Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE RECHTE LEVENSHOUDING TOT GOD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE RECHTE LEVENSHOUDING TOT GOD

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En hij geloofde in de Heere en Hij rekende het hem tot gerechtigheid." Genesis 15 : 6.

Toen God Abram beval: Ga gij uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen, zal, eiste Hij wel niet iets ongehoords van Zijn uitverkorene, maar het betekende toch wel dat Abram juist dat moest laten varen, waarbij de natuurlijke mens. zich zo veilig en zeker waant: z'n aardse zekerheden ! Alleen het geloof in God met de daaruitvolgende geloofsgehoorzaamheid mochten Abram maar overblijven. Hiermee is dan precies gezegd wat de rechte levenshouding van de mens tot God inhoudt. Ze wordt gewerkt door het oprechte geloof en ze bestaat uit het daardoor opgewekte geloven van de mens in de Heere, gepaard aan de gehoorzaamheid aan 's Heeren Woord. Lees en herlees dit maar, want het steekt nauw ! De natuurlijk-godsdienstige mens heeft immers ook zo z'n geloof en gehoorzaamheid. Daarin dient hij echter een god van eigen makelij, van wie hij verwacht dat hij z'n fiat zal geven aan wat de ongebroken mens uitgemaakt heeft goed en kwaad te zijn. 't Ware geloof daarentegen doet de mens zichzelf verloochenen en houdt alleen God voor waarachtig. Het doet ons daarom ook in de Heere geloven, ons leven en ons alles aan Hem toevertrouwen en Hem alleen dienen. Naar de Schriften toch moeten we alleen de Heere overhouden. Hem, die Zich in de Heere Jezus Christus, geopenbaard heeft als de God, die zondaren roept en zulken rechtvaardigt door het geloof alleen. Door dit geloof en de daaruit volgende geloofswerkzaamheden staan we alleen in de rechte verhouding tot God en is het eeuwige leven ons onvervreemdbaar erfdeel, terwijl de ongelovige niets te wachten heeft dan de eeuwige rampzaligheid.

Dit geloof stelt ook in staat tot grote daden. Abram kon daardoor machtige vorsten als Amrafel, Kedorlaomer en Tideal verslaan. Gods volk kan er vandaag nog z'n duistere belagers, vlees, wereld en duivel mee verslaan. Ge kunt erop bouwen als op een onwrikbare rots dat gij, die door het oprechte geloof in de rechte verhouding staat tot God, verlost zijt van de bezoldiging der zonde en dat alle dingen u moeten medewerken ten goede. Aan die dienst ontkomen door Gods almacht zelfs de duivel en de dood niet. Ge kunt er op bouwen, vaster dan op heuvelen en bergen, dat het door Gods Geest en Woord gewerkte geloof niet ophoudt, omdat dit geloof een schepping Gods is en de Heere staat voor Zijn werk! 't Is echter eveneens naar de Schriften dat de werkzaamheid van het oprechte geloof ons niet op éénmaal in volkomenheid gewordt. Dat wil zeggen : er is groei, wasdom in het geloven van Gods kinderen en.... deze groei gaat als alle wasdom op deze aarde met hindernissen gepaard. Hoe zou het ook anders kunnen, waar ieder van Gods kinderen te maken heeft met de aanvallen van Gods en Zijner kinderen aartsvijanden : het vlees, de wereld en de hel! Vandaar de depressies in het leven van het ware geloof. Vandaar de strijd des geloofs !

Zie maar naar Abram. Hij kan nog vrezen, mogelijk, omdat hij ondanks de rijke beloften Gods hem tot de vader van een groot volk te maken, toch maar zonder nageslacht dreigt te sterven. U is het dus niet alleen, die na ontvangen genade nog geslingerd kunt worden tussen hoop en vrees. Dat was ook Abrams ervaring en dat is min of meer de ervaring van heel Gods kerk. Kleingeloof strekt evenwel niet tot Gods eer, al mogen we dankbaar zijn dat de Heere ons de depressies in het geloofsleven van de Bijbelheiligen niet verheeld heeft. De Heere Is waardig op Zijn Woord vertrouwd te worden en het tekent onze val, als we ons door wie of wat dan ook laten verleiden de waarheid van Gods Woord in twijfel te trekken.

