Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET GEZIN EN HET KERKELIJK LEVEN *)

Bekijk het origineel

HET GEZIN EN HET KERKELIJK LEVEN *)

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. De verhouding van gezin en kerkelijk leven onder het aspect van de orde des verbonds en van de heilsorde.

Te midden van het volk Israël is in de dagen van het Oude Verbond onder de leiding Gods het ware Israël openbaar geworden door geloof en belijdenis. Wij vinden getuigenis daarvan door heel de Schrift heen en inzonderheid de psalmen getuigen van het leven der kerk. Vgl. Joh. 8 : 39 : Indien gij Abrahams kinderen waart, zo zoudt gij de werken van Abraham doen. Rom. 2 : 28 en 29. Want die Is niet een Jood, die het in het openbaar (N.Vert. uiterlijk) is, ... maar die is een Jood, die het in het verborgen is, en de besnijdenis des harten, in de geest, niet in 'de letter, wiens lof niet is uit de mensen maar uit God. Voorts Rom. 9 : '28 : Want die zijn niet allen Israël, die uit Israël zijn.

Zo is het ook onder het Nieuwe Verbond, Ook in de kerk, zoals die uiterlijk verschijnt in het instituut, wordt de ware kerk des Heeren onder de leiding van Woord en Geest gewekt tot geloof en belijdenis.

Derhalve moet men onderscheid maken tussen de kerk naar de orde des verbonds, door welke orde allen, die daartoe naar die orde behoren, geheiligd zijn, en de ware kerk, naar de orde van de toebedeling van de genadegoederen in Christus, d.i. naar de orde der verkiezing.

De openbaring van Christus' Lichaam naar de verkiezing Gods is uit de aard der zaak een werk van de Drieënige God. God zelf roept de Zijnen uit alle volk en tong en natie door Zijn Woord en Geest. Want die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook tevoren verordineerd den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen. En die Hij te voren verordineerd heeft, deze heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, deze heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, deze heeft Hij ook verheerlijkt. (Rom. 8 : 29, 30)

Dit toebrengende werk Gods, is een werk van herschepping of vernieuwing, hetwelk in de verborgenheid voltrokken wordt. Die in Christus is, is een nieuw schepsel. De gemeente is in Christus Jezus geschapen tot goede werken, (Efeze 2:10). Menselijkerwijs gesproken, had God dit ook wel in de verborgenheid kunnen laten, zodat de aardse samenleving geheel en al onwetende zou zijn gebleven aangaande de komst en de heerlijkheid van het Koninkrijk Gods.

Dat heeft de Heere God alzo niet gewild. Hij handhaaft Zijn Raad en openbaart zich aan de mens, die Hij toch naar Zijn beeld heeft geschapen en treedt met die mens, ondanks zijn val in gemeenschap, in de weg van Zijn verbond.

Zo wordt het verborgen werk van de roeping, rechtvaardiging, heiliging en verheerlijking van de zondaar openbaar in het geloof en het geloof wordt openbaar in het belijden van Gods Woord, in het gebed en in de betrachting ener nieuwe gehoorzaamheid.

Ziedaar de heilsorde in enige hoofdzaken, waarin de gemeente des Heeren in deze wereld tot openbaring komt en een geestelijke gemeenschap onder de mensen verschijnt van een geheel enig karakter. Deze gemeenschap wordt door Woord en Geest gevoed en geleid en is gericht op haar Heere in de hemel, die het Hoofd des lichaams is en in Wien zij deel hebben aan de goederen van het genade-verbond.

Na al het voorgaande behoeft niet meer gezegd, dat het Lichaam van Christus naar Zijn organisch bestel voor ons verborgen is. Wij mogen aannemen, dat dit bestel met heel het organisme der mensheid op een bij God verborgen wijze verband houdt. Het is immers opmerkelijk, dat in de meer genoemde gestalten van Gods Verbond gerekend wordt met de geslachten. Israël is daarvan klaarblijkelijk diep onder de indruk geweest. Dat mag althans besloten worden uit het gewicht, dat de Israëliet aan zijn afstamming hechtte.

Tengevolge van de huwelijksorde lopen de geslachten als een uiterst gecompliceerd weefsel dooreen en daarom konden zij op een of andere wijze deel hebben aan het geslacht van Juda, dat de Christus naar het vlees zou voortbrengen.

