Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE NOODZAKELIJKHEID DER WEDERGEBOORTE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE NOODZAKELIJKHEID DER WEDERGEBOORTE

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien". (Joh. 3 : 3).

De evangelist Johannes vertelt ons in het derde hoofdstuk van zijn boek over het gesprek van de Heere Jezus met de Jeruzalemse schriftgeleerde Nicodemus. In dit gesprek wijst de Heere deze Nicodemus er op, dat om het Koninkrijk Gods te kunnen zien, d.w.z. om zalig te kunnen worden, wedergeboorte noodzakelijk is. Zonder wedergeboorte kan niemand in het Koninkrijk Gods komen. Nicodemus — hoewel hij een heel geleerd man was — begrijpt echter niet wat de Heere met die wedergeboorte bedoelt. Hij maakt de tegenwerping: , , Ja maar Rabbi, hoe kan dat ? Hoe kan een mens geboren worden, nu oud zijnde? Kan hij ook andermaal in zijn moeders schoot ingaan en geboren worden ? " Maar dan gaat de Heere hem uitleggen, dat Hij met die wedergeboorte bedoelt een nieuwe geestelijke geboorte, die zich in het hart van de mens moet voltrekken, een geheel nieuw geestelijk leven, dat in het hart moet worden gewekt.

Wedergeboren worden, ja dat betekent, dat ons hart veranderd moet worden, dat ons hart radicaal moet worden vernieuwd ! En dat is dus noodzakelijk om in het Koninkrijk Gods te kunnen komen. Dat is dus noodzakelijk ook voor u die dit leest! U vraagt waarom dit noodzakelijk is ? Wel hierom: wij zijn reeds door de val in Adam in zulk een zondige en verdorven toestand gekomen, dat 't onmogelijk is om in die staat met God in Zijn Rijk gemeenschap te hebben. Wat uit vlees geboren is, dat is vlees. En het bedenken des vleses is vijandschap tegen God. Wij zitten van nature in de macht der zonde gevangen. Ons leven is geheel van God afgekeerd en de zonde toegekeerd.. Uit zichzelf vraagt niemand werkelijk naar God, uit zichzelf is niemand meer bereid om Hem te dienen. Zullen we dus tot God en tot Zijn Rijk komen, dan zal dat alleen geschieden als er eerst iets in ons binnenste veranderd is, als er eerst een algehele ommekeer, een hartgrondige verandering in ons heeft plaats gehad. Welnu die algehele verandering, die vernieuwing van 's mensen hart, noemt de Heere Jezus nu : wedergeboorte.

Heel veel mensen, ook veel kerkmensen in deze tijd, willen over die wedergeboorte niet graag horen. En dat is begrijpelijk. Laten we eerlijk zijn: de gedachte, dat wij wedergeboren moeten worden, dat dus ons hart geheel vernieuwd moet worden, nee die gedachte is niet bepaald vleiend voor ons. Immers dit betekent, dat er van ons, zoals wij van nature zijn, niets deugt. Helemaal niets ! Het betekent dat ons natuurlijk hart volkomen boos, zondig, onrein, verkeerd en verdorven is. Zó verdorven, dat het niet maar een beetje opgeknapt moet worden, nee, maar zó verdorven, dat er niets geen goeds meer aan is voor Gods Aangezicht en dat er — zal het wèl zijn — een geheel nieuw hart voor in de plaats komen moet.

Gij moet wederom geboren worden ! Nee, dat is geen vleiende gedachte voor een mens, zeker niet voor een mens die hoog staat bij zichzelf. Want door dit woord van de Heere Jezus worden wij afgebroken tot de grond toe. In dit woord wordt ons gezegd: zoals uw leven van nature is, zo deugt er niets van, en er is zelfs niets meer aan te verbeteren of op te knappen ook. Zal het wèl zijn, dan moet het in uw leven komen tot een geheel nieuw begin. Want zoals u van uzelf bent kunt u nooit voor God bestaan en nooit Zijn Koninkrijk binnengaan.

