Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wijsheid en wijzen in Israël I

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wijsheid en wijzen in Israël I

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naast de boeken met geschiedkundige inhoud, naast de profetische lectuur en de psalmen, worden een aantal bladzijden van het Oude Testament ingenomen door wat wij plegen te noemen wijsheidsboeken, zoals Spreuken, Job en Prediker. Over de achtergrond van deze boeken willen wij de lezers iets vertellen, wat zou kunnen leiden tot meer belangstelling in en beter verstaan van de genoemde bijbelboeken.

Waar komen de spreuken vandaan?

Er zijn ten allen tijde mensen geweest die over het leven en zijn lotgevallen hebben nagedacht en daarover hun gedachten hebben uitgedrukt. In het Oosten werden gesprekken over dergelijke onderwerpen gevoerd op de straat, in de poort en waar mensen elkander maar ontmoetten. In korte gezegden probeerde men gebeurtenissen, gebreken van mensen, gevolgen van feilen uit te drukken. Hier ligt het begin van spreukenverzamelingen. Een verstandige vader gaf aan zijn kinderen, vooral aan zijn zonen, levenswijsheid mee, vaak vervat in korte gezegden, die gemakkelijk in het geheugen blijven hangen. Voelde de vader zijn levenseinde naderen, dan herhaalde hij soms voor zijn zonen de korte uitdrukkingen, die hij hen in de loop van zijn leven had voorgehouden. Ook de moeder gaf in de opvoeding aan de kinderen wel algemene waarheden mee, zoals we b.v. weten van de moeder van Lemuel in Spr. 31 vs. 1. Zo is te verklaren, dat in de spreuken de leerling dikwijls wordt betiteld als „mijn zoon". Al is het waar, dat deze titel aan de leerlingen van de latere wijsheidsleraren in het „leerhuis" werd gegeven, de allereerste oorsprong van deze benaming ligt toch in het gezin. Zoals we reeds opmerkten : er waren ook leerhuizen. Wie levenswijsheid wilde verzamelen, werd aangeraden van jongsaf reeds spreuken uit het hoofd te leren en die te overdenken, terwijl men dan later een wijsheidsleraar kon opzoeken, die voor de verdere studie de leiding kon krijgen. Wanneer men zich deze gang van zaken voor ogen houdt, wordt men ervoor bewaard te menen, dat de spreuken (ook in de bijbel) zo maar, zonder voorgeschiedenis, op één of andere dag door een wijs man zijn bedacht en opgeschreven. Levenswijsheid groeit in het volk en het is geen goed verschijnsel, als in het gezin aan de kinderen geen mensenkeimis en regels voor het gedrag worden meegegeven, hetgeen tegenwoordig inderdaad wel eens wordt nagelaten.

Is vaardigheid hetzelfde als wijsheid ?

Het woord wijsheid komt in veel betekenissen voor in de bijbel, zodat men soms zou kunnen denken, dat wat wij handvaardigheid noemen, ook als wijsheid wordt betiteld. Een bekend voorbeeld is dat van de bouwers, van de tabernakel. Van Bezaleël wordt gezegd, dat hij vervuld was met wijsheid en met verstand en met wetenschap, namelijk in alle handwerk. Ex. 31 vs. 3. Ook voor de handel is wijsheid nodig. Zo zegt de profeet Ezechiël van Tyrus, dat het vermogen verkregen is door wijsheid en verstand. Ook wordt aan koningen, staatslieden en raadgevers der kroon, wijsheid toegeschreven om waarheid en leugen te onderschelden, evenals voor en nadeel voor het land. Ja, zelfs: kan het woord wijsheid een verkeerde, aardse, zelfs duivelse wijsheid aanduiden. Zo worden de tovenaars in Egypte, die Mozes tegenstonden, ook wijzen genoemd. Het vervaardigen van kunstzinnige godenbeelden wordt door Jeremia genoemd , , een werk der wijzen". In de Nieuwe Vertaling is daar het woord „deskundigen" gebruikt, maar er staat toch letterlijk , , wijzen", al zijn er zeker deskundigen mee aangeduid. Wie de vraag zou stellen, hoe het ene woord wijsheid zulke uiteenlopende betekenissen kan hebben, moet bedenken, dat de bijbel twee soorten wijsheid kent. Ook Jacobus spreekt van een aardse, natuurlijke, duivelse wijsheid, in tegenstelling tot de wijsheid, die van boven af komt. Dit laatste, dat n.l. de ware wijsheid van boven afdaalt, dus van God afkomstig is, moet men ook bedenken, als het gaat over de wijsheid, die wij als deskundigheid en handvaardigheid betitelen. Wij zijn er aan gewend geraakt de verstandigheid in handwerk, handel en kunstvaardigheid e.d., als een menselijk vermogen te zien. Wij hebben de wijsheid geseculariseerd, om het modern te zeggen. De bijbel doet dit niet. Gods Woord vermeldt telkens zeer nadrukkelijk, dat vakbekwaamheid een gave Gods is, een genadegeschenk van goddelijke wijsheid.

