Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN

Vervolg: van de brief van de Vereniging van Christelijke Onderwijzers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De erfenis van de fusie bevat echter nog meer en zo komen we tot het nieuwe werkprogram van de P.C.O.V.

In dit werkprogram is ook een artikel opgenomen over de Interne Schoolverhoudingen. Hierin staat vermeld, dat de nieuwe vereniging zal streven naar: „Wettelijke verplichting tot het houden van schoolvergaderingen, waarvoor het Reglement door bestuur en personeel in onderling overleg wordt vastgesteld of in bovenbedoelde collectieve benoemingsakte is tot stand gekomen, welker besluiten, bij meerderheid van stemmen genomen, bindende kracht hebben voor het gehele personeel, behoudens nadere goedkeuring door het bestuur.

Hoofden van grote scholen, aan wie niet het onderwijs in een klasse is opgedragen, worden verplicht tenminste 16 klokuren per week onderwijs te geven".

Hoewel dit artikel, wegens het grote verzet hiertegen, tijdelijk buiten werking is gesteld, toont het duidelijk, in welke richting de P.C.O.V. wil koersen. Het is haast niet te geloven, dat een organisatie van werkers bij het Vrije Chr. Onderwijs vraagt om meer staatsinvloed in schoolzaken. Zij vraagt immers: , , Overheid, leg ons als 't u blieft de plicht op, of straffe van inhouding der subidie, om schoolvergaderingen te houden, waarbij de helft plus één zal beslissen, behoudens goedkeuring door het bestuur". En eveneens : , , Overheid, wilt u in de Wet vastleggen, dat elk schoolhoofd minstens 16 klokuren voor de klas staat".

Het is niet aan twijfel onderhevig, wie bij de wieg van dit artikel van het Werkprogram heeft gestaan. Men proeft hier duidelijk de geest van de oude Unie, één der fusiepartners. Maar het is evenmin aan twijfel onderhevig, dat dit artikel de vrijheid van onze schoolbesturen aan banden wil leggen en dat men de Overheid te hulp wil roepen, om een geliefkoosd ideaal te verwezenlijken. Nog één stapje verder en we komen terecht bij de P.B.O. in onze scholen, hier en daar hoort men zelfs al stemmen in deze richting. Wij menen, dat hierdoor de positie van de besturen en van de hoofden wordt ondermijnd : de besturen wordt een deel van hun zeggenschap ontnomen en de hoofden worden op deze wijze gedegradeerd tot administratief ambtenaar. Het is vandaag niet onze taak om nieuwe wettelijke verplichtingen te vragen en dus meer staatsinvloed in onze vrije scholen, integendeel.

Tegen deze gang van zaken hebben wij krachtig geprotesteerd, maar niets mocht baten. Wij konden ons niet neerleggen bij de sanctionnering van de doorbraak in de P.C.O.V. en bij haar streven naar meer wettelijke verplichtingen, omdat we daarin een aantasting zagen van verworven beginselen en vrijheden.

Wij wilden in het oude spoor — vooruit.

Daarom werd begin 1955 een Verbond van Chr. Onderwijzers opgericht, dat Zich ten doel stelde in en buiten de P.C.O.V. te streven naar afwijzing van de doorbraak bij het Chr. Onderwijs en naar oplossing van de gerezen moeilijk­ heden. Tot twee keer toe kwam de kwestie weer in bespreking. De afdeling Zaanstreek vroeg van de P.C.O.V. de verklaring, dat de grondslag van de P.C.O.V. onverenigbaar is met het beginsel van de P. v. d. A. De Vereniging weigerde deze verklaring met 284 tegen 56 stemmen.

Vergelijk nu eens 1948 met 1955.

In 1948 was het: 66 stemmen vóór de motie-Amsterdam — 6 tegen (eigenlijk 2 tegen). In 1955 erkent de gefuseerde vereniging met 284 tegen 56 stemmen de P. V. d. A.-leden als leden in volle rechten en viert het beginsel van de doorbraak zijn triomfen. Wel zelden zal een vereniging in zo'n korte periode zo radicaal van koers veranderd zijn.

Met deze beslissing op de achtergrond werd op 28 decemer 1955 het Verband van Chr. Onderwijzers omgezet in een nieuwe Vereniging van Christelijke Onderwijzers, die zich ten doel stelt de draad van 1848 en daarvoor weer op te vatten, een dam op te werpen tegen verder-gaande doorbraak-infiltratie en de erfenis van ons voorgeslacht, indien mogelijk, veilig te stellen.

Op de oprichtingsvergadering van de nieuwe vereniging werd aangenomen de volgende

Beginselverklaring.

, , De Vereniging van Christelijke Onderwijzers, in algemene vergadering te Utrecht bijeen,

spreekt haar ernstige bezorgdheid uit t.o.v. de steeds doorgaande invloed van de doorbraakgedachte op het terrein van het Chr. Onderwijs en in de kringen van hen, die dit onderwijs dienen;

is van oordeel, dat de politieke keuze van de onderwijzer aan de Chr. Scholen geen ondergeschikte kwestie is, maar een vraagstuk, dat de eenheid van het chr. leven raakt, en daarom van fundamenteel belang is ;

is daarom voorts van mening, dat het lidmaatschap van de Vereniging van Chr. Onderwijzers niet kan samengaan met het lidmaatschap van een politieke partij, die Gods Woord niet erkent als grondslag van handelen ;

meent ook, dat de positie van het christelijk onderwijs in het algemeen door deze doorbraakgedachte zeer geschaad wordt;

verwerpt het streven naar uitbreiding van overheidsbemoeiing in de vrije Christelijke School;

roept daarom op tot samenbundeling van alle krachten, om in de kringen van het Christelijk Onderwijs de doorbraakgedachte zoveel mogelijk tegen te gaan;

wil daartoe met alle geoorloofde middelen strijden voor de handhaving van die beginselen, die in de voorgaande jaren onder ons altijd zijn beleden j

zoekt de eenheid met alle werkers bij het Christelijk Onderwijs, die belijden, dat Christus Heer is over het ganse mensenleven, de staatkunde niet uitgezonderd".

Tegenover de koersverandering in de oude organistatie kan men deze beginselverklaring beschouwen als het program van de jonge vereniging. Ze werd geboren uit bittere noodzaak en het heeft vele leden pijn gedaan, toen ze hun vroegere vereniging meenden te moeten verlaten.

Het is geen vreugdevol bedrijf, om de rust, de zekerheid en de service van de grote vakvereniging prijs te geven om het strijdperk in te gaan. Wij meenden echter, dat deze weg ons was aangewezen en dat we die in gehoorzaamheid hadden te gaan. Maar deze weg is — we behoeven het niet te verbergen — niet gemakkelijk. Slechts een klein aantal collega's, in vergelijking tot de grote groep, is deze weg met ons gegaan. Men schijnt de eenheid veelszins te prefereren boven het behoud van het beginsel. Door onze kleine krachten — ook financieel — kan ons maandblad „De school met de Bijbel", nog niet in die afmetingen verschijnen, zoals we dit zo graag zouden willen. Daarom is het niet alleen noodzakelijk dat ons ledental fink gaat stijgen, maar dat we ook uit de kring der besturen die morele en financiële medewerking ontvangen die ons in staat stelt onze actie verder te ontplooien. We doen daarom met vertrouwen een beroep op uw medewerking.

(Slot volgt).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 december 1956

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

INGEZONDEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 december 1956

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's