Ja, nogmaals: dat is niet vleiend en daar willen we niet graag aan. Daar willen we van onszelf nooit aan, ook al zeggen we misschien met onze lippen van wel.

Hoe goed echter als wij door genade deze waarheid met ons hart leren beamen. Als wij de dringende noodzakelijkheid der wedergeboorte leren verstaan voor ons persoonlijk leven. Lezer, is het bij u al zo ver gekomen ? Verstaat u werkelijk, dat ook u wederom geboren moet worden om te kunnen komen in het Koninkrijk Gods ?

Als wij dat werkelijk leren verstaan, dan dringt zich als vanzelf de vraag aan ons op : hoe komen wij tot deze wedergeboorte ? Wie kan dan dat nieuwe, hart-veranderende leven is ons bewerken ? •

Naar het antwoord op deze vraag behoeven wij niet lang te zoeken. De Schrift leert ons overduidelijk, dat de Bewerker der wedergeboorte de Heere Zelf is. Wedergeboorte is : een nieuwe schepping Gods in de ziel. Het is het door de Heere Zelf overgebracht worden uit de geestelijke dood tot het waarachtige leven. Dat kan een mens niet zelf bewerken. Niemand bewerkt zijn eigen geboorte. Welnu, zo bewerkt ook niemand zijn eigen wedergeboorte. De Heere alleen is de Bewerker daarvan ! Dat ligt ook in het woord van de Heere Jezus tot Nicodemus opgesloten. Als we dit woord namelijk in de grondtekst bekijken, dan blijkt het dat er eigenlijk letterlijk niet staat: wederom geboren worden, maar : van boven af geboren worden. Wij kunnen dan de tekst, die boven deze meditatie staat afgedrukt, ook zo lezen : Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, tenzij dat iemand van boven af geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien

En zo wordt het wel heel duidelijk : de wedergeboorte, de ware vernieuwing en redding van ons leven, dat is geheel en al een goddelijk werk, dat is een werk van boven af, d.w.z. van God af, een werk van God door Zijn Geest in de ziel.

Zo spreekt ook Johannes in het eerste hoofdstuk van zijn Evangelie over degenen, welke niet uit het bloed, noch uit de wil des vleses, noch uit de wil des mans, maar uit God geboren zijn. Ja, de Heere alleen is de Bewerker der wedergeboorte. Zijn Geest is het, Die levend maakt! De wedergeboorte is een voor het oog verborgen, maar krachtdadige, onwederstandelijke werking van Gods Geest in het hart. Onnaspeurlijk: zijn de gangen van die Geest, maar in het hart, waarin Hij het nieuwe leven brengt is Hij krachtig en werkt Hij overtuigend. En dan begint er wat te veranderen bij de mens. Het harde hart wordt week gemaakt, het blinde oog wordt geopend. En wat gelukkig, dat voor dit wederbarende werk Gods geen menselijk hart te hard of te sterk is. Nee ! Geen zondaar is zo ver afgeweken, geen mens is zo diep gevallen, of de Heere is machtig dat nieuwe levensbegin te wekken, waardoor alles anders wordt. Hoeveel treffende voorbeelden vinden we in de Schrift. Denk aan koning Manasse, de tollenaar Zacheüs, de moordenaar aan het kruis, denk aan Saulus, die de gemeente Gods vervolgde, en aan zo vele anderen. Ja, de vernieuwing des harten is het heerlijke, goddelijke werk, waartegen niemand zich verzetten kan. Als de Heere werkt, wie zal het dan keren?

Laten we er ook op letten, dat dit wederbarende werk Gods geheel en al een genade-werk is. Genade-werk ! Ja, want de Heere komt niet met Zijn levendmakende Geest in ons hart op grond van enige verdienste van ons. O nee, zij die het nieuwe leven uit God deelachtig worden, zijn in zichzelf niet beter dan andere mensen. De grond van hun heil ligt enkel en alleen in 's Heeren welbehagen, in Zijn verkiezende genade.

