Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PREEKSTIJL 6

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PREEKSTIJL 6

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ziekte was oorzaak, dat ik de artikelenreeks over de preekstijl onderbreken moest. Nu. ik door Gods goedheid weer hersteld mag zijn, wordt het wel tijd de draad weer op te nemen. Het lijkt me daarvoor goed, nog even te resumeren uit het voorafgaande, wat dienen kan om er weer in te komen tot een juist verstaan van wat moet volgen.

De slotsom, waartoe wij betreffende de preek, zijn gekomen, was, dat naar reformatorische opvatting zij moet zijn: , .Verklaring en toepassing van het Woord Gods". De definitie is afgestemd op wat wijlen prof. Hoekstra in zijn Homiletiek dienaangaande aldus formuleerde : , , Het wezen van de 'bediening des Woords bestaat hierin, dat zij is de verklaring en de toepassing van het Woord Gods, geopenbaard in de Heilige Schrift, in de vergadering der gemeente des Heeren" (blz. 157). Dat is dus het essentlële, het wezenlijke van de prediking naar gereformeerde opvatting.

Voorts werd er op gewezen, dat de uitdrukking , , , in de vergadering der gemeente des Heeren", geenszins behoeft in te sluiten, dat men naar deze regel heel de gemeente, hoofd voor hoofd, aanmerkt als in echte zin het kindschap Gods deelachtig zijnde, maar dat deze definitie, juist omdat de toepassing een bijzonder accent krijgt, wel degelijk kan en o.i. moet involveren het onderscheidenlijke in de prediking, ja dat deze, om met wijlen prof. dr. J. A. C. van Leeuwen te spreken moet zijn : , , objectief-subjectief".

Ter illustratie hebben wij nog gememoreerd, dat Calvijn in zijn prediking ook spreekt tot de gemeente als , , volk Gods", en dat hij zich hiervoor beroept o.m. op Jeremia, die het afvallige Israël zijner dagen , , bij het diepste punt van hun afval" zo ziet, „niet honoris causa, niet omdat ze zich als zodanig gedragen, maar om ze te meer in hun schande openbaar te maken, dat zij — als Gods uitverkoren volk — zo verstandeloos zijn". Tot zover de herhaling van het voorafgaande over het wezen van de prediking.

Betreffende de stijl, hebben wij de omschrijving gegeven, dat hij kan gezien worden als „eenheid in het veelvormige". Deze omschrijving kan ook gelden ten opzichte van de preekstijl. Ik wil niet beweren, dat deze definitie, welke ik ontleende aan „Encyclopaedie van het moderne denken", alles, wat met het begrip , , stijl" samenhangt, dekt. Integendeel. Stijl is een woord van veelzijdige betekenis, en is in zijn openbaar worden vaak het resultaat, de neerslag van een proces, waarop vele factoren hebben ingewerkt. Reeds in een onzer eerste artikelen wezen wij op meerdere dezer factoren, o.a. de sociale. Want in een stijl, neem de bouwstijl in het algemeen, en dan met name de gothische of ook de romaanse stijl, is. een sterke wisselwerking te onderkennen tussen hem, die stijl creëert, de beginselen, welke hem drijiven en die mede leven in 't volk, het mileu, waaruit hij opkomt, temidden waarvan hij leeft, en waarvoor hij werkt. Hij is een exponent, de vertolker van wat aan geestelijk en ideëel bezit leeft in het volk, waaruit hij opkwam. Zo gezien is stijl, „de kunstvorm, waarin in een bepaalde tijd en bij een bepaald volk het schoonheidsbegrip zich uit" (Van Dalen. , , Groot Woordenboek der Nederlandse taal").

Datzelfde geldt ook van , .stijl" in de betekenis van schrijfwijze. De letterkunde in een bepaalde tijd is ook de neerslag van de ideeën, én beginselen, welke in die tijd en bij de mensen van die tijd leven. De litteratuur van onze generatie is een openbaring van de problematiek, die heden ten dage strijk en zet is. Neem nu maar als voorbeeld, in hoevele produkten der hedendaagse schrijvers, het uitzichtloze en desperate van onze dagen uitkomt, niet het minst, wanneer het gaat over de jongeren.

, , Stijl" kan ook betekenen , , manier van handelen" (Van Dalen). Wij beleven in deze na-oorlogse tijd een drang naar losse vormen, in gedrag, in kleding en zo maar meer. Dat moge een reactie-verschijnsel zijn — is elke stijl niet een reactie op een voorgaande ? —, het is duidelijk te onderkennen.

Als een minister in wind-jack gekleed zich ter beëediging naar H. M. de Koningin begeeft, is dat zeer zeker een tijdsverschijnsel. Doch het duidt daarmede een zekere stijl aan. Men kan het, gemeten aan bepaalde normen van stijl, stijlloos noemen, het zij zo. Het duidt echter een , , manier van handelen" aan. En als de losheid in gedrag en conversatie de perken te buiten gaat — en dat komt in gesprek en gedrag nogal eens voor in deze tijd, ook in de preken — dan kan men zulks ongemanierd vinden, men kan er ook het woord stijlloos op toepassen.

Genoeg hierover. Het duidt er op, dat we als we spreken van „stijl", een begrip hanteren dat vele betekenissen en vele facetten heeft.

Het voorafgaande ving ik aan met te onderstrepen, dat stijl is: , , eenheid in het veelvormige". Komen wij daarmede uit, gezien de meerdere betekenissen en de veelvuldige facetten, die het woord heeft ? Ik meen van wel, en wil dat trachten te bewijzen.