Hoe het ook zij, de verborgenheid van de organische geledingen in het Lichaam van Christus gaat op in de verborgenheid der verkiezing tot het huisgezin Gods. Ons is alleen geopenbaard, dat alle volk en tong en natie daarbij betrokken wordt. Dat wijst weer op het universele karakter, hetwelk door de Heere ook in Zijn verkiezende genade wordt gehandhaafd — al heeft dit niets met algemene verzoening te maken.

Het is ons niet ontgaan, dat de huwelijksorde in de verschillende gestalten van Gods verbond een belangrijke rol vervult. Het organisch karakter van het verbond wordt er door bepaald. Zo behoeft het ons niet te verwonderen, dat de kerk op aarde als openbaring van Christus' Lichaam en orgaan in de hand des Heeren tot verwerkelijking van het Koninkrijk Gods in de gestalte der eeuwigheid, door Christus in een verbondmatige verhouding wordt gezet. Niet ten onrechte spreekt men van het Nieuwe Israël.

Daarbij treedt ook de belofte voor het zaad weer op de voorgrond. Ook deze nieuwe gestalte van het verbond, de Christelijke kerk, verkrijgt haar organisch verband als aardse gemeenschap door de huwelijksorde : U komt de belofte toe en uw kinderen. (Hand. 2 : 39)

Wij zouden hier aanleiding kunnen vinden om uitvoerig in te gaan op de relatie tussen verkiezing en verbond. Die relatie is er. Dat kan in het voorafgaande duidelijk geworden zijn. In ieder geval zijn zij niet gelijk of hetzelfde, maar dienen verkiezing en verbond principieel te worden onderscheiden. De heiliging door het verbond draagt een ander karakter als de heiliging in de heilsorde, (roeping, rechtvaardigmaking, heiliging en verheerlijking). Men kan in een gestalte van het verbond geheiligd zijn overeenkomstig de orde van die gestalte en volharden in onbekeerlijke wandel, m.a.w. buiten de onwederstandelijke werking der verkiezende genade vallen.

De Israëliet is geheiligd krachtens het verbond met Israël, maar hij kan ten aanzien van het Koninkrijk Gods een onvruchtbare rank zijn.

God maakt het verbond in zijn verschillende gestalten dienstbaar aan de uitwerking Zijner verkiezing. De gestalten zijn organen, waarvan God gebruik maakt bij Zijn arbeid van de openbaring van het Koninkrijk Gods en Zijn realisering.

Zo kan een ongelovige in de Nieuw-Testamentische gestalte van het verbond staan, gelijk de Schrift leert, dat de ongelovige vrouw geheiligd wordt door de man en de ongelovige man door de vrouw.

Het geheiligd zijn in de weg van het verbond is gevolg van Gods bestel aangaande de orde of gestalte van het verbond. Daaraan brengen zij, die onder die orde of gestalte vallen, niets toe en zij kunnen het ook niet ongedaan maken.

Maar de geestelijke kracht van 't verbond ligt in 't geloof van de beloften des verbonds, geloof als openbaring van de verborgenheid Gods en alzo wordt in 't geloof de verkiezing Gods openbaar. De ongelovige man wordt geheiligd door het geloof van de vrouw en zo ook de ongelovige vrouw door het geloof van de man. En dat niét om de verdienstelijkheid van het geloof, maar om het werk Gods, dat in het geloof openbaar wordt. Het geloof is geen oorzakelijke grond voor eigen zaligheid en het geloof is geen oorzakelijke grond voor de heiliging van anderen.

Geloof is openbaring en betrokkenheid bij de openbarende werkzaamheid Gods. Alle geloof is daarom nog geen zaligmakend geloof.

Binnen de gestalten van het verbond kunnen alle graden van geloof voorkomen van de eerste beginselen van het geloof, dat Christus en al Zijn weldaden omhelst, tot verder gevorderde oefening in de orde des heils, maar ook buiten de heilsorde is nog geloof. Denken wij slechts aan het woord van Christus: , , Gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij". (Joh. 14 : 1). En b.v. aan het woord van Paulus tegenover Agrippa: , , Ik weet, dat gij ze gelooft". (Hand. 26 : 27)

Zoals wij aangetoond hebben, kan ook de ongelovige onder het verbond vallen en nochtans door het verbond geheiligd zijn.