Dit alles, wat tot nu toe gezegd is, moet ons intussen niet brengen tot een valse lijdelijkheid. Wij moeten nu niet zo gaan redeneren : wel, het moet ons dan alles van Boven gegeven worden, het moet allemaal door de Heere Zelf gewerkt worden, zelf kan ik aan mijn wedergeboorte toch absoluut niets af of toe doen, en dus zal ik mij over deze dingen ook maar niet druk maken. Wie zo redeneert, begrijpt wel heel weinig van de ontzaglijke ernst, waarom het hier gaat en heeft de Bijbel niet achter zich. Zeker, het is waar: de wedergeboorte is een werk van de Heere alleen. Maar, nu heeft de Heere ook nog middelen ingesteld, waardoor Hij met Zijn Geest tot onze harten komen wil.

Het voornaamste van die middelen is Zijn Woord. Daarom schrijft Jacobus aan de gelovigen : Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard door Woord en waarheid. En Petrus schrijft in zijn zendbrief : Gij, die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God.

Ziet u ! En daarom is het zo'n geweldig voorrecht, dat wij dat Woord van God mogen hebben, dat wij ons nog elke zondag onder dat Woord mogen stellen en dat wij ook persoonlijk dat Woord mogen lezen en onderzoeken. Want door dat Woord werkt de Heere met Zijn Geest aan zondaarsharten. Wat is het daarom van ontzettend veel belang, dat wij ons geregeld en biddend onder dat Woord stellen en ook dat wij dagelijks biddend met dat Woord persoonlijk bezig zijn. Doet u dat ? Als dat werkelijk zo is, dan zal de zegen niet uitblijven. Want de Heere wil door dat Woord ook aan u Zijn zaligend en vernieuwend werk verrichten. Hij wil aan dat Woord ook voor u Zijn Geest paren. Dat Woord is een zaad. Het is het zaad der wederge­ boorte. En dat zaad is nog altijd levend en krachtig; Maar zie dan toe, toe u dat zaad ontvangt, 's zondags als op opgaat naar Zijn huis, maar ook elke dag waarop u voor uzelf dat Woord nog moogt lezen.

En mogen wij het weten, dat de Heere genade-werk aan onze ziel gedaan heeft door dat Woord toe te passen aan ons hart en zo dat hart levend te maken en tot Hem te richten, dan moeten wij het ootmoedig getuigen : niet wij hebben de Heere gezocht, maar Hij heeft ons gezocht en ons als de Zijnen begeerd. Ja, als daarvan iets gekend mag worden, dan roept ons hart het uit: o Heere, wat zal ik U vergelden voor al uw weldaden, aan mij bewezen. Ja, dan kan het niet uitblijven, of dan wordt 's Heeren lof bereid voor al dit heilgenot!

Maar.... waardoor zullen wij het nu weten, of wij wedergeboren zijn ? M.a.w. wat zijn nu precies de kenmerken der wedergeboorte ? Die kenmerken zijn er ! Het werk Godis kan niet verborgen blijven!

Het eerste kenmerk is het leren zien van eigen zonde en doemwaardigheid voor God. Tegenover de heiligheid des Heeren leren wij eigen schuld en ongerechtigheid verstaan en met Jesaja leren wij het belijden : Wee mij, want ik verga, terwijl ik een man van onreine lippen ben. De Heilige Geest ontdekt ons aan onszelf, dan gaan wij onze zonden zien en die zonden worden ons tot een verschrikkelijke last. De één zal daar meer van leren inleven dan de ander, maar de belijdenis : ik heb gezondigd, wordt in elk geval de taal van het hart. Wij leren onze ellende kennen, onze schuld voor God en .... ons Godsgemis ! En diep in ons wordt het gebed geboren:

Ai, was mij wel van ongerechtigheid,

Mijn schuld is zwaar, ik heb Uw wet geschonden.

