des Koninkrijks buitengeworpen worden... Wanneer het evangelie der genade niet in geloof wordt omhelsd, strekt het ons niet tot zaligheid, maar zal het de rampzaligheid verzwaren.

Waar hoort ge nu bij, lezer (es) ? Bij de , , wijzen" of bij de , , dwazen" ? Zijt ge alleen belust op het feestmaal der eeuwige vreugde ! Of zijt ge waarlijk bedacht op de komst van de Bruidegom — en leerdet ge u schikken om Hém te ontmoeten ? ?

Hóé nu ook ons antwoord zou moeten luiden op boven-gestelde vragen, tot ons allen richt Christus heden het woord van onze tekst. Zoals de Borg deze tekst uitsprak met bestemming voor héél Israël.

Maar dan kan het niet anders of deze tekst heeft voor de twee categorieën in de gemeente een verschillende strekking.

„Waakt". Dat is voor de ónbekeerden : bekeert u ; breekt met heel uw oude bestaan, breekt met de duivel, de zonde, de Gode-vijandige wereld; schikt u om uw Heiland te ontmoeten ; veracht de beloften niet langer ; valt de Heere Jezus te voet, vraagt Hem of Hijzelf de band des geloofs wil leggen — en de vruchten der wederliefde wil doen bloeien bij u".

Waakt, , , Heere...Heere...zeggers, die niet waarachtig en van harte de wil des Hemelsen Vaders doet. De grote en doorluchtige dag des Heeren, de Oudejaaravondstond der wereld, komt ! De Rechter staat voor de deur. En het uur van Zijn rechtspraak is u en mij niet bekend. De weten , , de" dag en , , het" uur niet. Dat zij een extra drangreden tot Oudejaars-bezinning, tot heilige waakzaamheid. Zoekt de Heiland en lééft!!

Doch anderzijds.: voor u, die — door Gods genade — uw beeld moogt vinden in de , , wijze" maagden (dwaas zijt ge in uzelf ; ge werktet tégen tot het uiterste ; maar de Héere werkte in u beide het willen én het werken, naar Zijn Kerst-welbehagen), voor u beduidt het bevel , , Waakt" wat anders, 't Is voor ü geen oproep tot eerste bekering. Maar 's Heilands bevel is voor ü veeleer een vermaan tot volharding, en opscherping in de liefde, een waarschuwing tegen verslapping, inzinking of traagheid van geest.

„Waakt" is voor ü : waakt in het gelooi, in het hartelijk vertrouwen van 's Heeren beloften ; waakt in de liefde (tot de Heere en tot uw naaste, ook tot de geringste broeder of zuster) ; waakt in de gehoorzaamheid aan des Heeren geboden (uit dankbaarheid) ; waakt in de verwachting van het komende Koninkrijk des Heeren — en laat die verwachting haar stempel zetten op uw leven en uw levensuitingen (eschatologie en ethiek zijn geen tegenstellingen en zéker geen vijandinnen van..eilkander !!)

„Waakt" is voorts : waakt in het verlangen naar de wederkomst van de Hemelse Bruidegom Christus. Er is toch geen liefde zonder verlangen ?

En tenslotte : „Waakt" is : waakt in het gebed. In ootmoedig gebed mogen wij al het vorengenoemde van de Heere vragen. O, dat wij dan onze mond maar opendoen en , , eisen" (pleitend op Gods trouwverbond) alles, wat ons ontbreekt. De Heere zal ons dat geven ! Hij verklaart het Zélf in Zijn Woord.

Zo roept onze Oudejaars-tekst allen, die de Heere vrezen, op tot waakzaam gebed. En de genadige verhoring van dat gebed zal in hen teweeg brengen heilige waakzaamheid, verbonden met ware broederliefde en steeds inniger verknochtheid aan die Koning, Wiens Naam eeuwig eer moet ontvangen, Die gekomen is en komen zal.

Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 december 1954

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

OUDEJAARS MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 december 1954

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's