Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus de Eersteling!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus de Eersteling!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Indien wij alleen in dit leven op Christus zijn hopende, zo zijn wij de ellendigste van alle mensen. Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, en is de eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn". (1 Cor. 15 : 19, 20).

Nu wij het Paasfeest weer hebben gevierd, is het niet overbodiig, als ik de vraag stel, of de boodschap van Pasen voor uw eigen leven ook betekenis heeft gekregen. Dat is n.l. helemaal niet vanzelfsprekend, vooral niet als we er op letten, hoe in de gemeente van Corinthe eertijds de prediking van Christus' opstanding werd , , verwerkt". Het 'gevaar ligt altijd voor de hand, dat wij wel met de mond Jezus' lichamelijke opstanding uit de doden belijden, terwijl toch de diep-ingrijpende betekenis daarvan voor ons eigen leven niet wordt opgemerkt.

Jezus' opstanding raakt dan ons eigen bestaan niet wezenlijk ; wij voelen onszelf er niet bij betrokken ; de band tussen Christus, de Opgestane, en ons, sterfelijke mensen, ontbreekt. Zo is het helaas vaak onder óns ; zo was het nu ook in de gemeente van Corinthe.

Aan de opstanding van de Heere Christus hebben de Corinthiërs niet getwijfeld.

Maar de troostvolle prediking, die daarin lag voor alle volgelingen des Heeren hebben zij niet begrepen, ja sterker, zelfs ontkend. De kracht Zijner opstanding kenden zij niet, hoewel zij het feit Zijner opstanding aanvaardden. Welke is dan die kracht van Christus' opstanding ? De Heidelbergse Catechismus drukt dat zo schoon uit in Zondag 17 : , , Ten eerste heeft Hij door Zijn opstanding de dood overwonnen, opdat Hij ons de gerechtigheid, die Hij door Zijn dood ons verworven had, kon deelachtig maken. Ten andere worden ook wij door Zijn kracht opgewekt tot een nieuw leven. Ten derde is ons de opstanding van Christus een zeker pand onzer zalige opstanding". Zie, daar hebt u nu de vèr-strekkende, betekenis van Pasen voor óns ; waar ook Paulus op wijst, als hij vooral tegenover de Corinthiërs die derde gedachte uitwerkt: Christus' opstanding een zeker pand onzer zalige opstanding. Dat was echter voor de Corinthiërs, die weer in de greep van de Griekse, heidense levens­ beschouwing waren geraakt, een onaannemelijke prediking.

Voor gewone mensen kon zoiets als de opstanding uit de dood niet zijn weggelegd.

Hoogstens voor Christus alléén. Hij was de grote uitzondering, de Eenling. Maar over gewone stervelingen had de dood toch het laatste woord ?

Dat kon je toch elke dag constateren, wanneer er weer een dode werd uitgedragen naar zijn laatste rustplaats ? Ach ja, in de practijk leven ook wij menigmaal zo, dat wij de dood oppermachtig wanen, dat ons leven staat of valt met het komen van de dood.

Doch, nu gaat Paulus in I Cor. 15 de consequentie trekken uit zulk een levenshouding. Indien uw leven niet een nieuwe zin en toekomst gekregen heeft, indien er geen opstanding der doden is, zo zegt hij, dan kan dat maar tot één conclusie leiden : dan is Christus óók niet opgewekt. We behoeven nog niet vrijzinnig te zijn, om toch de werkelijkheid van Christus' opstanding metterdaad te verloochenen ! En nu neemt Paulus ons nog verder mee : Als Christus dan niet is opgewekt, zo is ook onze prediking ijdel, en ijdel is ook uw geloof. Dan mag het geloof zich honderdmaal uitstrekken naar Jezus, maar dan strekt het zich uit naar iemand, die het heeft moeten afleggen tegen de macht van den Boze, en die onmachtig is te verlossen ! Dan heeft de zonde het gewonnen en de dood is heer en meester. Tot die troosteloze consequentie moeten we komen, als er door Christus' opstanding geen hoop is gekomen op onze zalige opstanding mèt Hem.

