Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE CATECHISMUS VAN CALVIJN

Bekijk het origineel

DE CATECHISMUS VAN CALVIJN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV

Aandachtige lezers van ons blad hebben al gemerkt, dat het in vorige artikelen meegedeelde op een zeer bepaald punt correctie behoeft. Toen we spraken over de weinige en uitverkochte vertalingen van de catechismus, waarover we gaan spreken, was ons niet bekend, dat in de onlangs verschenen nieuwe uitgave van onze Belijdenisgeschriften door Prof. Bakhuizen v. d. Brink ook de Catechismus van Geneve in vertaling voorkomt. Wie hem dus bepaald wil bezitten met daarbij de - bekende Belijdenisgeschriften in moderne spelling, kan daar terecht.

Dat bovengenoemde uitgave van de Belijdenisgeschriften van onze kerk ook de Catechismus van Geneve opneemt, kan ons wel een ogenblik bevreemden, maar het spreekt tenslotte toch wel vanzelf. Immers in de kerkorde van 1951 worden al de in die nieuwe uitgave genoemde belijdenisgeschriften erkend en genoemd. De saamhorigheid met Hervorming en Oude Kerk wordt er door uitgedrukt. Die erkenning is echter tot op heden wel vrij formeel gebleven. De uitgave van de Geneefse Catechismus moge een stap vooruit blijken te zijn. En wanneer de Synode onzer Kerk ons in deze bepaald een stap vóór was, dan hopen wij, door vermoedelijk voor het eerst een Nederlandse verklaring van deze Catechismus te geven, die achterstand weer wat te hebben ingelopen.

Tevoren moeten wij nog even de aandacht vragen voor de Brief aan de Lezer, waarmee de Catechismus opent, en voor de opdracht ervan aan de predikanten van Oost-Friesland, die zich daarbij aansluit.

De genoemde brief luidt aldus: , , De kerk heeft er altijd grote aandacht aan besteed, de kinderen te onderwijzen in de christelijke leer. Daartoe had men oudtijds niet alleen de scholen en wekte men de mensen op, hun gezin grondig te onderwijzen. Maar ook was het algemeen gewoonte, de kinderen in de kerken te ondervragen aangaande de punten, waaromtrent onder alle christenen overeenstemming moet bestaan. Daartoe gebruikte men een stuk, dat men catechismus noemde. Later heeft de duivel, toen hij. de Kerk verwoestte, (waarvan men de gevolgen nog ziet in het grootste deel van de wereld), deze gezegende gang van zaken in onbruik doen geraken. En hij heeft er maar enkele kleine resten van laten overblijyen, die alleen bijgeloof kweken, zonder te kunnen stichten. Dit is het zogenaamde vormsel, een vertoning zonder enige grond.

Wat wij nu hier naar voren brengen, is dus niets anders dan het van ouds in gebruik was, eer de kerk geheel en al bedorven raakte".

In dit Voorwoord merken we al, hoeveel waarde Calvijn aan de catechisatie hechtte. We horen er, hoe hij de Roomse Kerk in gebreke stelt, en hoe hij, door terug te grijpen op de gezonde. Oude Kerk, de catechisatie weer tot eer wil brengen.

Aanzienlijk breder laat hij zich aangaande deze dingen uit in de Opdracht, waarin hij aan de predikanten van Oost- Friesland laat weten, waarom hij zijn catechismus het licht deed zien. Een opdracht van die soort vinden we in bijna alle werken van Calvijn. Hij gebruikte ze, om zijn leermeesters te danken, om oude contacten weer op te nemen en om nieuwe vrienden te winnen.

Doorgaans heeft hij een , , strategische" bedoeling, d.w.z., meestal richt hij zijn aandacht op een bedreigd punt. Niet altijd is de bedoeling van zo'n opdracht geslaagd en dan werd ze in een volgende druk teruggenomen en door een nieuwe vervangen.

Wat betreft de predikanten van Oost- Friesland: er was alle reden, om de banden met hen nauwer aan te halen. Oost- Friesland is van ouds een middelpunt der wederdopers; later vindt men er vele volgelingen van Menno Simons. Bovendien onderging dit gebied van den beginne sterke Zwingliaanse invloeden: de z.g. Oost-Friese Catechismus openbaart dat en ze is een concurrente van de Catechismus van Calvijn geworden. Calvijn heeft voor Zwingli en zijn bepaalde leringen, b.v. zijn Avondmaalsopvatting, weinig lof gehad begrijpelijkerwijze wilde hij z'n invloed in Oost- Friesland zoveel mogelijk uitschakelen. Tenslotte waren er in dit gebied ook vele belijnde Lutheranen, zodat de hele grote strijd der Hervorming daar in het klein gestreden werd.

