Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ezra's gebed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ezra's gebed

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En ik zeide: Mijn God, ik ben beschaamd en schaamrood om mijn aangezicht tot U op te heiten, mijn God, want onze ongerechtigheden zijn vermenigvuldigd tot boven ons hooid en onze schuld is groot geworden tot aan de hemel. Ezra 9:6.

Koning Artaxerxes had aan Ezra de vrijheid gegeven naar zijn land weder te keren om de stad zijner vaderen te helpen opbouwen.

Wat had de Heere het wel gemaakt boven bidden en denken, dat na een zestig jarige ballingschap het volk van Israël weer had mogen wederkeren naar Jeruzalem. Die teruggekeerde ballingen hebben met grote moeilijkheden te worstelen gehad. Immers de stad en tempel lagen' verwoest. Alles moest weer uit het stof verrijzen. En de vijandschap der omringende volkeren was groot. Deze deden alles, wat maar mogelijk was, om de wederopbouw van stad en tempel te verijdelen. Maar God van de hemel deed het hun gelukken ondanks alle moeilijkheden en tegenstand.

Vol vertrouwen heeft Ezra de verre reis naar zijn vaderland volbracht. Hij had zijn betrouwen alleen op de Heere zijn God gesteld.

Na zijn aankomst heeft hij onmiddellijk de gelden afgedragen, die de koning hem had meegegeven voor de voltooiing van stad en tempel.

Met groot enthousiasme zal hij de schone taak gaan vervullen, die de Heere hem op de schouders had gelegd. Doch de teleurstellingen zijn ook hem niet bespaard gebleven. Hoort slechts. De vorsten kwamen tot hem en hebben schoorvoetend verteld, dat het volk Israels en de priesters en de Levieten niet afgezonderd waren van de volkeren dezer landen, naar hunne gruwelen, want ze hadden van hun dochteren genomen voor zichzelf en voor hunne zonen, zodat, zich vermengd had het heilig zaad met de volkeren dezer lan'den. Daar hebben we al het zelfde gevaar, hetwelk ook nu de kerk bedreigt, het gevaar van de gemengde huwelijken. O wat is het droevig als een jongen uit een gezin, waar nog de vreze Gods gevonden wordt, in het huwelijk treedt met een meisje uit een familiekring, waar met God niet meer wordt gerekend.

Het huwelijk is toch geen evangelisatiewerk. De man weet toch niet of hij de ongelovige vrouw nog voor het Koninkrijk Gods zal kunnen winnen. Inderdaad moest er bij het doen van de keuze van een levensgezel of gezellin meer gerekend worden met God en met Zijn Woord.

• O wat moet dat Ezra hebben gesmart, dat blijkbaar het volk van Israël onder het oordeel van de ballingschap zo weinig had geleerd, dat het na de terugkeer uit Babel niet meer dacht aan de eerbiediging van de grenzen tussen het volk Gods en de wereld. Lezers, zou de wereldgelijkvormigheid ook in onze dagen niet een van de grootste gevaren zijn, die de kerk Gods bedreigen.

Toen Ezra dan ook deze zaak hoorde scheurde hij zijn kleed en zijn mantel en trok van het haar zijns hoofds en zijns baards uit en zat verbaasd neder.

O wat zal dat de tongen in Jeruzalem hebben losgemaakt. Stellig is het van mond tot mond gegaan: , , Hebt je het al gehoord". , , Ezra, die teruggekeerde priester zit in smart en rouw in de schaduw van de tempel neergehurkt. Wat mag dat toch wel wezen ? "

Geen wonder, dat allen, die nog voor de woorden van de God Israels beefden om de overtreding der weggevoerden zich tot hem verzamelden. Maar wie er ook tot hem kwamen, Ezra bleef verbaasd zitten tot aan het avondoffer. Hij schijnt van opstaan niet te willen weten. Blijkbaar heeft echter het gezicht van de gloed van het avondoffer hem bemoedigd. Elke morgen en avond werd er in de voorhof van de tempel een lam geslacht. Dan vloeide op de aarde het bloed van een lam. Het was de aangrijpende prediking, dat er zonder bloedstorsting nimmer vergiffenis te vinden was voor een arm zondaar.

De gloed van elk offer predikte des avonds : Och, Israël, of gè met al uw schuld en zonde, ook van deze dag, mocht komen tot het geslachte lam !

