Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PREEKSTIJL 9

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PREEKSTIJL 9

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

De preek en alles wat daarmede samenhangt staat in deze tijd in de critische belangstelling. Dat heeft bij alle schaduw, welke er daarin valt, deze lichtzijde : men wil de preek niet kwijt. „Er moet gepreekt worden". Maar het „hoe", de wijze waaróp, is in geding.

Ook wat de modus quo betreft is er bij alle verschil toch eveneens nog wel een zekere eenstemmigheid. Er moet zo gepreekt worden, dat het de , , moderne mens", de mens van heden, , , aanspreekt", , , iets doet". Men drukt dit ook wel uit met de woorden , , actueel" en „concreet". Wil men het nog anders, dan bezigt men de benaming: „dynamisch", met daarnaast , , statisch" om uit te drukken, hoe het niet moet. In het spraakgebruik dekken die beide woorden heus niet altijd, wat men er mede bedoelt aan te geven. ..Statisch" is stellig niet hetzelfde als ouderwets, of onmodern. En wat men , , dynamisch" pleegt te noemen, en wat dan , , modern", , .actueel" of.„concreet" moet zijn, is waarlijk niet immer, wat dat woord betekent en inhoudt. Want ja, men kan hier de uitdrukking plaatsen : , , verba valent usu", d.i. de woorden krijgen hun betekenis door, het gebruik, maar men dient met dat spreekwoord toch wel de nodige voorzichtigheid te betrachten.

Laat mij dit door een bepaalde wijze van preken mogen toelichten. Ik ontleen dit aan een artikel in , , Kerk en Theologie" van jan. '57 en van de Hongaarse predikant Josef Parkas, getiteld: , , , De crisis der prediking", als referaat gehouden op de coriferentie van de Presbyterian Alliance te Embden, 16-21 augustus 1956.

Het gaat in dit referaat om beantwoording van de vraag, hoe , , de crisis der prediking" te overwinnen ; of nog anders : hoe de dienst der prediking vruchtbaar zal kunnen zijn tot haar grote doel. Dat het moet in de weg van het , , liturgisme", d.w.z. , , de overspannen hoop, die men op liturgische hervorming stelt", wijst de referent af. Eveneens de weg van , , de akoustische waardering van de preek". Hij bedoelt met die laatste uitdrukking de hulp van , , radio, bioscoop" en ik mag er wel de televisie bijvoegen. Hij wil pogen wat hij noemt , , tegenwerkende factoren" op te sporen, waarbij hij uitdrukkelijk vaststelt, gelijk de ervaring trouwens leert, dat de zegen bij alle preekwerk moet komen door de Heilige Geest. Hij drukt dit uit met de woorden: , , dat in de dynamiek der prediking steeds een irrationeel element bestaat", wat hij dan nader verklaart met deze woorden, dat daardoor , , in de dienst van de éne predikant een kracht ligt", de kracht van de souverein werkende Geest, en die kracht in de dienst van een andere predikant , , schrikkelijk ontbreekt". Desondanks is het plicht , , tegenwerkende factoren" op te sporen, waarbij hij zich refereert aan 2 Kor. 2 : 17, waar Paulus het heeft over , , het Woord Gods te koop uitdragen", gelijk , , velen" — hij doelt hier op dwaalleer in Korinthe, waarover het ook in het vervolg van de brief gaat —, doen.

In het oorspronkelijk staat het woord , , kapéleuó", dat Grosheide vertaalt met , , een zaakje maken van het Woord Gods" (K. V. blz. 37), en waarvan de referent meerdere genuanceerde betekenissen geeft aan Theol, Woordenboek van G. Kittel, 2e deel ontleend.

, , De voornaamste betekenis in het algemeen" is, zo gaat ds. P. dan verder, van , , handeldrijven en detail". Dan breidt hij dit allereerst uit in de zin, dat „de winkelier" zijn klanten bedient, „hun geeft wat zij van hem verlangen", en eveneens, ..dat de goede koopman zijn zaak bouwt op het principe de klant heeft steeds gelijk". Nu wordt wat Paulus van , , die velen" zegt wel duidelijk. Ze preken, wat de mensen willen horen. Komt dat in onze dagen ook nog voor? Het ware te wensen van niet. Ik bedoel niet, dat het verkeerd is , , met de zwakheid der schare" rekening te houden. Dat is plicht! Maar niet in de zin, dat men na zou laten te trachten ze door een eenvoudig onderricht uit de Heilige Schrift verder te brengen. Ook dat is eis des Woords.