De bedoelde Opdracht, in een iets gemoedelijker Nederlands vertaald dan de statige Latijnse tekst dat zelf ademt, luidt dan als volgt: Brief van Johannes Calvijn aan de getrouwe dienaren van Christus, die in Oost-Friesland de zuivere leer van het Evangelie verkondigen.

Daar het past, dat we er ons met alle inspanning op toe leggen, dat onder ons strale de eenheid in het geloof, die Paulus ons zo aanbevolen heeft, moet tot dit doel wel vooral strekken de plechtige belijdenis van het geloof, die met de gemeenschappelijke Heilige Doop verbonden is. Daarom zou het wenselijk zijn, dat er niet alleen een voortdurende overeenstemming in de leer der vroomheid bestond, maar ook, dat we één enkele catechismus voor alle kerken hadden. Daar dit om velerlei redenen nooit kan worden bereikt, dat niet elke kerk iets eigens houdt, moet dit geen reden tot felle strijd opleveren. Als bij alle verscheidenheid in onderricht de koers maar op Christus-alleen gezet wordt, door Wien we, als we door Zijn Waarheid zijn samengegroeid tot één lichaam en één Geest, eenstemmig verkondigen wat de hoofdzaak van de leer betreft. De catecheten, die zich dit niet ten doel stellen, schaden, als ze tweedracht in de religie zaaien, niet alleen de Kerk ontzaglijk, maar ze brengen bovendien tot een schandelijke ontering van de Doop. Want wat toch is het nut van de Doop, wanneer dit fundament niet blijft, dat we allen in één geloof samenstemmen ? Daarom moeten zij, die catechismussen uitgeven, er des te meer voor waken, dat ze niet, iets onbekookts uitgevend, in het heden en in de toekomst zowel de ware vroomheid schaden als de Kerk een dodelijke wond toebrengen. Dat wilde ik hier tevoren zeggen, opdat de lezers kunnen bemerken, dat ik, zoals gepast is, niet in de laatste plaats er op gelet heb, dat ik in deze catechismus niets wil behandelen, dat niet overeenstemt met de onder alle vromen erkende leer. En wie onbevooroordeeld leest met een helder oordeel, zal gewaar worden, dat dit voor mij geen ijdele praat is. Stellig hoop ik bereikt te hebben, dat mijn werk aan alle goedwillenden, al zal het niet allen voldoen, toch welkom is en door hen als nuttig zal beschouwd worden.

Ik heb in het Latijn geschreven. Al zullen mogelijk sommigen mijn bedoeling niet prijzen, toch heb ik er vele redenen voor. Het heeft geen enkel nut, ze-nu allemaal naar voren te brengen, maar ik kies er uit, wat voldoende kan zijn, om verwijt te ontgaan. Ten eerste meen ik, dat, in de zo verwarde en verstrooide tijd, die het christendom nu beleeft, het nuttig is, dat er publieke getuigenissen (belijdenissen) zijn, waardoor kerken, die door grote afstand gescheiden zijn, toch in Christus één leer kennen en elkaar daarom erkennen. Dat heeft grote betekenis voor de onderlinge bevestiging. Wat anders moeten we immers wensen, dan dat, wanneer ze elkaar wederkerig gelukkig prijzen, de een de ander aan de Heere aanbeveelt ? Oudtijds waren daarom de bisschoppen gewoon, toen het samenstemmen in het geloof onder ons nog vaststond, synodale brieven over zee te zenden en daardoor als door heilige panden, de heilige gemeenschap der Kerk te versterken. Hoeveel te meer is het nu, bij een zo gruwelijke verwoesting van de christelijke wereld, nodig, dat de weinige Kerken, die God op de rechte wijze aanroepen, en die bovendien verstrooid liggen, van alle kanten omsingeld door de onheilige synagogen van de antichrist, dat symbool van heilige gemeenschap aan elkaar geven en van elkaar aannemen en zo tot die eenheid worden opgewekt? Wanneer dat nu al nodig is, wat dunkt ons van hen, die na ons komen ? Over hen ben ik zo bezorgd, dat ik er haast niet over durf te denken. Wanneer God niet op wondere wijze van de Hemel te hulp komt, dunkt mij, dat de wereld een laatste verwildering tegemoet gaat. Mogen onze kinderen niet na korte tijd te gevoelen krijgen, dat dit meer een ware profetie dan 'n gissing is! Daarom te meer móeten wij ons inspannen, dat we de overblijfselen der Kerk, die na onze dood nog overblijven of opkomen, door onze geschriften samenbinden. Ook andere soorten geschriften zullen kruinen tonen, hoe wij in de religie gesteld waren. Maar er is geen verheffender document denkbaar, om onze overeenstemming in-de leer te betuigen, dan een catechismus. Want hier blijkt niet, wat de een of andere mens leerde, maar de eerste beginselen waarin allen, geleerd of ongeleerd, van kindsbeen aan a.h.w. gedrenkt werden, opdat alle gelovigen het a.h.w. beschouwen zouden als een plechtig symbool van de christelijke gemeenschap.