Zie mijn berouw, hoor hoe een tooet'ling pleit

En reinig mij van al mijn vuile zonden.

Ja, en waar die bede waarheid, in het binnenste is, daar laat de Heere zulk een mens met Zijn bange vragen niet staan. God doet geen half werk. En waar een zondaar werkelijk leert bidden in belijdenis van schuld: o God, wees mij zondaar genadig, daar doet de Heere door Zijn Geest ook het zielsoog opengaan voor de heerlijkheid en de verlossende kracht van de Middelaar Jezus Christus, Wiens bloed reinigt van alle zonden. En daar werkt de Heilige Geest op Zijn tijd ook het geloof in het hart, waardoor de in zichzelf verloren mens met die Middelaar verbonden wordt en in Hem vergeving van alle zonden en zo waarachtige vrede leert vinden. Ja, en dat is het tweede en wel zeer belangrijke kenmerk der wedergeboorte, dat wij dan met ons verloren leven, met al onze schuld en ongerechtigheid terecht komen aan de voet van Golgotha's kruis en het opziende naar de Man van smarten leren verstaan : Hij is onze vrede. Hij is ook mijn gerechtigheid, mijn Heiland, mijn Zaligmaker. Onuitsprekelijke rijkdom als dit werkelijk door ons wordt gekend. Ja, dit Is het wezen, dit is de werkelijkheid der wedergeboorte. Want daar, bij dat kruis, ja daar wordt mijn leven werkelijk nieuw. Daar wordt het nieuwe leven In Hem mijn deel. Daar word ik verlost van schuld en verzoend met God. En dan is het alles nieuw geworden. In die Christus ben ik een nieuw schepsel. Ach nee, niet dat ik altijd bij die rijkdom leef. Was het maar waar! Zo vaak dwaal ik weer af en zoek ik weer heil bij mezelf en in de dingen der wereld. Maar toch, waar God Zelf dat goede werk in mij begonnen is, daar leer ik toch telkens weer met al mijn noden tot dat kruis, of beter : tot die Christus vlieden, en meer en meer word ik aan die Christus verbonden, en door die Christus kom ik tot de verborgen omgang met God, als de verzoenende Vader.

En.... waar dit alles gekend wordt, daar blijft ook het derde kenmerk der wedergeboorte niet uit. Dat derde kenmerk is wat onze Catechismus noemt: het stuk der dankbaarheid. D.w.z. dat het dan ook uit ons leven zal blijken Wie wij toebehoren. Want dan gaat het ons toch meer en meer onmogelijk worden om de zonde en de wereld nog lief te hebben, maar dan krijgen wij de Heere lief en dan worden wij — zoals de apostel zegt — zeer begerig om Hem weibehaaglijk te zijn. Ja, dan wordt de dienst des Heeren ons een vreugde en wij hebben een heilig vermaak in Zijn Wet. En dat wordt aan ons merkbaar, op zondag en in de week, thuis en op ons werk. Het wordt merkbaar dat wij andere mensen geworden zijn dan wij tevoren waren, nieuwe mensen, mensen Gods ! En het is stellig 's Heeren bedoeling, dat dit aan ons merkbaar wordt !

Lezer, hebt u persoonlijk kennis aan deze dingen ? Is dit nieuwe ook in uw hart ? Zijn deze kenmerken der wedergeboorte er ook in uw leven ? Anders gezegd: Leerde u al werkelijk uw zonden kennen ? Leerde u met uw verloren leven al werkelijk tot de Heere Jezus gaan ? Bent u in Hem een nieuw mens geworden ? Dat is ook voor u zo nodig !

Kom, blijf nog eens even rustig zitten en overweeg deze vragen eens heel ernstig voor uzelf. Overweeg ze eens biddend.• '

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1958

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DE NOODZAKELIJKHEID DER WEDERGEBOORTE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1958

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's