Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERNEDERING EN VERHOGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERNEDERING EN VERHOGING

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij zal op de weg uit de beek drinken; daarom zal Hij het hoofd omhoog heffen. Psalm 110 vers 7

(GOEDE VRIJDAG EN PASEN)

Het verlossingswerk van Christus is een eenheid. We moeten het dan ook als zodanig beschouwen. Staande aan Zijn kribbe ontwaren we in de verte het. kruis. En van het kruis horen we een roep, die uitzicht verschaft op de kroon in het koninkrijk van het hemels Paradijs.

Wanneer wij op de.Goede Vrijdag met ontschoeide voeten op de sterfheuvel staan, dat zijn wij daar aanschouwers van Christus' verlossingsarbeid op één bepaald moment, zij. het dan een zeer gewichtig moment.

In Bethlehem trad Christus het worstelperk binnen om het te verlaten, toen Hij opvoer vol eer met de gevangenis als een buit, nu in staat om de gebondenen van Satan, te doen uitgaan in de vrijheid der kinderen Gods.

Vanaf de troon wikkelt Hij nu de strijd met de verslagen vijand af. Satan wordt steeds verder teruggedreven tot in de eeuwige banden der duisternis en alle die Christus gram zijn mèt hem. Want die nedergedaald is, is Dezelfde, die ook is opgevaren ver boven alle hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou.

In dit woord wordt ons Christus in de eenheid van Zijn vernedering en verhoging getoond.

En heel de Schrift tekent Hem zo, in profetie of vervulling. In profetie b.v. aan het slot van Ps. 110.

Ps. 110 is een Christuspsalm. Christus zelf heeft hem zo bestempeld in een twistgesprek met de schriftgeleerden. fMatth. 22).

Wat zegt het slot van die psalm ? , , Hij zal op de weg uit de beek drinken". Dat moet dan van Christus gezegd zijn. Christus op de weg, of onderweg, drinkend uit de beek. Die weg is dan de weg van Zijn verzoenend lijden en sterven. Het is Christus in Zijn vernedering. Hij is die weg gaan betreden toen Hij ons in alles gelijk werd, uitgenomen de zonde. Hij wilde die weg op. Daar was het verlorene. Dat wilde Hij zoeken en terugbrengen uit helse slavernij. Hij wilde zondaren ontrukken aan hem, die het geweld des doods had, dat is de duivel. Hij kwam als de slangen-vertreder, de Leeuw uit Juda's stam, de grote Strijder Gods om de machtige te binden en hem zijn vaten te ontroven.

Zo ontmoet ge Christus op de lijdensweg die een strijdensweg is. Hij heeft de verstoorder van Gods werken, de mensenmoorder van de beginne in zijn verschansingen opgezocht. Daarbij liep Hij wonden op, dichte en diepe. Want Satan stelde zich, vooral in het einde, met al zijn trawanten geducht te weer. Dan is het oordeel der wereld. Dan breekt voor haar het crisisuur aan. Dan dreigt haar overste uitgeworpen te worden en daarom is hij verwoeder kan ooit. Dan wordt het bang en zwaar voor de Borg. Hoor Hem stenen : „Nu is mijn ziel ontroerd en wat zal Ik zeggen : Vader, verlos Mij uit deze ure ? " Hij zou dat zeker kunnen zeggen, maar Hij wilde het toch niet, want dan kon het welbehagen niet gelukkiglijk voortgaan. ,

Juist om dat welbehagen mogelijk te doen zijn over een zondaarsvolk moest Hij in deze ure van prangende nood komen.

Hij wilde die weg gaan te einde toe. Op die weg zal Hij smachten. Het zal zeer zwaar worden. Dan zal Hij drinken uit de beek. Dat kan betekenen: Hij heeft zo'n haast bij het slaan en vervolgen van de vijand, dat Hij zich geen tijd gunt om te gaan zitten voor een verfrissende dronk. Neen, haastig drinkt Hij wat uit de beek, terzijde van de weg en voort gaat het weer. Dat is dan: , , Hoe word Ik geperst, totdat het volbracht zij". Daar is zieledrang tot overwinning. Haastig drinken dus, maar dan toch drinken om niet te bezwijken. En daarop zou ik hier de nadruk willen laten vallen. De betekenis is dan: De strijd is te zwaar, dan dat hij zonder enige verkwikking en ondersteuning kan worden uitgestreden. En zo is het ook. Daarom heeft de Borg op die zware weg, de beek Gods gezocht. Wij zien Hem neerknielen bij de beek, wanneer wij van Hem lezen: „In zware strijd zijnde bad Hij te ernstiger".