Wanneer die verwachting ons ontbreekt, wanneer wij een Christus belijden, Wiens macht niet over de dood heenreikt, dan zijn wij, naar het woord van onze tekst, de ellendigste van alle mensen. Geen wonder, dan zijn we nóg in onze zonden, dan komen we om in het verstikkende moeras van onze on­ gerechtigheid. Het is niet vreemd, dat voor vele mensen vandaag het leven zinloos is ! Een bloem, die van z'n wortel wordt afgesneden, verdort immers. Welnu, zo is het ook met ons leven, wanneer het van Christus en daarmee van Zijn toekomst wordt losgemaakt. Wanneer voor ons dit leven het enigste is, dan wint het niet aan waarde, maar dan verliest het juist alle waarde. Daarom zegt Paulus in vers 32 : „Zo ik naar de mens tegen de beesten gevochten heb te Efeze, wat nuttigheid is het mij, indien de doden niet opgewekt worden ?

Als tóch de dood het laatste woord heeft, waarom zullen we dan vandaag niet eten en drinken, omdat wij morgen sterven ? Dat is dan ook de levenshouding van zeer velen in onze dagen. En al wordt er dan nog over geloof gesproken, toch is zulk een geloof ijdel, omdat het los staat van Christus, de Opgestane.

Zo voert Paulus ons naar de rand der vertwijfeling, in vers 19.

Maar, in vers 20 keert hij haastig om, met de boodschap, dat de vertwijfelden, de zuchtenden, de vermoeiden en de bekommerden hun hoofden mogen opheffen.

Want Christus is niet de overwonnene, onmachtig om te verlossen, ons in de vertwijfeling achterlatend. Neen, Hij is opgewekt uit de doden en dat betekent dan ook, dat Hij dat niet is als de enige uitzondering, als Eenling, 'maar als de Eersteling, die de rij geopend heeft van Zijn volgelingen, die eveneens de dood te boven zullen komen.

God heeft door de dood Zijns Zoons verzoening der zonde willen aanbrenigen, door op Hem óns oordeel te doen rusten, door aan Hem ónze straf te voltrekken.

'Gelooft gij dat ? Zo ja, dan moogt ge tot uw vertroosting vernemen uit Gods eigen Woord, dat Christus ook dat oordeel voor al de Zijnen heeft weggedragen.

Maar daarom kon de dood Hem dan ook niet vasthouden. Dat is de vreugdevolle verkondiging van Paulus, als hij zich haastig van het 'moeras der vertwijfeling afwendt met de uitroep : , , Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden".

En wat ligt daarin opgesloten ? Dit, dat Hij daarmede ook de Eersteling geworden is dergenen, die ontslapen zijn. Als wij leden van Christus' lichaam mogen zijn, waarvan Hij het hoofd is, dan betekent Zijn opstanding voor ons : een vreugdevol uitzicht, een nieuwe toekomst, de opengestoten poort naar het eeuwige leven.

Want Hij is niet de Eenling, die de dood te boven kwam ; Neen, Hij is de Eersteling, d.w.z. er is een grote schare. Hem volgend, die ook de dood te boven komen zal.

Christus' opstanding een pand onzer zalige opstanding, hebt u het zó al dankbaar leren aanvaarden ? Dan heeft uw leven de gevolgen daarvan ondervonden. Want wat ge dan vroeger, toen ge Hem zó nog niet kende, van het grootste belang achtte, zal dan nu op de achtergrond geraken. Veel, wat ge vroeger in onbezonnenheid deed, zal u dan nu tot schuld worden. Want nu valt over uw leven immers het licht der eeuwigheid. Als Christus ons Hoofd is, dan staat of valt ons leven niet met het komen van de dood. Neen, dan staat of valt ons leven met de opstanding van Jezus Christus uit de doden. Dan laten wij ons niet in de war brengen door de wereld, waarin wij leven, waarin de zonde en de dood nog oppermachtig schijnen,

Want door het geloof weten wij : Christus is de Eersteling, pas de Eersteling.

Straks pas zullen de Zijnen Hem volgen en zalig met Hem opstaan. Daarvan bezitten we een zeker pand. Zo zeker als Christus de Eersteling is der ontslapenen, zó zeker zal Zijn toekomst ook 'n grote ontgoocheling zijn voor allen, die niet achter Die Eersteling daan hebben zullen, naar Jezus' eigen woord, opstaan tot de opstanding des oordeels. Ons leven is van een eeuwige ernst! Indien gij dan met Christus zijt opgewekt, zo zoekt de dingen, die boven zijn, niet twijfelende of de Eersteling Christus is 'machtig ook u te geven de opstanding des levens. Daartoe werd Hij opgewekt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 1955

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Christus de Eersteling!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 1955

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's