Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE VORM EN DE INHOUD VAN HET HOOGLIED II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VORM EN DE INHOUD VAN HET HOOGLIED II

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze keer willen we nadenken over de vraag, hoe het Hooglied verklaard moet worden en we gaan daarom luisteren naar de kerk van vele eeuwen om te zien op welke manier men hierover heeft gepreekt. De verschillende methoden van uitlegging kunnen met verschillende namen worden aangeduid. Voor dit artikel neem ik de namen over, die prof. V. d. Meiden in zijn boek Het Hooglied daarvoor geeft.

De allegorische verklaring.

Onder allegorie verstaan we een verhaal, dat een andere betekenis heeft dan de letterlijke. Denk b.v. aan de gelijkenis van de zaaier. Wanneer de Heere Jezus die verklaart, zegt Hij : Die het zaad zaait is de Zoon des mensen, de akker is de wereld, enz. Het verhaal heeft dus in zijn geheel de strekking, geestelijke werkelijkheden aan te duiden. Zo kan men nu ook het Hooglied verklaren. De bruidegom is Christus, de bruid is de Kerk. Deze allegorische verklaring werd reeds door de Joden toe­ gepast. Zij deden het dan zo : de bruidegom is de Heere, de Verbondsgod van Israël en de bruid is het Bondsvolk. Deze opvatting der Joden zal wel het motief hebben gevormd om het Hooglied als goddelijk boek te erkennen. Had men er slechts een verzameling wereldse liederen in gezien, dan zou de opname in de kanon niet zo spoedig mogelijk zijn geweest. Op de synode van Jamnia in 100 na Christus werd door de Joden vastgesteld, dat het Hooglied een religieus boek was, dat in allegorische vorm Israels historie van de uittocht uit Egypte tot de volle verlossing door de Messias, weergaf.

Onder de oude kerkvaders zijn er die ook deze methode, maar dan op christelijke wijze, voorstaan, b. v. Origenes, Athanasius en Hieronymus. Zij verklaren het boek op Christus en de gemeente. In deze lijn gingen ook de Hervormers voort. Luther dacht aan het rijk van Salomo als de bruid, die door Salomo verheerlijkt wordt. De Kantteke­ningen op de Statenvertaling laten zien, dat onze vertalers denken aan Christus en de ziel. De historische achtergrond is daarbij grotendeels losgelaten.

Hiertegen worden als bezwaren aangevoerd de volgende argumenten : 1, Het is bezwaarlijk, dat een heel Bijbelboek allegorisch zou moeten worden verstaan ; 2, het Hooglied dient zich niet als allegorie aan ; 3. ieder onderdeel kan niet geestelijk worden verstaan. Dit laatste zal natuurlijk bewezen moeten worden, voordat het vaststaat, terwijl de punten 1. en 2. niet erg sterk zijn. Er bestaat m.i. een ander bezwaar tegeri. deze methode, n.l. dat men in het Oude Testament wil lezen, wat eerst in het Nieuwe is geopenbaard. Maar hierop hoop ik in het volgende artikel nader terug te komen.

De dramatische verklaring.

Prof. Van der Meiden noemt dit de, profetisch Messiaanse methode. Dit is de methode, die met een derde figuur rekent: de jonge herder op de achtergrond, die de eigenlijke geliefde is van de bruid en die men voluit type acht van Christus in tegenstelling tot Salomo, die slechts in uiterlijke heerschappij de Messias typeerde. Na wat daarover in het voorgaande artikel is opgemerkt, kunnen we hieraan thans voorbijgaan, met de opmerking, dat bij deze verklaring de tekst van de Schrift geweld aangedaan moet worden.

De typische verklaring.

Hier is de bruidegom type van Christus, de bruid type van de Kerk. Het verschil met de allegorische methode bestaat dan hierin, dat bij de opvatting van de personen als typen de historie en de letterlijke tekst wordt gehandhaafd. Het gaat hier dan dus niet alleen over aardse huwelijksverhoudingen, maar tevens over de geestelijke band tussen Christus en de gemeente. Uiteraard is de grens tussen allegorie en typologie vloeiend en men komt gemakkelijk van het tweede tot het eerste.

Een korte opmerking over typologie in het algemeen moge hier een plaats vinden. Het is onmiskenbaar, dat er figuren in het Oude Testament voorkomen, die trekken vertonen, welke in de Heere Christus tot volheid zijn gekomen, maar die toch aan Hem doen denken. De Nieuw Testamentische lezer kan niet nalaten bij David en Salomo te denken aan Christus. Dit zelfde doet zich voor bij de ceremoniële wetten. Hier liggen rijke schatten voor de gemeente van hef nieuwe verbond. Het is daarom te betreuren, dat de typologie als vak niet meer aan de Rijksuniversiteiten bij de opleiding van theologen wordt onderwezen. In de gemeente vindt de jonge predikant de typologische gedachte wel en soms onder zulke uitwassen, dat hij genoodzaakt is corrigerend op te treden, maar zijn wetenschappelijke opleiding stelt hem niet in staat hier bijbels te corrigeren. Vanwege de excessen wordt dan vaak de hele typologie veroordeeld, terwijl anderen door de schoonheid der typologie gegrepen, zich niet aan de uitwassen weten te ontworstelen en in ongezonde allegorische en onchristelijke mystiek verzeild raken.

Maar keren we terug tot de verklaringen van het Hooglied en letten we nu op :

De historisch analogische verklaring.