Hij ontving lafenis, toen van Hem een engel uit de hemel werd gezien, die Hem versterkte. Hij onttrok kracht aan de beek Zijner Godheid in welke Hij als de geliefde Zoon nooit van Zijn Vader was gescheiden, zelfs niet, toen Hij in weedom des harten over Godsverlating schreeuwde. Daarom kan Hij alleen de Borg zijn en de oneindige last van de toorn Gods tegen de zonde dragen, uit kracht van Zijn Godheid.

Hij zal op de weg uit de beek drinken.

Hij is die weg ten einde toe gegaan, dat is: tot in de dood. Op een andere wijze kon niet worden betaald voor de zonde. Goede Vrijdag wil ons dat opnieuw indachtig maken. Toeven wij dan zó bij het kruis. Onze zonden hebben Jezus in de dood gedrukt en in de omklemming van de helse banden gebracht. Daarom die weg van Bethlehem door Gethsemané over Gabbatha naar Golgotha, waar het lijden dan zijn einde vindt in de stervensroep: Vader in Uwe handen beveel ik Mijne Geest. Maar ook die roep op de weg der verlossing, die zich uitstrekt tot in het graf van Jozefs hof, blijkt nog een dronk uit de beek te zijn. O dodelijk uur! De ziel wordt aanstonds van het lichaam gescheiden. O Vader, neem Gij haar dan. Daar is toch plaats voor haar bij U. Bewaar Gij haar. Mijn vlees gaat naar het graf. O smadelijk graf, dat Mij wenkt, gij zult uw mond over Mij dicht doen. O diepe vernedering voor al wat mens heet! O vreselijk zondeloon ! O sombere weg daarheen ! Borgtochtelijke vernedering! Maar toch, Vader, Gij zult niet toelaten, dat uw Heilige de verderving zal zien, want: Het is volbracht !.De zondeschuld is weg. De betaling is geschied. Nu zal mijn vlees in de grafkuil zéker wonen. Dat is drinken uit de beek.

„Daarom zal Hij het hoofd omhoog heffen", zo was het profetische Woord. En dat heeft in de Borg zijn diepste vervulling gekregen. In Zijn geduchte worsteling tegen de machten van hel en doem dronk Hij onderweg uit de Goddelijke beek en dan hief Hij het hoofd weer omhoog. Als in de donkere hof de hand des Heren tegen Hem uitgaat en Hij zich wentelt in het stof, bidt Hij tot driemaal toe, zeggende dezelfde woorden om Zijn matte ziel te verkwikken aan het welbehagen, dat is naar 's Vaders wil.

Op Golgotha smachtte Hij ; daar was de verlating, vanuit die diepte zuchtte Hij. En Hij hief Zijn hoofd op als Hij gedacht aan het geopende Paradijs dat wachtte.

En tenslotte, wanneer Hij door de dood in het stof moet bukken, dan aanvaardt Hij de omhulling van het graf. Tot daaraan toe vervolgt Hij de vijand. Wat ver en wat diep! Hij drinkt uit de beek als Hij ook dan roept tot de God der geesten van alle vlees. Daarom zal Hij ook hier het hoofd omhoog heffen. Dat zal dan de laatste, de grote opheffing zijn. Want het is de opheffing in het vooruitzicht van de opstanding. Hij zal de kluisters van dood en graf afleggen even gemakkelijk als de graf doeken, die om Hem waren. De Vader zal de Hem bevolen Geest teruggeven en Zijn hei­lig Kind opwekken. Nu de zonde weg is, mag de dood als zondestraf er niet meer zijn. En daarom: Ontwaakt mijn Zoon, Die daar slaapt. Herneem het leven en sta op. Treed te voorschijn uit der graven sombere kluister, opdat de roep de doodswereld vervulle: De Heere is waarlijk opgestaan.

Dat is de roep van Pasen! Wie uwer zal hem ook nu horen tot zaligheid en vertroosting ?

Het oude is voorbijgegaan, de Zoon van God is opgestaan.

Nu worden door de kracht van Christus' opstanding dode zondaren opgewekt tot een nieuw leven. Door het geloof, gewekt door Zijn Geest, worden zij in gemeenschap gezet van Zijn opstandingsleven. Zo worden zij de vettigheid van de olijfboom deelachtig. , , Ik leef en gij zult leven". Door de, Levensvorst wordt eens ook het gelaat des aardrijks vernieuwd. Daarop zullen de verlosten wandelen met een gereinigde ziel in een herrezen lichaam. Het is alles uit de vernederde en daarop verhoogde Christus, onze Koning van Israels God gegeven, onze hoop en onze roem tot in eeuwigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 maart 1956

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

VERNEDERING EN VERHOGING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 maart 1956

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's