Neen, het gaat om wat anders. Om het verschijnsel, dat men zorgvuldig peilt, hoe een , , gehoor" het wenst te hebben en dan aan die wens tracht te voldoen. Parkas zegt, dat , , indien de prediking van de Hervormde Kerk in Hongarije de laatste jaren door God kon worden gezegend, dat dan niet in geringe mate is gebeurd omdat wij in God de moed vonden om broeders en zusters in bepaalde dingen tegen te spreken". Ik laat dit oordeel voor zijn rekening. Maar, dat een hervormd prediker in de bezettingstijd Z. 43 (9e gebod) maar oversloeg ligt in hetzelfde vlak. Ik zou meer voorbeelden, ook uit deze tijd, kunnen noemen. Ik wijs op iets anders. De begeerte naar een beroep drijft soms in de richting van die „koopmanspractijk". En het zijn heus niet alleen candidaten, die voor zulk een verleiding bezwijken. Wie, die zijn hart kent voor God, weet niet van deze verleiding en de worsteling om maar bepaalde , , stukken" te laten liggen, of om geliefde terminologieën te gebruiken en daardoor bijval en roem in te oogsten? Ik hoorde wel meer dan eens de loftrompet bij of na een afscheid steken, dat de , .gaande man" „de gemeente zo flink bij elkaar had weten te houden". Het is een lofuiting, doch ik vrees, dat Paulus zou spreken van , , roem, maar niet bij God". Ieder onzer zij wars van de weg, de klant , , koning" te laten zijn. Deze manier van preken is in alle , .modaliteiten" te vinden, maar leidt niet tot Hem, Die is de weg, de waarheid en het leven.

Ieder prediker vrage onderaan de kansel — vooral daar en niet in het openbare gebed, — dat hij voor de gewraakte practijk bewaard blijve en zonder , , aanzien des persoons" Gods waarheid preke.

Het woord, waarover het in dit verband gaat, heeft ook de nuancering: , , handelen in duizenderlei kleinigheden". Ook daarin verliest zich meer dan één prediker. Dan worden in de preek vele dingen, misschien meer of minder interessant, overhoop gehaald, besproken of gecritiseerd. Gebeurlijkheden in de sport, voorvallen, in de gemeente geschied, passeren de revue. Maar het oog der gemeente wordt niet gericht op de heirbanen van het Koninkrijk Gods, en de enkeling wordt met rust gelaten in zijn onbekeerlijkheid en verzet. Onder al het kleine, gaat het grote, waarop het aankomt, schuil, de prediker is niet in de spanning van , , een reuke des doods" ten dode of , , een reuke des levens ten leven". (2 Kor. 2 : 16).

Het woord , , kapéleuó", heeft eveneens de betekenis van „een bazar drijven". Als het bij de prediking die kant uitgaat, wordt de preek zo iets als een allemansgading : , , een beetje reformatorische theologie, daarnaast in keurige verpakking een snufje existentialisme, geneeskrachtige druppels uit de psychologie van Jung, enkele flesjes met de, op de heuvels van Rome geplante vurige wijn van de moderne kruistocht, of enkele veren uit de vleugels van de vredesduif" (blz. 15/16).

De referent wijst ook nog op de betekenis van , , iets vervalsen". In die zin heb ik , , kapéleuó" in de Bijbel niet kunnen vinden. Mijn gegevens wijzen uit, dat het woord slechts éénmaal, en dan in 2 Kor. 2 : 17 in de Schrift voorkomt. Maar dat nu daargelaten. Feit is, dat wie van de prediking van , , het Woord een zaakje maakt" een geestelijke schacheraar is, en een zeer gevaarvol pad bewandelt, en vruchtbaar is voor vervalsing.

