Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

JEZUS‘ WERK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

JEZUS‘ WERK

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders? Lukas 2 vs. 49b.

In onze tekst hebt ge het antwoord van de twaalfjarige Jezus op het verontruste en enigszins verwijtende vragen van zijn Moeder, Maria.

Na het paasfeest te Jeruzalem is Jezus achtergebleven.

Jozef en Maria vinden Hem na angstig zoeken in de tempel, temidden der leraren, waar allen zich verbazen over Zijn wijsheid.

Op het woord van Maria : „Kind, waarom hebt gij ons zo gedaan? Zie, uw vader en ik hebben U met angst gezocht", antwoordt Jezus : „Wat is het, dat gij Mij gezocht hebt? Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders ? "

Jezus wil als 't ware zeggen : Ge weet toch, dat Ik Gods Zoon ben en wat Ik in deze wereld kom doen ? Ge weet toch waar Ik te vinden ben?

In de dingen Mijns Vaders. Zo spreekt de jonge Jezus. Let er op, dat Hij dus zelf reeds weet, dat Hij in bijzondere zin de Zoon van God was, de Messias, die in de wereld komen zou. Hij wist, dat Hij kwam om juist te zijn in de dingen van Zijn Vader, in de zaak van Zijn Vader, in het Huis van Zijn Vader.

Wat krijgt dit woord in het licht van Jezus' lijden en overwiiming een wondere rijke betekenis.

In de tempel, daar sprak alles van Hemzelf, van Jezus, de Christus. De hele tempeldienst met offers en gebeden en priesters, wees op Hem. Alles wat op het Paasfeest geschiedde wees op het Kind Jezus. Hij kwam om te verlossen uit het diensthuis der zonde. Hij is het ware geslachte Paaslam. Zijn bloed verzoent en reinigt van alle zonden. Jezus gaat Zichzelf ten offer brengen, en dat is het offer dat de Heere behaagt. Daartoe gaat Hij de weg der vernedering en geeft Hij zich over tot in de . kruisdood. In deze diepe weg wordt Hij tot spijze en drank van het eeuwige leven. Dat heeft de Christus alles gekost. Hij is er voor gegaan in de toom en de godverlatenheid.

Was deze diepe weg nu nodig? Moest Jezus zó bezig zijn in de dingen Zijns Vaders ?

Ja, hieraan is geen ontkomen. Hij zegt het zelf: Hij moet hierin zijn, in deze dingen.

Dit is het moeten van Gods Raad, van Gods welbehagen. Met minder kan Jezus niet toe. Het gaat toch om de verlossing van een volk, dat in alles de dingen des Vaders heeft verworpen en Gods huis heeft afgebroken.

Is zo ons leven niet geworden? Van nature hebben we geen lust om in de dienst des Heeren te zijn.

Onze lust en ons leven gaat naar iets heel anders uit. Onze lust is het om de satan, de zonde, de wereld te dienen. We hebben niet de Heere, maar onszelf op het oog. We willen wel een prachtig huis, een tempel, een paradijs, maar zonder God, waarin we zelf God zijn en als God vereerd worden.

We willen onze eigen zaak voortzetten.

Welnu, zulke mensen moeten met God verzoend worden. Voor zulke mensen moet spijze en drank des eeuwigen levens worden bereid. Voor zulke mensen, die in de dingen, waarin we bezig zijn, Gods wet overtreden. Zijn Recht vertrappen en Zijn liefde verachten. Nu moet aan Gods recht worden voldan en de schuld moet worden betaald. De wet moet worden volbracht en de straf gedragen. Met minder is God de Heere niet tevreden, en met minder dan met zulk een Jezus kan een zondaar niet toe.

Maar, nu is er nog een andere kant aan dat moeten. Jezus behoeft er, tegen Zijn zin, niet toe te worden gedwongen. Dit moeten is voor Jezus geen ijzeren keten, die Hem boeit en pijn doet. Neen, dit moeten is ook de innerlijke drang van Zijn Middelaarshart. Dit moeten is de liefde tot Zijn Vader en tot de redding van verloren zondaren. Dit moeten is nu Zijn spijze om Gods wil te volbrengen.

Zo mogen we Hem dat goddelijk moeten zien volbrengen.

Wat een gewillig, wat een liefhebbend Lam Gods !

Hij is bezig in de dingen des Vaders als Hij Zichzelf ten offer brengt, nu Hij door Woord en Geest Zijn volk vergadert, nu Hij de Voorbidder is in de hemel, nu Hij de tafel aanricht voor een hongerig en behoeftig volk om het te onderhouden.

In dit alles is Jezus te vinden. Is het ons reeds om Hem te doen, om deze Jezus ? Hebt ge Hem zo nodig en gaat ge zo naar Hem uit ? Als naar het Lam Gods, bezig in de dingen des Vaders? Dat zal bij u nog niet zo zijn, als ge onder het Woord Gods, dat u en uw zaak en huis veroordeelt, nog niet met verbroken hart hebt leren buigen.

God vermaant u, u dan te bekeren en te leven! God roept u terug van de dingen der wereld naar Zijn zaak in Christus Jezus. Als ge hieronder leert buigen, wordt het eerst anders. Dan leren we onze eigen zaak kennen. Dan zien we, dat ons huis vol gruwelen is. De boze lusten van ons hart leren we dan meer en meer kennen. Gods kinderen leren steeds dieper hun eigen schuld en gruwelijkheid verstaan. Telkens weer uitglijden. Telkens weer vallen.

Waar moeten we het dan zoeken ? . Bij deze Christus alleen. Die was in de dingen des Vaders, die alles volbracht. Hier moet ge Hem zoeken en zult ge Hem vinden, op Zijn troon, in Zijn Woord, in Zijn sacrament. In Zijn kruis en opstanding. In Zijn voorbede en bewaring. Want Hij deelt uit van de dingen des Vaders, die Hij verwierf voor zulke verbroken, schuldige zondaren. Hij deelt uit door Woord en Geest, Hij past toe aan het hart van Zijn offer, van Zijn schuld vergiffenis, van Zijn voorbede aan het naar Hem dorstend hart. Hij deelt uit de spijze des eeuwigen levens!

In deze weg leert ge de volheid en de rijkdom van deze Christus kennen, de betekenis van Zijn volbrengen van de dingen des Vaders. Maar dan kan het niet anders, als ge zó dit Lam leert kennen, of ge zult ook door Zijn genade de lust ontvangen om bezig te zijn in de dingen des Vaders. Om Hem te dienen, tegen de zonde te strijden en te wandelen in Zijn wegen. Het zal u smarten, telkens weer, als ge ziet dat hier zo weinig van terecht komt. Maar dan naar Hem heen, struikelende discipel, om bij Hem vergeving te vinden en door Zijn kracht op te staan en door Zijn Geest te belijden:

Ik ben een vriend, ik ben een metgezel van allen, die Uw naam ootmoedig vrezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 januari 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

JEZUS‘ WERK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 januari 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's