Dat nu was mijn voornaamste bedoeling. Ook nog wel een tweede reden heeft betekenis, namelijk, dat ik hoorde, dat verscheidenen er naar uitzagen, omdat ze hoopten, dat het lezenswaardig zou zijn. Het is niet aan mij te beoordelen of dat terecht is of ten onrechte, maar het was billijk, dat ik aan die wensen tegemoet kwam. Ja, zelfs was mij ook nagenoeg een noodzaak opgelegd, waaraan ik me niet ongestraft kon onttrekken. Want waar ik 7 jaar geleden èen kleine samenvatting van de geloofsleer heb geschreven, en die catechismus genoemd heb, heb ik gemeend, dat ik alleen door deze (nieuwe) uit te geven, kon verhinderen, dat de oude, (die ik niet herdrukt wou zien), weer van de pers zou komen. Dus, wilde ik mijn plan te algemenen nutte doorzetten, dan moest ik maken dat deze catechismus, waaraan ik de voorkeur geef, de plaats van de oude ging innemen. Bovendien dunkt mij dat het voor de wereld tot een voorbeeld zal strekken, dat wij, die ons opgemaakt hebben tot een hervorming der kerk, metterdaad ons op deze zaak getrouw toeleggen, n.l. door het gebruik van de catechismus, die eeuwenlang door de Paus was afgeschaft, deze nu tenslotte te herstellen.

Want deze heilige, instelling kan zowel niet genoegzaam naar zijn nut gewaardeerd worden als dat we de papisten voldoende verwijten kunnen, het grote bederf, dat ze bewerkt hebben, door dit (de catechismus) af te doen, niet alleen er kinderlijke dwaasheden van te maken, maar .ook ze misbruikt te 'hebben als voorwendsel tot onzuiver en onheilig bijgeloof.

Want dit nagemaakte (onechte) vormsel, dat ze er voor in de plaats hebben gezet, moge zoals een publieke vrouw al met de glans van vele plechtigheden en de opmaak van veel praal versieren, maar zodoende plegen ze alleen schrikkelijke Godslastering, daar ze er zich op beroemen, dat dit een sacrament is, nog hoogwaardiger dan de Doop. Ze noemen halve christenen, die met hun stinkende olie niet besmeerd willen worden. Maar hun hele bedrijf bevat alleen lege toneelgebaren of beter een spel van teugelloze naaperij, waardoor ze ons niet jaloers kunnen maken.

Echter, geliefde broeders in de Heere, aan wie ik mijn catechismus heb opgedragen: ik koos u, omdat gij voor mij genegenheid koestert en verscheidenen uit uw vergadering tn mijn werken genoegen vinden, terwijl sommigen bepaaldelijk in brieven mij opwekten, dit werk te hunnen beste te ondernemen. Trouwens daar bovenuit zou reeds die andere reden voldoende grond hebben gegeven, n.l. dat ik door voortreffelijke mannen veel van u gehoord heb, wat mijn ziel geheel aan u heeft verbonden.

Nu dan, wat gij, naar ik vertrouw, wel van harte doen zult, dit vraag ik u toch nög, n.l. dat gij dit getuigenis van mijn genegenheid tot u welwillend wilt aanvaarden. Vaartwel. De Heere versterke u dagelijks door Zijn Geest der wijsheid, der voorzichtigheid, des ijvers en de kracht tot stichting van Zijn Kerk.

Geneve, 29 November 1545.

Deze opdracht spreekt voor zichzelf. Ze doet ons een Calvijn ontmoeten, die velen weinig kennen.

Volgende maal hopen we met de verklaring te beginnen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 1958

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DE CATECHISMUS VAN CALVIJN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 1958

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's