Zou het mede hierdoor niet komen, dat meerdere predikanten, gelijk men het in de gemeente zegt, , , afzakken" ? Het is een zegen, als men mag schrijven : , , het is mij een genoegen, dat ik na 42 jaren door Gods genade zeggen mag, dat waarin ik ook veranderd moge zijn, dan toch niet in de grond mijner belijdenis van het eeuwig blijvend Woord". (H. Visscher in , , Aan de Lezer" in , , Het teken van Jona de Profeet". Bijbellezingen gehouden in Delft).

Wat ik in het voorafgaande, aan de hand van het referaat van ds. P. heb uiteengezet, kan door sommigen, deze preekmethode in meerdere of mindere, mate volgende, bedreven worden om , , de moderne mens" of de jeugd te bereiken en aan te spreken. Men kan het zelfs als , , dynamisch" 'betitelen. Zou het dat werkelijk zijn ?

Zo kom ik weer bij het woord , , dynamisch", waarnaast ik nu het hiervóór reeds genoemde woord , , statisch" plaats. Beide woorden duiden in het algemene spraakgebruik op een bepaalde wijze van handelen. Men spreekt bijv. van , , een dynamische of een statische figuur". Ze worden met betrekking tot het preekwerk en dan wel met het oog op de modus quo, de wijze, waarop, in onze tijd nogal eens gebruikt. Dat kan niet bevreemden in een tijd, waarin de woorden , , dynamisch en dynamiek" strijk en zet worden gebruikt.

Men kan detineren : , , dynamisch preken" wil betekenen preken met een zekere bewogenheid, terwijl , .statisch" dan zou aanduiden het onbewogen preken.

Maar die definitie is onjuist. De, ik zal nu maar zeggen , , kapéleuó-preken", waarover we het hadden, kunnen in die niet juiste zin, beide zijn : dynamisch en statisch. Gewoonlijk wel het eerste. Want in de handel is men gemeenlijk wel zeer , , bewogen" of juister van grote actie en beweeglijkheid. Als ik dus al heb aangegeven wat die woorden , , dynamisch" en , , statisch" in het verband van preken en preekstijl niet betekenen, wil ik nu trachten aan te geven welke zin ze wel hebben.

In Romeinen 1 : 16 wordt , , het Evangelie van Christus" , , door Paulus genoemd" , , een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk, die gelooft". In die tekst wordt voor kracht een woord gebezigd, dat veelvuldig voorkomt in het N. T., n.l. het woord , , dunamis". Daarvan zijn afgeleid woorden, bij ons veelvuldig in gebruik — ik wees er reeds op — als dynamo, dynamisch, en dynamiek. Van de Heere Jezus wordt in Matth. 7 : 28 gezegd, , , dat de scharen zich ontzetten over Zijn leer ; want Hij leerde hen als macht hebbende en niet als de Schriftgeleerden". In deze tekst wordt in het oorspronkelijke het woord , , exousia", gebezigd, dat macht, gezag, autoriteit betekent. Dat woord , , exousia" kan op één lijn gesteld worden met , , dunamis", al is er uit de aard der zaak tussen beide nuance-verschil. Doch dat doet hier minder ter zake.

De , , kracht", waarover het in Rom. 1 : 16 en op andere plaatsen in het N.T. in dit verband gaat, is een kracht Gods, in de Heere Jezus, Hem gezien naar Zijne verschijning als Middelaar en Borg, speciaal verschijnend tot redding, genezing en herschepping. De Kerk Gods, uit deze kracht opgekomen en bewaard, ontvangt deze kracht in en door de verkondiging des Woords in de genade des Heiligen Geestes. Ieder onzer voelt nu wel, dat echt , , dynamisch preken" alleen kan plaats hebben als de kracht des Heiligen Geestes drijft en bezielt. Die Geest doet het Evangelie kennen als een kracht Gods tot zaligheid. De. Heere Jezus had uit Zichzelf, krachtens Zijn Zoonschap, en krachtens het feit, dat de Heilige Geest op Hem was , , niet met mate", de macht, exousia, om Zijn hoorders het nieuwe leven en de redding deelachtig te maken. Het moge wat vreemd klinken, maar het is een feit, dat in de echte zin Hij alleen dynamisch predikte.