Na deze kleine uitwijding over verbond en verkiezing vatten wij de draad van ons betoog weer op. Reeds onmiddellijk bij de openbaring van Christus' Lichaam door geloof en belijdenis zien wij de organische structuur van het verbond naar Nieuw-Testamentische orde actueel worden. Een getrouwde man, een getrouwde vrouw komen tot geloof, en de orde van het verbond zegt het gehele gezin geheiligd.

Het gezin is Christelijk gezin geworden. Het staat in het verbond en derhalve onder de eis van het verbond en onder zijn beloften. De eis kort samengevat: , .Bekeert u en gelooft". En de belofte des Evangelies : , , Die in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven, maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem" (Joh. 3 : 36).

Daarom zullen de kinderen gedoopt worden en het teken en zegel des verbonds ontvangen, — nog eens teken en zegel des verbonds. De mensen spreken daarover dikwijls als ware het sacrament des Doops teken en zegel onzer verkiezing, teken en zegel onzer verkiezing is het waarachtig geloof, dat Christus en al Zijn weldaden aanneemt, want het geloof is een gave Gods.

D. Gezin en kerk in de practijk.

Het gezin onder het verbond. Het is niet alleen in de kerk als gemeenschap des Nieuwen Verbonds op aarde, het is een stukje kerk, een stukje openbaring van het Lichaam van Christus op aarde.

Wij hebben in de laatste jaren bij verschillende gelegenheden de nadruk gelegd op dit feit, omdat de kerk zo geheel en al uit het volle leven dreigt te worden uitgebannen.

De kerk is welhaast geworden als iets buiten ons gezin en voor velen misschien zelfs als iets buiten hun persoon.

Dit kan toch nimmer het geval zijn, als Christus gestalte heeft aangenomen in onze harten, en als dat niet zo is, wat hebben wij dan voor geloof ?

Wat doet dat geloof? Of is het misschien werkeloos, omdat het ijdel is.

Mogelijk ook zijn sommigen, wel Godvrezende lieden, terwijl zij toch ten aanzien van godsdienst en kerk in een liberale gedachtenwereld verkeren. Zij spreken over de kerk, het kerkelijk leven, als over een zaak, die dan voor rekening van anderen ligt, alsof zij zelf vrij konden uitgaan.

Velen ook wisselen zo gemakkelijk van kerk, scheiden zich af van een in hun ogen minderwaardige naar een voortreffelijke kerk, gelijk zij menen.

Binnen de grenzen van het verbond kunnen wij, zoals gebleken is, ons grote vrijheid toeëigenen en veel dwalen. Als onze kerkelijkheid' niet verder gaat dan de heiliging des verbonds, omdat wij in een Christelijk gezin werden geboren, bewijzen wij metterdaad, dat wij noch met de eis, noch met de beloften des verbonds ernst maken en eigenlijk alleen maar verbondsbrekers zijn.

Hoe geheel anders zou dat worden, indien wij ons steeds voor ogen hielden, dat het Christelijk gezin een stuk openbaring van de Kerk des Heeren op aarde behoort te zijn. Dan zouden wij ophouden met over de kerk te klagen, die ontrouw is in de tucht, onzuiver in de prediking en in de kerkregering, want wij zouden bij ons en ons gezin terecht komen.

Een misverstand ten opzichte van een z.g- apostolaat gewaagt van kerk en wereld en haalt velerlei kerkewerk overhoop, dikwijls met allerlei wereldse hulpmiddelen, dat erg menselijk aandoet.

Een meer Schriftuurlijke en verbondsmatige beschouwing zou een gunstige invloed kunnen uitoefenen op het kerkelijk leven en zou zich minder stoten aan het adjectief Christelijk op maatschappelijk en politiek terrein als deze , , apostolische" mensen plegen te doen.

Het gezin — het Christelijk gezin — betekent de kerk in de practijk van het leven, de kerk in aanraking, ja te midden "van en midden in het volle leven.

Het leven van het Christelijk gezin, het leven van de kerk in de wereld, geldt te meer en wint aan intensieve waarde, naarmate het waarachtig Christelijk geloof ernstiger en krachtiger leeft in het gezin.