Alle cathedralen, welke de gothiek ons heeft gegeven, zijn onderling in meer dan éen opzicht verschillend. Ieder vertoont het eigene van de bouwmeester. Evenwel ziet een kenner, die ze bezoekt, dat zij bij alle verschil toch het éne type, de ene stijl vertonen.

Datzelfde geldt ook van de verschillende schilderscholen. Rembrandt heeft school gemaakt en had vele leerlingen, die beroemd werden. Hun werken vertonen een rijke genuanceerdheid, afgezien van de objecten, die ze schilderden. Toch merkt een kenner wel degelijk het ene in die veelvormigheid, dat zulken doet behoren tot de school van Rembrandt.

Op litterair gebied zijn er verschillende scholen en die scholen hébben alle meerdere representanten. Neem b.v. de stroming, welke we de romantiek noemen. Haar typische kenmerken behoeven hier niet besproken te worden. Maar ieder, die door bestudering van de nationale en internationale letterkunde enigszins der zake kundig is, weet wel, welke dichters en prozaïsten de romantiek vertegenwoordigen. Bij alle onderling verschil vertonen allen toch de kenmerken, welke ze als romantici doen bekend zijn.

Datzelfde geldt ook van de huidige losse stijl in conversatie, gedrag en navolging van de huidige mode. Er is een groot verschil tussen wat in dezen opvalt bij receptie en plechtige ontvangsten, dat ik kortheidshalve maar noem de representatieve sfeer in de sportwereld, en, om 't meest excessieve in losheid te noemen, het strandleven, waar een soort naaktloperij opgeld doet. Maar al dat veelvuldige ressorteert onder de ene stijl, de losse stijl, indien we deze nog de eer aan kunnen doen van hem stijl te noemen.

Naar ik hoop, is met wat ik als voorbeeld gaf, wel in het licht gesteld, dat bij alle verschillende betekenissen, welke het woord „stijl" kan hebben, de diverse variaties van een bepaalde stijl, toch niet strijden tegen de definitie, die van , , eenheid in het veelvormige" spreekt, maar haar wel bevestigen.

Wat heeft het voorafgaande nu te m.aken met ons onderwerp? Het gereformeerd protestantisme heeft een eigen preekstijl gecreëerd. Indien toch naar gereformeerde overtuiging de prediking bediening des Woords moet zijn, en het wezen daarvan is : , , Verklaring en toepassing van het Woord Gods", heeft dat invloed gehad op de vorm en moet het dit ook nu nog hebben. Ook hier geldt, dat het wezen de vorm schept.

Dit wil niet betekenen, dat die vorm, de preekstijl, bij alle preken dezelfde moet zijn. Dat zou verzanden in een schematisme, dat moeilijk te dragen zou zijn. Stel eens, dat alle gereformeerde preken als indeling hadden : , , ellende, verlossing en dankbaarheid", dat zou geweld plegen betekenen aan het wezen der prediking ; want iedere tekst laat zich niet in een dergelijk schema wringen. Een andere zaak is, dat iedere goed gereformeerde prediking de drie elementen in zich verwerkt vertoont. Doch daarover gaat het hier niet.

De Fransen hebben het spreekwoord : , , le style est 'Ihomme même", d.w.z. de stijl is de man zelf. Ieder, die niet stijlloos leeft en werkt, moet in zijn bepaalde stijl iets eigens, dat wat van hem is, uitleven. Welnu, zo is het ook bij de preekstijl. Gereformeerde prediking kan, zal ze naar de gereformeerde preekstijl zijn, geen imitatie in vorm en woordkeus en uitdrukkingswijze zijn, al zijn er natuurlijk wat het dogmatische betreft, vaststaande spreekwijzen. Deze — ze zijn soms iets , , ouderwets", zodat de jongere, generatie ze niet zonder meer verstaat —, moeten, indien nodig, niet gemeden worden in de preek, maar wel verklaard. Want er schuilt vaak een erfgoed der vorige generatie in, dat ook voor het tegenwoordig geslacht niet verloren mag gaan. Maar imiteren van ouderen en lateren om maar voor gereformeerd gehouden te wonden, moet contrabande zijn : het is , , imitatie" in de allerslechtste zin.

De gereformeerde preekstijl vraagt een vertolking des Woords, welke door het spectrum der persoonlijkheid heengaat. Er moet over en weer wisselwerking zijn. Dan komt er iets eigens, een persoonlijke nuancering, een veelkleu­righeid, welke de eenheid geen geweld aandoet, een eenheid, die in de veelkleurigheid tot grotere rijkdom zich ontplooit ; een weergave van de veelkleurige wijsheid Gods, waarvan de Schrift spreekt. Hier denk ik weer, aan wat ik eerder reeds gaf: „ieder moet preken, gelijk God het hem geleerd heeft". Zo moet ieder prediker een theoloog zijn, in de zin van: , , van God geleerd" en tevens — het een involveert het ander — een persoon, een iemand.

De Genestet zegt ergens : Wees u zelf, zei ik tot iemand. Maar hij kon niet, hij was niemand".

Als dat oordeel ons, wie dan ook, geldt, en dan met name een van gereformeerde conceptie, is het heel erg, want dan staat het slecht met de preek, dan is ze stijlloos, en is het de vraag of ze wel in echte zin wezenlijk gerefor­meerd is.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

PREEKSTIJL 6

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's