Nu wordt er bij onze bedehuizen geen lam meer geslacht, maar van de kruisheuvel Golgotha schijnt de gloed van een beter offer! Christus kon zeggen, dat hij het licht der wereld is.

Omtrent het avondoffer stond Ezra dan ook op uit zijn bedruktheid, als hij zijn kleed en zijn mantel gescheurd had.

In de openbaring van blijdschap en droefenis is de Oosterling veel levendiger dan de Westerling.

Da Costa, die bekeerde Israëliet, heeft gedicht: Ik ben geen zoon van deze lauwe Westerstranden.

Israels profeten hebben het ook wel geweten, dat het voor de grote massa zinloze vormen waren. Een van hen heeft zelfs gezegd: , , Scheurt mij uw hart en niet uw kleed!"

Maar niemand zal er Ezra van durven betichten dat het met het scheuren van zijn kleed en van zijn priestermantel geen ernst zou zijn.

In mijn gedachten zie ik hem nu opstaan om zijn knieën te buigen. Ziet, daar breidt hij zijn handen uit tot de Heere, zijn God.

Is dat nu die zelfde man, die enkele dagen geleden, staande op een grote houden predikstoel, de mensen ernstig had toegesproken met het , , gij zult" en , , gij zult niet" ?

Ja, lezers, het is toch dezelfde !

Elia, die boven op de berg Karmel de profeten van Baal niet vreesde, is dezelfde, die nederliggend onder de jeneverstruik, het jammerlijk uitriep : , , Neem nu mijn ziel maar weg, want ik ben niet beter dan mijn vaders".

Uit deze er. dergelijke voorbeelden kunnen we leren, dat de Heere inderdaad met gebroken rietstaven grote dingen kan doen.

Ik kan mij levendig indenken, dat hier bij het lezen van dit Schriftgedeelte vragen zijn opgekomen. als deze : Zou het nu enkel maar de zaak van die ongeoorloofde huwelijken van priesters en Levieten met de dochteren van die heidense volkeren zijn geweest, die de Godsman zich zo hebben doen verootmoedigen ?

Wie dat echter mocht menen, leze nogmaals de tekst, die we boven deze overdenking schreven.

Wat treft het mij, dat Erza daar niet spreekt over de ongerechtigheden van priesters en Levieten, maar dat hij spreekt van ónze ongerechtigheden.

Met andere woorden, hij sluit er zich zelf bij in. Dat vinden we bij al Gods kinderen. Om nog eens een duidelijk voorbeeld te noemen, laten we dan aan Daniël denken, die het heeft uitgeroepen : Wij en onze vaderen hebben gezondigd en gedaan wat kwaad is in Uw heilige ogen.

Ezra heeft het met Bilderdijk verstaan, dat op de bodem van alle vragen de schuld der zonde te vinden is. Vandaar dat hij ook heeft begrepen dat de verwoesting van stad en tempel, de v/egvoering naar Babel, de zeventigjarige ballingschap, oordelen Gods waren, gelijk hij dat ook zo duidelijk heeft uitgesproken in het vers, wat op ons tekstwoord volgt.

Welk een gezegende plaats heeft Ezra mogen innemen. Hij ligt daar op de knieën om de schuld van zijn volk te belijden, maar daarnaast ook de schuld van zijn eigen zonden en ongerechtigheden.

Hij heeft die schuld zó groot gezien, dat hij ze als het ware tot aan de hemel zag reiken.

Voor een volk, dat zich zó verootmoedigt voor de Heere, voor een zondaar, die zich zó vernedert voor het aangezicht van een heilig en een rechtvaardig God, is er hoop.

Hoort slechts hoe hij er van heeft getuigd in het 9e vers ! Nu is er als een klein ogenblik een genade geschied van de Heere, onze God, om ons een ontkoming over te laten en om ons een nagel te geven in zijn heilige plaats ; om onze ogen te verlichten, o, onze God, en om ons een weinig levens te geven in. onze dienstbaarheid.

Gelukkig een land en een volk, hetwelk zulke bidders in zijn midden mag hebben. Zulk bidden mag met recht een bidstond voor de nood der tijden heten.

Met droefheid constateren we, dat er in de brede rijen van ons vaderland van die verootmoediging maar weinig te bespeuren is.

Indien we echter door de slagen niet gelouterd worden, dan kan het niet anders of de oordelen en de gerichten Gods zullen opnieuw ontbranden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 1955

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Ezra's gebed

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 1955

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's