In het gezin, waarin het leven der kerk in de wereld zich door het geloof geleid en gedragen weet, vraagt ook de goddelijke roeping van ambt en bedrijf om heiliging en nauwgezette vervulling. Welk een opvoedende en beschermende kracht gaat er op het gezin uit van godvruchtige ouders.

Wij willen geenszins de ogen sluiten voor de gevolgen van een gebrekkige of zelfs met haar wezen in strijd zijnde organisatie en regering van de kerk en zijn niet blind voor zovelerlei aanleiding en oorzaak in de moderne samenleving van ontkerstening en afval.

Het kerkelijk leven heeft echter de zwaarste schade geleden sedert al deze invloeden vat kregen op het gezin en dit uit elkaar sloegen.

Dit behoeft ons niet te verwonderen. Volgen wij slechts het gezin in het leven van alle dag met het devies voor ogen: „het leven van het 'Christelijk gezin, het leven der kerk in de de wereld". Want daarom gaat het. Dan wordt ook gebroken met de gewoonten van velen, die de godsdienst voor de kerk of voor de zondag houden en de overige dagen der week voor de wereld.

Nu krijgen wij echt kerk en wereld, de kerk in de wereld.

Dat betekent de strijdende kerk in de wereld, want dat kan niet anders. De strijd van de kerk in de wereld is de strijd van het Christelijk gezin in het leven van alle dag. En nu wij toch in de strijdpositie zijn gekomen, de leden van het gezin voeren de strijd aan het front in de voorposten. Het gezin trekt er op uit naar kantoor en fabriek, naar school en opleiding, en het ontmoet de wereld, de wereld met haar genoegens, haar idealen en verleiding, de wereld ook met haar vijandschap jegens de God der Schriften en die Hem belijden.

Het is niet nodig deze ontmoeting met de wereld door voorbeelden te illustreren, hoewel het alle aanbeveling verdient ons deze dingen levendig voor de geest te roepen, het belang van de strijd in de voorposten te zien en de ernst van de situatie, bedenkende hoe weinig er van die strijd terecht komt.

En wat zou er van terecht komen als het gezin geen bescherming en toerusting vond in Christelijke school en Christelijke organisatie. Juist op het punt van de ontmoeting van kerk en wereld zijn deze van zo grote betekenis en alle tegenwerpingen van verzuiling en blokvorming ten spijt, moeten wij voor Christelijke school en organisatie op de bres staan.

De verantwoordelijke leiding der kerk en in de kerk, domine's, ouderlingen, diakenen, maar ook leraren, onderwijzers en opvoeders zijn ten zeerste verplicht alle aandacht aan het gezin als voorpost in de strijd tegen de wereld en tegen ontkerstening te schenken en vooral ook aan de moeders te denken, die juist in het gezin zulk een zware taak hebben ten aanzien van deze strijd. De leden vallen op het gezin terug. Daar, dat is veelal bij moeder, komen zij met hun moeilijkheden, zorgen, klachten en zwakheden.

Dat de predikanten deze strijdende kerk op de kansel niet uit het oog verliezen, maar de leden der gemeente dragen maandag, dinsdag en de ganse week, als de kerk in de frontlinie staat.

Dat de ouderlingen bij hun huisbezoek blijk geven er iets van te verstaan en degenen, die aan hun zorg zijn toevertrouwd, in hun gebeden gedenken en zo ook de diakenen.

Wij blijven nu maar bij de ambtsdragers, doch het is nodig allen op te wekken, die hier iets kunnen bijdragen, tot beter inzicht in de situatie en tot hulp en steun van het gezin.

Zulks kan bovendien alleen maar bevorderlijk zijn aan de uitbreiding van de kennis in het midden der gemeente, aan de versterking van 't geloof, in zijn wereldoverwiimende kracht, en aan de ere Gods, zodat ook de vijanden met ontzag worden vervuld.

De Heere der heirscharen geve ons getrouwheid en moed, opdat ons werk bevestigd worde en Zijn Naam geëerd en geprezen.


*) Referaat, gehouden op de Contio van Hervormd-gereformeerde predikanten op Woudschoten, 8 en 9 januari 1958. 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 1958

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

HET GEZIN EN HET KERKELIJK LEVEN *)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 1958

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's