Deze stelt het zó: Er is overeenkomst tussen de liefdesverhouding van Salomo en de Sulamietische met die van Christus en Zijn kerk. Dit betekent : het Hooglied zelf heeft geen christologische inhoud. Het is een aards liefdeslied en men kan slechts zeggen, dat iets soortgelijks plaats heeft tussen Christus en de gelovigen. Reeds Theodorus van Mopsuestia werd in 553 door het concilie van Constantinopel als ketter gebrandmerkt, omdat hij het Hooglied als aards liefdeslied beschouwde en Castellio werd in 1545 door de ban uit Geneve verdreven om dezelfde leer. Ook deze methode kan niet bevredigen.

De Heilshistorische verklaring.

Deze gaat ervan uit, dat we in het Oude Testament altijd te doen hebben met Godsopenbaring in Christus. Men wil laten zien, dat Christus altijd in het middelpunt staat van de geopenbaarde waarheid, dat de waarheid dus altijd spreekt van Christus. Maar men loopt dan het gevaar de historische achtergrond van het boek los te laten, meent prof. Van der Meiden. Inderdaad ligt in deze opmerking een waarschuwing voor de hier bedoelde methode.

Ten slotte willen we wijzen op de methoden van prof. Aalders in zijn commientaar en op die van prof. Van der Meiden.

Prof. Aalders.

Hij wijst op een viertal punten, waardoor de betekenis van het Hooglied in het licht wordt gesteld. Ik som ze in het kort op.

lo. God wil de huwelijksliefde heiligen en verheffen boven de onreine sfeer waarin de zonde haar zo gaarne neertrekken wil. Maar er is meer : het Hooglied wijst ook heen naar de rijke en diepe liefdesverhouding tussen Christus, de hemelse Bruidegom, en de kerk, zijn aardse bruid, 't Voordeel boven de allegorische verklaring acht A., dat hij nu niet genoodzaakt is voor alle trekken uit het Hooglied een geestelijke verklaring te zoeken.

2o. De bruid staat op de voorgrond. De meeste teksten zijn uitspraken van de bruid. Dat laat zien, dat het hier gaat om de liefde van de gemeente voor haar Heiland, welke liefde een vlam van de Heere genoemd wordt (8 VS. 6), een vlam, die de Heere zelf heeft ontstoken.

3o. Het standsverschil tussen koning Salomo en de bruid, die wel „prinsendochter" (7:1) wordt genoemd, maar toch in vergelijking met de koning een eenvoudig meisje van het platteland was. Hier ziet- A. weer typologie van Christus en Zijn kerk.

40. Met , , misschien" wordt een vierde punt ingeleid: de ellende en verdrukking van de bruid voor haar vereniging met de bruidegom, type van de ellende, waaruit Christus de kerk verlost.

Prof. Van der Meiden.

Hij duidt zijn eigen methode aan met de naam: „historisch-transparant-messiaanse methode". Aan de naam kleeft het bezwaar, dat die niet eenvoudig is. Wat we onder lo. schetsten als de methode van prof. Aalders, is in kort de bedoeling van v. d. M. Salomo is een persoon en de Sulamietische is een per­soon, Jeruzalem is Jeruzalem en een wijngaard is een wijngaard. Dat bedoelt V. d. M. met: historisch. Maar in het Hooglied wordt ook bezongen, dat in de heilige' huwelijksliefde doorstraalt de liefde van God tot zijn volk, in Christus geopenbaard. Dat bedoelt hij met transparant. Zo komt hij tot een messiaanse idee : Christus is ook in het Hooglied tegenwoordig.

In de verklaring vers voor vers wordt deze gedachte dan ook nauwkeurig uitgewerkt. Van iedere versgroep geeft hij eerst een letterlijke verklaring, daarna een toepassing op het huwelijksleven, en tenslotte een verklaring van Christus uit, die de allegorische en typologische methode dicht benadert. Van der Meiden zegt dus niet: de bruidegom is Christus en de bruid is de kerk. Neen, de bruidegom is Salomo, de bruid de Sulamietische. Hun liefdesverhouding is ideaal voor onze gezinnen en verloofden omdat de liefde van God in Christus tot mensen er in doorstraalt op ideale wijze. Maar ook die liefde moet dan besproken worden, voorzover ze in een bepaalde tekst doorstraalt en de menselijke verhouding opheft tot de reine sfeer van het ideale.

Na al deze soorten van verklaringen kan ik mij voorstellen, dat het de lezer duizelt. Als ik er in geslaagd ben u te laten zien, dat het moeilijk is een keuze te doen, acht ik mij rijk beloond. Maar al te veel lopen wij over de moeilijkheden heen, ook bij het lezen en horen van het Woord Gods. Wel is de tijd voorbij, dat men over Psalm 45 of over het Hooglied moest preken om een , , goede dominee" te zijn, maar de tijd is helaas nog niet voorbij, dat verschillenden liever over een moeilijk Schriftgedeelte de eigen bedachte uitleg en z.g. „bevindelijke" toepassing van een prediker horen dan het Woord Gods in heldere en voor ieder begrijpelijke taal gepredikt. Dat betekent niet, dat er niet uit het Hooglied gepreekt moet worden, maar dat betekent, dat er eenvoudig- Schriftuurlijk gepreekt moet worden, met kennis van zaken, wetenschappelijke kennis en geestelijke kennis, opdat de schapen gevoed worden uit de grazige weiden van het levende Woord.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1956

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

DE VORM EN DE INHOUD VAN HET HOOGLIED II

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1956

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's