En nu wij. Het , , gezag", de , , autoriteit", welke Christus openbaarde, is nooit en nimmer in een prediker, hoe gezalfd hij ook zij. Het ambt heeft een afgeleide autoriteit. Doch in het ambt wordt roepingsbesef openbaar, als er is de roeping door Woord en Geest. En in dat geloofskennen mag wie het ambt bekleedt met gezag werken, en de gemeente heeft dat gezag te eerbiedigen. Maar ook wie het ambt bekleden hebben voortdurend de leiding des Geestes, de , , dunamis" van de Heilige Geest nodig. En als die drijft dan wordt er , , dynamisch" gepreekt en zal doorleefd worden, dat , , het Woord Gods levend en krachtig — hier staat in het oorspronkelijk een woord, waarvan ons woord , , energiek" is afgeleid — is", d.w.z. innerlijk zijn kracht openbaart; maar tevens zal gekend worden, dat het Evangelie , , kracht Gods tot zaligheid is".

, , Dynamisch preken" hangt dus niet af van een zekere bewogenheid van de prediker, hoezeer die, geheiligd door de genade Gods, er toe mee kan werken ; het hangt ook niet af , , van een mens er bij betrekken", ook al kan dit mede een component zijn — er moet recht op de man af gepreekt worden — doch allereerst en allermeest van de genade en drijving des Heiligen Geestes.

Het Evangelie een kracht Gods" .... Ja, dat is het naar Rom. 1:16. Doch men vergete ook niet Openb. 14 : 6 : , , En ik zag een andere engel vliegende in het midden des hemels en hij had het eeuwig Evangelie". Zonder nu hier in te gaan op de diverse betekenissen van het woord , , eeuwig", ligt er toch zeker in: het blijvende, het vaste, het onbeweeglijke, het „statische". Dat vaste en statische wordt ook aangeduid als het in de Heilige Schrift gaat over de , , leer", met name in de prediking van de Heere Jezus (zie Matth. 7 : 28, Joh. 7 : 16). Daarin gaat het om het onderwijzend element, dat in iedere prediking moet zijn. Wij moeten immers door de Schriften , , wijs worden tot zaligheid". Dat onderwijzend element geeft aan de prediking, moet het althans doen, het „statische". , , Statische prediking" is, naar mij wil voorkomen, die prediking, welke nadruk legt op het blijvende, het vaste in de leer. Dat hangt niet af van. de , , onbewogenheid" van de prediker, ook al vat , , men" dat wel meermalen zo op. De , , statische" preek moet evenzeer het , , dynamische" element bezitten, evenzeer als aan de , , dynamisch e" verkondiging het , , statische" niet mag ontbreken.

Zo kom ik resumerende tot de slotsom, en dat betreft weer de , , preekstijl", . dat de prediking, welke de Schrift eist moet zijn : , , statisch-dynamisch". Men kan ook zeggen : , , dynamisch-statisch", doch ik voor mij prefereer de eerste' samenstelling.

Ik moet hier nog één zaak aan toe voegen. De homiletiek, de predikkunde, kent ook het element van , , movere", d.w.z. bewegen. Zij doelt daarmede op het feit, dat een prediker, behalve de , , explicatio", de uiteenzetting en de , , applicatio", de toepassing te verzorgen, ook de taak heeft te pogen om te buigen, d.w.z. recht op de man af, moet trachten in te werken op het hart, omdat te dringen tot de goede, onberouwelijke keuze. Dat element ontbreekt in het algemeen te veel aan de preken. Uit de aard der zaak is dit meer bij die in welke het , , statische" overheerst dan in die, in welke 't , , dynamische" meer uitkomt. Maar in de prediking moet het element van , , movere" het volle pond hebben. 

Want ja, prediken is naar Paulus woord in 2 Kor. 5 een vertolking van het , , bidden van 'Gods wege : Laat u met God verzoenen". Maar het moet tevens zijn, een worstelen met de zielen om ze te winnen voor Christus de Heere en voor het Koninkrijk Gods. Zo zal het zijn wanneer de liefde Gods en de liefde voor de mensen, in onze harten is uitgestort door de Heilige 'Geest en wij kennen en openbaren, de , , soif des âmes", gelijk een franse prediker het uitdrukte, de dorst naar de zielen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

PREEKSTIJL 9

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's