Waar komt de wijsheid vandaan?

De wijsheid is in de grond der zaak Gods bezit. God is de Opper-wijze ! Deze wijsheid Gods wordt gaarne in verband gebracht met de schepping. Wij noemen maar één voorbeeld: Spr. 3 vs. 19, De Heere heeft de aarde door wijsheid gegrond. Het gehele scheppingsleven en daarmede ook het mensenleven is door goddelijke wijsheid geordend. Om als mens in deze door wijsheid geschapen wereld te leven, zijn bestemming te bereiken, moet de mens zijn leven richten naar de wijsheid. Deze is een gave Gods, zoals we reeds opmerkten. Laten enige voorbeelden dit verduidelijken. Eerst in het algemeen: Mozes bidt in de 90ste Psalm': Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen, en David belijdt in Psalm 51 : in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend.

Deze gave der goddelijke wijsheid is echter niet beperkt tot het godsdienstige leven, zoals men ten onrechte wel meent. U bemerkt dat, als we de tekst, die we hierboven aanhaalden over Bezaleël, de bouwer van de tabernakel, nu nog eensi in zijn geheel lezen: Ik, zegt God, heb hem vervuld met de Geest Gods, met wijsheid en met verstand en met wetenschap, namelijk in alle handwerk. Jesaja verkondigt ook (hfdst. 28 VS. 23—29), dat God de landman onderricht hoe hij zijn land moet bewerken en de verschillende gewassen moet behandelen. Zijn God onderricht hem en al deze wetenschap komt ook voort van de Heere der heirscharen. Als we zo de handvaardigheid bezien, kunnen we begrijpen, dat ze met het woord wijsheid wordt aangeduid.

Hebben de spreuken een bepaalde vorm ?

Tot slot van dit artikel willen we nog enkele opmerkingen maken over de vorm, waarin de spreuken in de bijbel voorkomen. Sommige fijne trekken van deze vorm der wijsheid gaan door de vertaling verloren, b.v. de kortheid van de uitdrukking. Een lid van een tweeledige spreuk bestaat meestal uit slechts 4 of 5 woorden. In onze taal kunnen wij het zó beknopt niet zeggen. Dan zijn er de woordspelingen, die vanzelfsprekend ook in een vertaling niet tot hun recht kunnen komen. Juist aan deze woorden klankspelingen ontlenen de spreuken hun verklarende en indringende kracht. Overigens zijn de spreuken poëzie, Hebreeuwse poëzie dan wel te verstaan. De spreuken dragen dus de zelfde kenmerken, die ook aan de Hebreeuwse 'poëzie, zoals we die kennen uit de psalmen en verschillende gedeelten der profeten, eigen zijn. Hierover wil ik graag nog iets mededelen, omdat enige kennis van de eigenaardigheden van de Hebreeuwse poëzie van betekenis kan zijn voor een beter vers'taan van die gedeelten van de bijbel, die als gedicht geschreven zijn.

Voorbeelden, van Hebreeuwse poëzie.

De Hebreeuwse poëzie kenmerkt zich door parallelisme, d.w.z. een bepaalde gedachte wordt uitgedrukt in een tweedelige zin. Beide delen van die zin hebben betrekking op dezelfde gedachte, paralielisme.

Eerst tegenstellend parallelisme : dan vormt het ene deel van de zin een tegenstelling tot het andere deel. Een voorbeeld uit de wijsheidsgeschriften, Spr. 10 VS. 4:

Die met een bedriegelijke hand werkt wordt arm. Maar de hand der vlijtigen maakt rijk.

Zoals u ziet, gaat de stegenstelling in het geheel door. Tegenover een bedriegelijke hand staat de hand der vlijtigen, tegenover arm worden, rijk maken.

Dan is er het overeenkomend parallelisme. Beide delen van de zin zeggen hetzelfde met andere woorden, b.v. Spr. 15 VS. 30:

Het licht der ogen verblijdt het hart, een goed gerucht maakt het gebeente vet.

Tenslotte is er het voortzettend parallelisme. De gedachte in het eerste lid van de zin, wordt voortgezet in het volgende lid, b.v. Spr. 15 vs. 12 :

De spotter/zal niet liefhebben/die hem bestraft, hij/zal niet gaan/tot de wijzen.

Ik zou graag alle lezers aanraden, bij het lezen van de bijbel, b.v. van de Psalmen, eens nauwkeurig op dit parallelisme te letten. Het komt vaak voor, dat hét ene deel van de tekst door het andere deel verduidelijkt wordt en zo kan men een tekst soms beter doorzien, wanneer men weet, dat beide delen op elkaar betrekking hebben.

Ook valt op te merken, dat God gebruik gemaakt heeft van de taalvormen, die in de tijd, dat de bijbelboeken werden geschreven, in zwang waren.

Laten wij dan ook op de vorm van de bijbel letten om zo ook het meeste profijt te kunnen trekken uit de alles overtreffende waarheid van het Woord Gods.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 februari 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Wijsheid en wijzen in Israël I

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 februari 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's