Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zendingsterrein

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zendingsterrein

HOE KWAM DE ORGANISATIE VAN DE KERK OP ONS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

TOT STAND

I.

Wanneer wij christenen spreken van zending, dan bedoelen we daarmede : uitbreiding van de kerk van Christus, of, planting van de kerk van Christus, onder niet Christelijke volken.

Men heeft de doelstelling van de zending, ook dikwijls anders omschreven. In onze dagen geeft men aan andere omschrijvingen ook de voorkeur. Zending is een veel omvattender begrip dan alleen maar uitbreiding of planting van de kerk van Christus, zegt men dan. En inderdaad zijn onderwijs en medisch werk zo nauw aan het zendingswerk verbonden, dat ze er niet van los te maken zijn. En behalve deze twee zijn er nog allerlei andere takken van dienst mogelijk en dikwijls noodzakelijk bij het zendingswerk. Voor een nadere uiteenzetting van de bovengestelde vraag is dit echter van minder belang.

Zoals alle geestelijke werk heeft ook de zending een zeer bepaalde levenswet, waarnaar geleefd en gewerkt moet worden. En die levenswet van de zending is, zij moet zich overbodig maken.

Deze stelling vindt in de hele zendingswereld instemming, zowel hier als op het zendingsterrein zelve. Een zendeling in China schreef in , , World Dominion" : , , De buitenlandse zending en de inheemse kerk zijn te vergelijken met het steigerwerk en het gebouw, dat daarbinnen oprijst". Deze vergelijking is niet ongeschikt. En zoals men er niet over denkt, het steigerwerk te laten staan nadat het gebouw verrezen is, zo behoeft de zending niet te blijven nadat de inheemse kerk georganiseerd en in staat is voor zichzelf te handelen.

Wij mogen hieruit niet opmaken, dat het ontstaan van een kleine gemeenschap van christenen op het zendingsveld, het langer blijven van de zending overbodig zou maken. Maar wel moeten we dit er uit leren, dat heel de zendingsarbeid het stempel moet dragen van haar tijdelijke aard. Als een gouden draad moet die overbodigmaking door haar arbeid heengeweven zijn. Dus ook bij het organiseren van de kerk op het zendingsveld moet dit tot uiting komen, opdat de nieuwe jonge kerk lere op eigen benen te staan.

Het gaat ons hier niet om de vraag, hoe belangrijk op zichzelf ook, welke organisatie de kerk op het zendingsterrein moet hebben. Of men een presbyteriale of een episcopale kerkvorm voorstaat, altijd zal men de levenswet in het oog moeten houden.

Onnodig is het waarschijnlijk hier op te merken, dat wij op het zendingsterrein in ihet Toradja-land meenden op grond van Gods Woord, dat de presbyteriale zeer verre de voorkeur verdient.

De vraag waar het ons om te doen is, is die welke ons reeds dikwijls werd gesteld : Hoe kwam u op het zendingsveld tot het organiseren van de kerk ?

Wanneer de zendelingen in het Toradj a-land de dorpen ingaan om aan de Toradja's het Evangelie te brengen en dat gebrachte Woord door Gods Geest ingang vindt in de harten, dan zullen die heidenen zich los gaan maken van het heidendom. Ze breken met oude heidense gewoonten. Ze laten zich onderwijzen in de Christelijke leer. Ze bekeren zich tot God. Ze leren Christus omhelzen en zich aan Hem overgeven. Na een jaar onderwijs genoten te hebben kunnen ze worden gedoopt en worden daardoor de Christelijke kerk ingelijfd.

Die innerlijke verandering kunnen wij alleen maar waarnemen naar uiterlijke dingen n.l. aan hun woorden en aan de verandering, die in hun leven openbaar wordt. Dat er onder hen gevonden worden, die zich met een waaradhtig hart tot God bekeren, doet voor ons doel hier niet ter zake.

Hoe moeten we deze christenen samenvoegen, opdat zij straks tot eenheid komen en uitgroeien tot een eigen zelfstandige kerk ? Dit is een zeer belangrijke vraag voor de zending. Want- de zending heeft immers tot doel, de planting van de kerk des Heeren onder de niet christelijke volken. En de zending mag daarbij niet uit het oog verliezen, dat zij vroeger of later heen gaat.

Die nieuwe kerk zal haar eigen leven hebben te openbaren. Een kerk te zijn met eigen plichten en verantwoordelijkheden. Maar ook een kerk met eigen rechten. De zending heeft daarbij ook wel rechten, maar toch zeer bescheiden rechten.

Wij geloven immers, dat Christus de Zijnen roept door Zijn Woord en Geest ; dat Hij ze wederbaart en heiligt, zodat het openbaar wordt, dat zij Christus toebehoren. Ze zijn Hem immers door de Vader gegeven. Hij zoekt

de Zijnen op. En Hij kocht ze met Zijn bloed. Ze behoren dus Hem toe.

Deze, door God zelf geroepen en tot bekering gekomen mensen, moeten verder geestelijk verzorgd worden. Wat is het heerlijk zulke vruchten op de arbeid te mogen aanschouwen. Maar ook wat een zorg er weer bij. Voorheen werd het Evangelie alleen verkondigd aan hen, die nog verre waren, maar nu moet het ook verkondigd worden aan ben, die nabij zijn. En niet alleen moet aan deze nieuw ontstane groep christenen het Woord worden verkondigd, maar ook de sacramenten moeten worden bediend. De taak van de zendeling is dus nu tweeledig. We zouden kunnen zeggen, hij is zendeling voor de niet christenen en hij is predikant voor de christengroepen.

En wanneer de groepen christen groter en meerder worden, dan zien We, dat de verzorging van de christen-groepen al de tijd van de zendeling vergen. Hij is de enige ambtsdrager. Hij moge al helpers hebben in onderwijzers en evangelisten, die Zondags een stichtelijk woord spreken, de bediening der sacramenten ligt todh alleen in zijn handen.

Toch is het niet goed, dat de ambtelijke bevoegdheid in handen van de zendeling blijft. Hij moge nog zo dicht bij de Toradja's gaan staan en leven, hij blijft voor hen een man van een ander volk.

Maar meer nog dan dat het op de duur niet goed zou zijn, dat een zendeling de ambtelijke bevoegdheid alleen bleef behouden, het is de plicht der jonge christen gemeente, om zodra zij het kunnen, een zelfstandige kerk te vormen. Zij hebben immers van God een eigen geestelijk leven ontvangen, dat eigen verplichtingen en verantwoordelijkheden op hen legt.

Wanneer is nu een kerk zelfstandig ? In vroeger jaren meende men, dat er drie voorwaarden verbonden moesten worden aan de zelfstandigmaking van een kerk. Ie Men moest zichzelf kunnen onderhouden, 2e. Men moest zichzelf kunnen regeren. 3e. Men moest zichzelf kunnen uitbreiden. Er schuilt zeker wel enige waarde in deze drie voorwaarden. Maar we voelen toch ook wel de betrekkelijkheid er van. Om maar eens de eerste voorwaarde te nemen, zou het zelfonderhoud een doorslaggevende factor mogen zijn ? Is een gezin, dat ondersteuning nodig heeft, niet zelfstandig ? Of is een Christelijke school ook al ontvangt zij subsidie niet zelfstandig ? Zou een jonge Christelijke kerk, ook al ontvangt zij nog steun van de zending, niet zelfstandig kunnen zijn ?

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juni 1955

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Zendingsterrein

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juni 1955

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's