't Is dan ook louter genade, als de Heere in van nature ongelovige, wantrouwende zondaarsharten het oprechte geloof werkt en onderhoudt, waardoor Zijn kinderen in de geloofsstrijd op deze aarde nimmer omkomen. Hij doet dat door Zijn Woord en Geest. In een gezicht komt de Heere tot de door de vrees bekropen Abram met een herhaling van Zijn beloften, zeggende: Vrees niet, Abram, Ik ben u een schild, uw loon zeer groot! Ik ben u een schild. Dat spreekt wel tot Abram, want van dat schild mocht hij reeds meerdere malen de machtige bescherming ervaren- Maar uw lóón, dat levert de moeilijkheden op! De omstandigheden zijn Abram zo tegen en. ... als Gods kinderen op die omstandigheden blijven staren, is het geen wonder dat de glans van Gods beloften voor hen gaat verbleken. Maar alles moet dan maar eens tegen zijn en donker. Ja, dan weet zelfs de vader aller gelovigen er soms geen raad meer mee. Dan weet ook hij van de klacht, die later de psalmdichter in deze woorden zou vertolken: Zouden Gods beloftenissen verder haar vervulling missen?

Neen, Abram, dat kan toch niet zo zijn. De Heere is geen man dat Hij liegen zou ! Zijn wegen zijn echter hoger dan uwe wegen, maar gelijk een vader ontfermt Hij Zich ook over degenen, die Hem vrezen.

, , Zie nu op naar de hemel en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt. En Hij zeide tot hem: Zo zal uw zaad zijn". Dan geschiedt het wonder. Door dit Woord des Heeren en de medewerking van Zijn Geest wordt Abrams geloof weer werkzaam. Neen, de omstandigheden veranderen niet, maar toch geloofde Abram in de Heere en Hij rekende het hem tot gerechtigheid. Zo, door de Heere, die Abram, noch één van Zijn gelovigen ooit overlaat aan de vrees en de twijfel, komt hij uit de geloofsworsteling te voorschijn. Hij wordt losgemaakt van de band aan wat voor ogen is en hij wordt bekwaamd zich vast te klemmen aan de Heere als ziende de Onzienlijke.

Op deze leerschool des geloofs worden echter offers gebracht. De offers van de eigengerechtigheid, van de eigen wijsheid, de eigen kracht en van de berekeningen van het menselijk verstand, om alleen nog maar te bouwen op het Woord der belofte, op het Woord Gods, dat niet liegen kan. Wie dan daarop bouwt, die wordt rechtvaardig voor God gerekend, die alleen !

Worstelde u bij het lezen met Abram mee ? Gaat u ook reeds het smalle pad des geloofs ? Het is het pad van Abram en al zijn geestelijke nazaten. Misschien is u eer en meer met andere dingen bezig, belangrijke dingen ook. b.v. de volgende loonronde in verband met de huurverhoging, of met de opbrengst van uw akker, of met de vraag van een burgerlijk braaf en deugdzaam leven. We moeten u dan echter toch om uws levens wil wijzen op de vermaning van de Heere Jezus: , , Zoek eerst het Koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid en al deze dingen zullen u toegeworpen worden". Zoek eerst het oprechte geloof, want niet een voldoende salaris en niet een prachtige oogst en ook niet een tien voor gedrag van de burgerlijke rechter is de grond, waarop de Heere een zondaar als rechtvaardig kan erkennen. Die grond is alleen een gave Gods, het oprechte geloof in de Heere. Dat is dus niet uit verdienste, maar door de genadige toerekening Gods. Door het geloof immers wordt een zondaar ingelijfd in Christus, dat is in Hem, die alleen de gerechtigheid van Zijn volk kan zijn. Daarom wordt Zijn gerechtigheid de gelovige toegerekend, alsof het z'n eigene ware. Daarom zal ook zonder het geloof niemand rechtvaardig zijn voor God.

Gaat u dus reeds het smalle pad des geloofs ? Dan staat het goed met u voor tijd en eeuwigheid. Wel weet ge u dan in uzelf geheel onrein, maar de gerechtigheid van Christus wordt u dan toegerekend. Erfgenaam zijt ge daarom van het eeuwig en onbeweeglijk Koninkrijk Gods.

Gaat u deze weg des geloofs nog niet ? Nog wordt het heden der genade over u geluid. Het genade-aanbod in de Heere Jezus Christus wordt ook u gegeven met daarbij de genademiddelen. Verwaarloos die dan niet, noch acht ze gering. Wendt u tot de Heere, die nooit herroept hetgeen Hij heeft gezworen. Wendt u tot Hem, opdat ge door Woord en Geest geleid als Abram en zijn geestelijk zaad alleen nog maar de Heere overhoudt, alleen nog maar pleit op Zijn genadige beloften in Christus aan dooden doemschuldigen gedaan. Dan alleen zegt de Heere ook van u, al waren uw zonden als scharlaken of rood als karmozijn : Zo staat het goed met deze zondaar ! Hij zoekt de gerechtigheid buiten zichzelf en in de Goddelijke Borg en Middelaar.

Zo staat het goed met deze zondaar, voor eeuwig, want het gelooft in Mij. Hij geeft Gode de eer. Dat reken Ik hem tot gerechtigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DE RECHTE LEVENSHOUDING TOT GOD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's